Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/1709/TA, 19 december 2018, beroep
Uitspraakdatum:19-12-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

nummer:           R-18/1709/TA

betreft: [klager] datum: 19 december 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van het hoofd van FPC De Kijvelanden te Poortugaal, verder te noemen de inrichting, gericht tegen een uitspraak van 20 september 2018 van de beklagcommissie bij genoemde inrichting, gegeven op een klacht van […], verder te noemen klager, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.Ter zitting van de beroepscommissie van 9 november 2018, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. A.L. Louwerse, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting […], hoofd behandeling, en […], jurist. Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie Het beklag betreft de beslissing tot het intrekken van klagers transmuraal verlof op 17 juli 2018 (K-2018-382). De beklagcommissie heeft het beklag wegens vormverzuim (te laat uitreiken van een niet ondertekende schriftelijke mededeling) gegrond en inhoudelijk ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten

Door en namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.Klager verbleef sinds juli 2017 met transmuraal verlof in de FPA Rotterdam. In verband met een incident en toenemende zorgen kon het FPA niet verder met klager en is in overleg tussen de FPA en de inrichting besloten dat klager voor een time-out weer in de inrichting wordt opgenomen. Dit is klager op 17 juli 2018 om 13.00 uur in de FPA gemeld. Dit is, anders dan de beklagcommissie overweegt, niet de aanzegging van een beslissing tot intrekking van het transmuraal verlof, maar slechts het klager op de hoogte stellen van de situatie en de op handen zijnde interventie. Een medewerker van het EFT (extern bureau forensisch team) was daarbij aanwezig. Alleen het hoofd van de inrichting is bevoegd een dergelijke beslissing tot intrekking van transmuraal verlof te nemen, ondanks dat de FPA evenals de inrichting onder de organisatie Fivoor valt.Klager is na aankomst in de inrichting op 17 juli 2018 gehoord en die dag is hem om 18.15 uur gemeld dat door de inrichting is besloten het transmuraal verlof in te trekken.  Hem is toen ook uitgelegd dat dit de officiële aanzegging betrof. De schriftelijke mededeling is klager de volgende dag om 17.10 uur, dus binnen 24 uur, uitgereikt. De aan klager uitgereikte schriftelijke mededeling bevatte de ondertekening en informatie over het uitreiken, maar de scan van die mededeling is bij de administratie verloren gegaan. Daardoor is alleen een ongetekende versie in klagers dossier opgenomen.  Klager wil niet meewerken aan het verzoek van de inrichting om de door hem ontvangen schriftelijke mededeling te laten scannen. Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Klager toont ter zitting het enige exemplaar van de intrekkingsbeslissing dat hem is uitgereikt. Ook dit exemplaar is niet ondertekend. Hij heeft dit exemplaar eerder niet willen laten scannen, omdat hij meende hiermee een troef in handen te hebben. Klager betwist niet dat hij de schriftelijke mededeling van de intrekkingsbeslissing heeft ontvangen, maar wel dat dit binnen 24 uur zou zijn gebeurd. De intrekking van zijn  verlof is in de FPA aangezegd tijdens een gesprek. Daarbij waren het hoofd van de FPA en een medewerker van het EFT dat bij de inrichting hoort, aanwezig. De inrichting en de FPA vallen beide onder Fivoor. Het kan daarom niet zo zijn dat die eenheid niet zou gelden voor beslissingen tot intrekking van transmuraal verlof.

3.         De beoordeling

Vast staat dat de beklagcommissie het beklag inhoudelijk ongegrond heeft verklaard en dat klager daartegen geen beroep heeft ingediend. Daarom staat alleen ter beoordeling wanneer in klagers geval de beslissing tot intrekking van klagers transmuraal verlof is genomen en aan hem is uitgereikt en of de beslissing voldoet aan alle formaliteiten. Volgens  artikel 7, vijfde lid, aanhef en onder b, Bvt is de beslissing tot het intrekken van transmuraal verlof voorbehouden aan het hoofd van de inrichting en kan deze beslissing dus niet worden gedelegeerd aan personeel van de instelling waar de verpleegde tijdens het transmuraal verlof verblijft, in klagers geval de FPA. Anders dan de beklagcommissie is de beroepscommissie daarom van oordeel dat de mededeling van de FPA aan klager dat hij voor een time-out in de inrichting wordt opgenomen niet kan worden aangemerkt als een beslissing tot intrekking van klagers transmuraal verlof als bedoeld in de wet. De enkele omstandigheid dat zowel de FPA als de inrichting (FPC) onder de koepelorganisatie Fivoor vallen, kan daaraan niet afdoen. De - op zich invoelbare - omstandigheid dat klager de strekking van het gesprek in de FPA anders heeft begrepen, maakt dit evenmin anders. De beslissing tot intrekking van klagers transmuraal verlof moet daarom geacht worden te zijn genomen pas na terugkeer van klager in de inrichting. Voldoende aannemelijk is dat klager na aankomst in de inrichting op 17 juli 2018 is gehoord en hem die dag om 18.15 uur is gemeld dat door de inrichting is besloten het transmuraal verlof in te trekken. Voorts is voldoende aannemelijk dat die schriftelijke mededeling op 18 juli 2018 om 17.10 uur, dus binnen 24 uur, aan klager is uitgereikt. Gelet op de ter zitting door klager getoonde, niet ondertekende schriftelijke mededeling is niet aannemelijk geworden dat het originele exemplaar daadwerkelijk is ondertekend. Het beroep van het hoofd van de inrichting zal daarom gegrond worden verklaard wat betreft het niet tijdig uitreiken van de beslissing, maar ongegrond worden verklaard wat betreft de ondertekening van die beslissing. De beklagcommissie zal bepalen of en welke tegemoetkoming klager daarvoor toekomt.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond voor zover het de uitreiking van de schriftelijke mededeling betreft,  vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie in zoverre en verklaart het beklag in zoverre alsnog ongegrond.

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond voor zover het de niet-ondertekening van de schriftelijke mededeling betreft en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. T.B. Trotman, voorzitter, drs. W.A.Th. Bos en mr. J.M.L. Niederer, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 19 december 2018.

 

            secretaris         voorzitter

 

 

Naar boven