Onderwerp: Bezoek-historie

TB/REG-19651-01 Prestatiebeschrijvingbeschikking facultatieve prestatie farmaceutische zorg
Ondertekeningsdatum:16-01-2019Geldigheid:01-02-2019 t/m 31-05-2020Versie:vergelijk Status: Was geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

 

en meer in het bijzonder:

artikel 35, artikel 50 lid 1 onderdelen a en d jo. artikel 51 tot en met 53 Wmg,

 

alsmede de beleidsregel:

‘Beleidsregel Prestatiebeschrijvingen voor farmaceutische zorg’ (BR/REG-19147),

 

en de regeling:

‘Regeling declaratie- en transparantieverplichtingen farmaceutische zorg’ (NR/CU-566),

 

besloten dat:

rechtsgeldig,

 

door:

zorgaanbieders die farmaceutische zorg leveren die omvat advies of begeleiding ten behoeve van medicatiebeoordeling en verantwoord gebruik van UR-geneesmiddelen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder s, van de Geneesmiddelenwet of de terhandstelling van die geneesmiddelen, of waarop de Wet inzake bloedtransfusie van toepassing is en zorgaanbieders als bedoeld in artikel 1 lid 1 onderdeel c onder 2° Wmg (factormaatschappijen),

aan:

ziektekostenverzekeraars

(niet-) verzekerden1,

 

in rekening mag worden gebracht:

de prestatiebeschrijvingen zoals omschreven in de bijgevoegde prestatielijst, mits voldaan is aan de bij de prestatie beschreven voorwaarden, voorschriften en beperkingen.

 

 

Voorwaarden, voorschriften en beperkingen

 

Voor alle facultatieve prestaties geldt dat zij enkel gedeclareerd mogen worden wanneer hier een schriftelijke overeenkomst tussen een ziektekostenverzekeraar en de betreffende zorgaanbieder aan ten grondslag ligt.

Beëindiging oude tariefbeschikking

 

Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze prestatiebeschrijvingbeschikking wordt prestatiebeschrijvingbeschikking facultatieve prestatie farmaceutische zorg, met kenmerk TB/REG-18633-01, beëindigd.

Inwerkingtreding

 

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 1 februari 2019.

Ingevolge artikel 20 lid twee onderdeel d Wmg zal van de vaststelling van deze beschikking mededeling worden gedaan in de Staatscourant.

 

Indien de Staatscourant waarin de mededeling als bedoeld in artikel 20 lid 2 onderdeel d Wmg wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 februari 2019, treedt de beschikking in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de mededeling wordt geplaatst en werkt zij terug tot en met
1 februari 2019.

Deze beschikking wordt aangehaald als: Prestatiebeschrijvingbeschikking facultatieve prestatie farmaceutische zorg.

Bezwaar

 

Indien u het niet eens bent met dit besluit, dan kunt u binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een bezwaarschrift indienen bij de Nederlandse Zorgautoriteit. U kunt uw bezwaar indienen: per post of per fax. Het is niet mogelijk uw bezwaar via de e-mail in te dienen.

Adres:

Nederlandse Zorgautoriteit
t.a.v. unit Juridische Zaken
Postbus 3017
3502 GA  UTRECHT
(In de linkerbovenhoek van de envelop vermeldt u: Bezwaarschrift)
Fax: 030 – 296 82 96

Het bezwaar dient volgens artikel 6:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht schriftelijk en ondertekend te worden ingediend en dient ten minste de volgende gegevens te bevatten:

  • naam en adres van de indiener;
  • de dagtekening;
  • een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt;
  • de gronden (onderbouwing) van het bezwaar.
     

Wij verzoeken u een kopie van dit besluit bij te voegen.

Hoogachtend,

Nederlandse Zorgautoriteit

 

 

drs. J. Rijneveld
unitmanager Eerstelijnszorg

 

 

 

FACULTATIEVE PRESTATIES FARMACEUTISCHE ZORG

Bijlage bij Prestatiebeschrijvingbeschikking TB/REG-19651

 

Fp1.     Therapietrouwverbetering bij patiënten met astma / COPD

Prestatiebeschrijving

De zorgaanbieder begeleidt de patiënt intensief bij het gebruik van chronisch te gebruiken UR-geneesmiddelen bij astma/ COPD om daarmee de therapietrouw te verbeteren. Een patiënt wordt aangemerkt als therapietrouw wanneer 75% of meer van de UR-geneesmiddelen is afgehaald binnen de afgelopen 365 dagen. De begeleiding wordt gedaan in nauwe samenwerking met de voorschrijver en waar nodig thuiszorg. Met de begeleiding vanuit de zorgaanbieder is de patiënt in staat het geneesmiddel beter te gebruiken. Deze prestatie kan enkel worden gedeclareerd, indien sprake is van therapieontrouw of een te groot aantal exacerbaties gedurende het jaar (3 of meer bij astma en 2 of meer bij COPD).

 

Om deze prestatie te kunnen declareren dienen alle onderstaande activiteiten tenminste te zijn uitgevoerd:

1. De zorgaanbieder begeleidt de patiënt bij het verbeteren van therapietrouw, aanpassingen in gebruikte UR-geneesmiddelen en/of dosering op basis van de beschikbare gegevens.

2. De zorgaanbieder brengt in een gesprek met de patiënt innameproblemen in kaart en bespreekt hoe de patiënt bij voorkeur de UR-geneesmiddelen gebruikt.

3. De zorgaanbieder legt uit wat het belang van het consequent gebruiken van de UR-geneesmiddelen is en probeert overeenstemming met de patiënt te krijgen voor beter gebruik.

4. De zorgaanbieder maakt met de patiënt afspraken om gebruik op een voor de patiënt aanvaardbare manier te structureren en overlegt hierbij indien nodig met de voorschrijver.

5. De therapietrouw van de patiënt wordt gevolgd om indien nodig verder bij te kunnen sturen.

6. De gemaakte afspraken en interventies worden vastgelegd in het patiëntendossier.

 

Om deze prestatie te kunnen declareren, gelden de volgende voorwaarden, voorschriften en beperkingen:

1. De zorgaanbieder selecteert patiënten die in aanmerking komen voor intensieve begeleiding.

2. De zorgaanbieder heeft de patiënt vooraf geïnformeerd over wat hij in het kader van deze begeleiding mag verwachten, welke kosten ermee gemoeid zijn en de patiënt heeft ermee ingestemd.

3. Er dient sprake te zijn van therapieontrouw (75% of minder van de UR-geneesmiddelen is afgehaald binnen de afgelopen 365 dagen) van chronische UR-geneesmiddelen rondom astma/ COPD of de patiënt ondervindt gedurende het jaar meer exacerbaties dan in de NHG-standaard astma en NHG-standaard COPD als redelijk wordt omschreven (3 of meer bij astma en 2 of meer bij COPD).

4. De zorgaanbieder houdt een geprotocolleerde evaluatie op basis van indicatie, farmacotherapeutische informatie en gebruiksinformatie.

5. De begeleiding wordt afgestemd op de individuele behoefte van de patiënt en eindconclusies worden gedeeld met de patiënt en voorschrijver.

6. De zorgaanbieder kan de prestatie alleen declareren indien de zorgaanbieder een overeenkomst heeft met de zorgverzekeraar en de geleverde prestatie overeenkomt met de vooraf vastgestelde farmaceutisch inhoudelijke criteria die in lijn zijn met de NHG-standaarden en KNMP-richtlijn.

7. De prestatie mag maximaal één keer per 36 maanden worden gedeclareerd.

 

Indien aan deze randvoorwaarden niet voldaan is, kan deze prestatie niet worden gedeclareerd.

 

Fp2.     Medicatieoptimalisatie en begeleiding bij patiënten met de ziekte van Parkinson

Prestatiebeschrijving

De zorgaanbieder begeleidt de patiënt die in behandeling is vanwege de ziekte van Parkinson bij het gebruik van UR-geneesmiddelen om daarmee het medicatiegebruik te optimaliseren. Dit doet de aanbieder aan de hand van een actueel medicatieoverzicht, ondersteuning en advisering van de patiënt bij medicatie-inname. De begeleiding wordt gedaan in samenwerking en afstemming met behandelaren bij wie de patiënt vanwege de ziekte van Parkinson in behandeling is. De begeleiding is afgestemd op de individuele behoeften van de patiënt en de patiënt wordt door de zorgaanbieder vooraf geïnformeerd over wat hij in het kader van deze begeleiding kan verwachten, welke kosten daarmee gemoeid zijn en de patiënt moet hiermee hebben ingestemd. De begeleiding vindt plaats met als doel de patiënt beter medicamenteus te behandelen, de patiënt beter in staat te stellen om geneesmiddelen op de juiste wijze te gebruiken en de therapietrouw van de patiënt te verbeteren, zodat de patiënt optimaal zowel motorisch als non-motorisch functioneert. De prestatie kan maximaal één keer per 12 maanden worden gedeclareerd.

De zorgaanbieder en ziektekostenverzekeraar nemen in een overeenkomst in ieder geval de volgende voorwaarden op:

  • De activiteiten die tenminste moeten zijn uitgevoerd om deze prestatie te kunnen declareren;
  • De voorwaarden, voorschriften of beperkingen om deze prestatie te kunnen declareren.
  • Welke prestatie(s) farmaceutische zorg word(t)(en) geacht onderdeel uit te maken van of gelijkwaardig te zijn aan de prestatie 'Medicatieoptimalisatie bij patiënten met de ziekte van Parkinson' en voor dezelfde patiënt niet naast deze facultatieve prestatie gedeclareerd word(t)(en).

 

Fp3.     Medicatieoptimalisatie en begeleiding bij patiënten met complexe farmaceutische zorg.

Prestatiebeschrijving

De zorgaanbieder begeleidt de patiënt die in behandeling is bij het gebruik van ur-geneesmiddelen om daarmee het totale medicatiegebruik van de patiënt te optimaliseren. Dit doet de aanbieder aan de hand van een actueel medicatieoverzicht, ondersteuning en advisering van de patiënt bij medicatie-inname. De begeleiding wordt gedaan in samenwerking en afstemming met de medisch specialistische behandelaren bij wie de patiënt in behandeling is. De begeleiding vindt plaats met als doel de patiënt beter medicamenteus te behandelen, de patiënt beter in staat te stellen om geneesmiddelen op de juiste wijze te gebruiken en de therapietrouw van de patiënt te verbeteren, zodat de medische uitkomst optimaal, doelmatig en naar tevredenheid van de patiënt is.

De begeleiding is afgestemd op de individuele behoeften van de patiënt en de patiënt wordt door de zorgaanbieder vooraf geïnformeerd over wat hij in het kader van deze begeleiding kan verwachten, welke kosten daarmee gemoeid zijn en de patiënt moet met de begeleiding in de zin van deze prestatie hebben ingestemd.

De zorgaanbieder en ziektekostenverzekeraar nemen in de overeenkomst in ieder geval de volgende voorwaarden op:

  • De patiëntengroep waar deze prestatie betrekking op heeft;
  • De activiteiten die tenminste moeten zijn uitgevoerd om deze prestatie te kunnen declareren;
  • De voorwaarden, voorschriften, beperkingen en overige bepalingen om deze prestatie te kunnen declareren;
  • De frequentie of eenheid van declaratie en het pijlmoment (bijvoorbeeld één keer per kalender-/polis jaar of na afronding van de therapeutische kuur);
  • Welke prestatie(s) farmaceutische zorg word(t)(en) geacht onderdeel uit te maken van of gelijkwaardig zijn aan de prestatie ‘Medicatieoptimalisatie bij patiënten met complexe farmaceutische zorg’ en niet naast eerder genoemde prestatie voor dezelfde patiënt gedeclareerd word(t)(en).

 

Fp4.     Begeleidingsgesprek chronische UR-geneesmiddelen.

Prestatiebeschrijving

Onder een ‘Begeleidingsgesprek chronische UR-geneesmiddelen’ wordt verstaan het houden van een geprotocolleerd begeleidingsgesprek met de patiënt. Dit gesprek, dat fysiek, telefonisch dan wel digitaal kan plaatsvinden, wordt halverwege de termijn waarvoor de betreffende farmacotherapie is verstrekt, gevoerd. In het gesprek wordt met de patiënt besproken wat de verwachtingen en ervaringen zijn gedurende de termijn waarvoor de farmacotherapie is meegegeven. Hetgeen is besproken, wordt vastgelegd in het digitale patiëntendossier.

Voor onderhavige facultatieve prestatie gelden de volgende voorwaarden:

  • De facultatieve prestatie mag enkel worden gedeclareerd indien de farmacotherapie voor een periode van langer dan zes maanden is verstrekt;
  • De facultatieve prestatie mag per patiënt maximaal één keer per de door de apotheker afgeleverde termijn worden gedeclareerd, ongeacht het aantal langdurig ter hand gestelde geneesmiddelen;
  • Wanneer meerdere UR-geneesmiddelen binnen een periode van ongeveer een maand voor langer dan zes maanden worden afgeleverd, zal het begeleidingsgesprek voor deze UR-geneesmiddelen tezamen worden gevoerd en zal de onderhavige facultatieve prestatie maar één keer worden gedeclareerd.

 

Fp5.     Begeleidingsgesprek Astma en/of COPD geneesmiddelen.

Prestatiebeschrijving

 

Onder een ‘begeleidingsgesprek astma en/of COPD geneesmiddelen’ wordt verstaan het houden van een geprotocolleerd begeleidingsgesprek met de patiënt. Dit gesprek kan zowel fysiek, telefonisch als digitaal plaatsvinden. In het gesprek wordt met de patiënt besproken hoe de (bij)werking(en) van de astma en/of COPD medicatie ervaren wordt, in hoeverre de patiënt therapietrouw is en hoe de patiënt zijn device(s) optimaal kan gebruiken. Het gesprek heeft als doel om de therapietrouw te verbeteren, het bewustzijn en de kennis van het geneesmiddel te vergroten evenals de juiste wijze van gebruik van het geneesmiddel (en het bijbehorende device). Het gesprek  wordt vastgelegd in het digitale patiëntendossier. Indien nodig wordt overleg gevoerd met de voorschrijver en/of andere zorgverleners.

 

 

Voor onderhavige facultatieve prestatie gelden de volgende voorwaarden:

  • De facultatieve prestatie mag alleen jaarlijks worden gedeclareerd;
  • De patiënt dient chronisch UR-geneesmiddelen bij astma en/of COPD te gebruiken;
  • Er zijn aantoonbare aanwijzingen dat het geneesmiddelgebruik suboptimaal is;
  • Het begeleidingsgesprekgesprek vindt minimaal twee weken na de eerste uitgifte van de chronisch te gebruiken astma en/of COPD geneesmiddelen plaats.

 

 

Aanvraagprocedure Facultatieve Prestatie

 

De NZa kan een prestatiebeschrijving vaststellen voor farmaceutische zorg die afwijkt van de prestatiebeschrijvingen vermeld in de prestatiebeschrijvingbeschikking voor farmaceutische zorg, indien ten minste één zorgaanbieder en ten minste één ziektekostenverzekeraar gezamenlijk daarom verzoeken. Andere verzoeken dan gezamenlijke worden zonder inhoudelijke beoordeling afgewezen.

 

1. De aanvraag dient:

  • schriftelijk te worden ingediend;

  • door zorgaanbieder en ziektekostenverzekeraar gezamenlijk en;

  • te zijn voorzien van een handtekening van deelnemende partijen.

2. De aanvraag dient het volgende te bevatten:

  • een voorstel voor een concrete en duidelijke prestatiebeschrijving;
  • een toelichting waarom de voorgestelde prestatiebeschrijving binnen de werkingssfeer van de ‘Beleidsregel Prestatiebeschrijvingen voor farmaceutische zorg’ valt.

 

De NZa beoordeelt de aanvraag op de volgende onderdelen:

  • voldoet de aanvraag aan de gestelde voorwaarden onder 1 en 2;
  • valt de voorgestelde prestatiebeschrijving(en) onder de reikwijdte van de ‘Beleidsregel Prestatiebeschrijvingen voor farmaceutische zorg’.

Indien de aanvraag niet voldoet aan de gestelde voorwaarden zal de NZa de beoordeling ervan aanhouden totdat de benodigde gegevens zijn ontvangen. Bij een complete aanvraag voor een nieuwe prestatie zal de NZa binnen vier weken na ontvangst van de schriftelijke aanvraag een besluit nemen.

 

Naar boven