Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/2421/GB, 24 december 2018, beroep
Uitspraakdatum:24-12-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer:         R-18/2421/GB

Betreft:            […]      datum: 24 december 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. C.A.D. Oomes, namens […], verder te noemen klager,  gericht tegen een op 12 december 2018 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, en van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft klagers bezwaar tegen de oproep zich op 13 december 2018 te melden in het Justitieel Centrum voor Somatische Zorg (JCvSZ) te Scheveningen ongegrond verklaard.

2.         De feiten

Op 16 augustus 2018 is klager opgeroepen zich op 11 september 2018 te melden in de p.i. Vught voor het ondergaan van in totaal 3662 dagen gevangenisstraf. Op 24 augustus 2018 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat op 4 september 2018 ongegrond is verklaard. Tegen die beslissing heeft klager een schorsingsverzoek ingediend en beroep ingesteld. Deze zijn respectievelijk op 10 september 2018 toegewezen (S-352) en op 2 oktober 2018 gegrond verklaard (R-1370).

Op 19 november 2018 is klager opgeroepen zich op 13 december 2018 te melden in het JCvSZ te Scheveningen voor het ondergaan van genoemde gevangenisstraf. Op 4 december 2018 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend, dat op 12 december 2018 ongegrond is verklaard. Hiertegen richt zich het beroep. Vanwege de beroepsprocedure is aan klager kortdurend uitstel verleend tot 27 december 2018.

 

3.         De standpunten

3.1.      Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klagers detentiegeschiktheid is beoordeeld op basis van schriftelijke informatie van behandelaren. Dit verbaast klager, omdat hij lijdt aan een zeldzame aandoening, waar slechts enkele artsen in Nederland in gespecialiseerd zijn. Een onderzoek van werkelijke specialisten is onontkoombaar. De medisch adviseur van de afdeling Individuele Medische Advisering (de afdeling IMA) besteed in zijn advies alleen aandacht aan sigarettenrook, maar dat is slechts een onderdeel van de allergenen waar klager niet tegen kan. Op andere onderdelen van de verklaring van de specialist d.d. 23 oktober 2018 is niet ingegaan. Hij schrijft dat “alle blootstelling aan inhalatoire belasting (allergenen, stoffen, gassen, dampen en a-specifieke factoren zoals temperatuurswisselingen) de prognose van dit ziektebeeld ongunstig [kan] beïnvloeden”. In bezwaar wordt hieraan ten onrechte voorbijgegaan, door slechts te stellen dat klager zijn medicatie kan krijgen en voor controle kan worden doorverwezen. In de vorige beroepsprocedure is al duidelijk gemaakt dat de medicatie klager niet kan helpen, maar alleen voldoende verlichting geeft buiten detentie. In de beslissing op bezwaar staat dat er in Nederland geen specifieke allergeenarme of rookvrije afdelingen in een inrichting bestaan. Als klager gedetineerd raakt, zal dus onherstelbare gezondheidsschade ontstaan. Tijdens een eerdere detentie bleek dat klager zuurstofbehoefte had en dat een zuurstoftank niet de inrichting in mag. De opmerking van het JCvSZ dat één cel een speciaal luchtbehandelingssysteem heeft, wekt verbijstering. Allergenen kunnen niet voorkomen worden door een luchtbehandelingssysteem in één cel. Klager mag bovendien niet in aanraking komen met dekbedden die met wasmiddel zijn gewassen en minder dan vijf keer zijn gespoeld. Ook wordt hij ziek van schoonmaakmiddelen en andere soorten luchten. Zo heeft klager bijna een week in bed doorgebracht nadat hij met de auto naar de rechtbank is geweest. Als die specifieke cel al zou voldoen, dan zou klager jarenlang op die ene cel moeten blijven, zich niet op de gang kunnen begeven, niet kunnen praten met medegedetineerden, niet kunnen recreëren, enzovoorts. Dat is onmenselijk. Klager zal een nieuw gratieverzoek indienen, maar daarvoor dient er eerst een goed medisch oordeel te worden afgegeven.

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Nadat de medisch adviseur van de afdeling IMA heeft bericht dat klager detentiegeschikt wordt geacht, is klager opgeroepen. Hij kan in detentie de nodige zorg en behandelingen ontvangen. In principe zou klager relatief eenvoudig te behandelen zijn in detentie met medicatie en regelmatige controles door de longarts. Het is niet aan de selectiefunctionaris om te oordelen over de totstandkoming van een advies van de medisch adviseur. Het JCvSZ heeft één cel met een speciaal luchtbehandelingssysteem die gereserveerd is voor klager.

 

4.         De beoordeling

4.1.      Klager heeft op medische gronden opnieuw bezwaar ingediend tegen de meldoproep. De selectiefunctionaris stelt dat klager detentiegeschikt is en daarom kan worden opgeroepen. Zijn beslissing rust op het advies van de medisch adviseur van de afdeling IMA van 9 november 2018. De beroepscommissie stelt voorop dat in deze procedure geen oordeel kan worden gegeven over het medisch advies en het daaraan ten grondslag liggende onderzoek. Door de beroepscommissie dient beoordeeld te worden of dit advies, gelet op de inhoud en de onderbouwing daarvan, de conclusie in de bestreden beslissing kan dragen.

4.2.      De medisch adviseur van de afdeling IMA acht klager detentiegeschikt, maar merkt daarbij op dat voor die geschiktheid geldt dat detentie dient te worden ondergaan “onder voorwaarden waar geen enkele justitiële inrichting in Nederland aan kan voldoen”. Bij de totstandkoming van het advies heeft hij, zoals daarin vermeld, overleg gehad met de directeur van het JCvSZ.`

4.3.      In de bestreden beslissing heeft de selectiefunctionaris, na het citeren van voornoemd medisch advies, gesteld dat het JCvSZ een cel met een speciaal luchtbehandelingssysteem heeft en dat deze voor klager is gereserveerd. Kennelijk meent de selectiefunctionaris dat – met gebruikmaking van deze cel – die omstandigheden kunnen worden gecreëerd waaronder klager detentiegeschikt is. Namens klager wordt gesteld dat die conclusie door de medische informatie aangaande klager niet kan worden gedragen.

4.4.      Detentiegeschiktheid onder voorwaarden waar geen enkele inrichting aan kan voldoen, impliceert feitelijke detentieongeschiktheid en klager uit sterke twijfel aan de (thans) geboden mogelijkheid om hem zonder ernstige gezondheidsrisico’s in het JCvSZ te plaatsen. De stelling van de selectiefunctionaris dat klager detentiegeschikt is, vindt nog onvoldoende steun in het medisch advies zoals dat er nu ligt. Daarvoor is een aanvulling op het medisch advies vereist dat de mogelijkheden die het JCvSZ biedt beziet in het licht van klagers problematiek, zoals dat door de raadsman is omgeschreven en is onderbouwd.  Het is, gelet op de argumentatie van klager en de medische informatie in het dossier en gezien het advies van de IMA, van belang dat de medisch adviseur thans een eenduidig detentiegeschiktheidsoordeel verbindt aan de door de selectiefunctionaris gereserveerde cel en het verblijf binnen JCvSZ met 24 uur aanwezigheid van personeel voor dit type patiënten. Nu dat in het overgelegde dossier niet is aangetroffen, moet het beroep gegrond worden verklaard en zal de selectiefunctionaris worden opgedragen om een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Klager hoeft zich vooralsnog niet op 27 december 2018 te melden. De beroepscommissie benadrukt evenwel dat de noodzaak tot tenuitvoerlegging van klagers aanzienlijke detentieperiode nog onverkort aanwezig is.

 

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op om een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van

P. de Vries, secretaris, op 24 december 2018.

 

 

 

 

 

            secretaris         voorzitter

Naar boven