Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/0125/GA, 31 december 2018, beroep
Uitspraakdatum:31-12-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

nummer:          R-18/125/GA

 

betreft: [Klager]           datum: 31 december 2018

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[Klager], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 18 januari 2018 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Grave,

en van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 14 december 2018, gehouden in de p.i. Vught, is gehoord de heer […], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de p.i. Grave. Voorts was aanwezig mevrouw […], als stagiaire verbonden aan de p.i. Grave. Klager heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid te worden gehoord ter zitting.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
 

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Het beklag betreft – voor zover aan de orde in beroep – het visiteren van klager zonder dat aan hem de reden daarvan werd meegedeeld (GO 2018/5).

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.         De standpunten van klager en de directeur

Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt schriftelijk toegelicht. Klager is het er niet mee eens dat hij zijn gronden niet mondeling mocht toelichten bij de beklagcommissie en wenst dat alsnog te doen.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Er is een periode geweest dat de p.i. veel last ondervond van het naar binnen brengen van verschillende mobiele telefoons door gedetineerden. Bij een medegedetineerde van klager is een adapter gevonden van een mobiele telefoon. In een cel naast klager zijn ook diverse verschillende onderdelen gevonden die verband houden met een mobiele telefoon. Er was een vermoeden dat klager ook betrokken was bij het naar binnen smokkelen van telefoons. Naar aanleiding hiervan is overgegaan tot celinspecties en visitatie. Dat gebeurde niet alleen bij hem, maar dat heeft bij diverse gedetineerden plaatsgevonden. Er wordt goed gecontroleerd of mobiele telefoons naar binnen worden gebracht, zeker als er vermoedens zijn dat het een smartphone is waarmee gefilmd kan worden. Het visiteren gebeurt altijd op grond van veiligheidsoverwegingen.

 

 

3.         De beoordeling

Omvang van het beroep

In het beroepschrift van klager heeft klager beroep ingesteld tegen de beklagnummers GO 2018/3, GO 2018/4 en GO 2018/5. Gebleken is evenwel dat klager de zaak met beklagnummer GO 2018/3 op 16 augustus 2018 heeft ingetrokken; deze is dus niet meer aan de beoordeling van de beroepscommissie onderworpen. In de zaak met beklagnummer GO 2018/4 heeft de beklagcommissie bepaald dat de behandeling van die klacht voor onbepaalde tijd wordt aangehouden. Het is dus geen eindbeslissing waartegen beroep openstaat. De beroepscommissie zal daarom klager niet-ontvankelijk verklaren in zijn beroep met betrekking tot de beklagnummers GO 2018/3 en GO 2018/4 en zich beperken tot het beklagnummer GO 2018/5.

Inhoudelijk oordeel GO 2018/5

Op grond van het dossier en het verhandelde ter zitting stelt de beroepscommissie de navolgende feiten en omstandigheden vast. Bij een medegedetineerde van klager is een adapter van een mobiele telefoon op cel gevonden. In een cel naast de cel van klager zijn verschillende onderdelen voor een mobiele telefoon gevonden. Naar aanleiding van deze vondsten is besloten verschillende gedetineerden aan een celinspectie en visitatie te onderwerpen, onder wie klager.

Tegen de achtergrond van de feiten en omstandigheden van het geval in onderling verband en samenhang bezien, is de bestreden beslissing niet in strijd met de wet en kan deze evenmin als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. De directeur heeft ter zitting genoegzaam aangetoond dat de visitatie plaatsvond in het kader van de handhaving van de orde en de veiligheid binnen de p.i. De beroepscommissie zal dan ook het beroep ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie bevestigen, met verbetering van gronden.

 

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie, met verbetering van de gronden.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, mr. drs. J.P. Meesters en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. A. de Groot, secretaris, op 31 december 2018.

 

 

 

            secretaris         voorzitter

 

 

 

 

 

 

Naar boven