Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/1637/GA, 3 december 2018, beroep
Uitspraakdatum:03-12-2018Versie:vergelijk
Vergelijk versie 2 met:

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

nummer:          R-18/1637/GA

betreft: [Klager]           datum: 3 december 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van de directeur van locatie De Schie te Rotterdam, gericht tegen een uitspraak van 9 augustus 2018 van beklagcommissie bij de locatie De Schie te Rotterdam, gegeven op een klacht van [Klager], verder te noemen klager, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 16 november 2018, gehouden in het Justitieel Complex Zaanstad, is gehoord […], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij locatie De Schie te Rotterdam. Klager heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid te worden gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Het beklag betreft – voor zover aan de orde in beroep – het onvoldoende oplossen van de aanhoudende overlast van radiogeluiden, waaronder met name doordringende basgeluiden (S-2018-0004000).

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van de directeur en klager

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt – kort en zakelijk weergegeven – toegelicht. Voor de directeur is het lastig geluidsoverlast volledig op te lossen. De beklagcommissie heeft een te strakke eis gesteld aan de zorgplicht. Wel heeft hij geprobeerd zo goed mogelijk invulling te geven aan zijn zorgplicht. Klager is vóór de beklagzitting in de mogelijkheid gesteld te worden overgeplaatst naar een andere cel, waar hij geen last van de geluidsoverlast zou ervaren. Hij heeft dit toen geweigerd, omdat hij vond dat de geluidsoverlast het probleem van de penitentiaire inrichting en niet van hem was. Aan klager zijn verder oordoppen aangeboden. Dit zijn oordoppen die klager in zijn oor kan doen om zo het geluid te dempen. Na de beklagzitting heeft klager alsnog ingestemd met de overplaatsing naar een andere cel. De problemen zijn voor hem opgelost en hij heeft tegen de directeur gezegd dat hij zijn beroep wilde intrekken. Dat is evenwel niet mogelijk, omdat het beroep is ingesteld door de directeur.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3.         De beoordeling

Vaststaat dat klager geluidsoverlast ervaart, veroorzaakt door geluidsinstallaties van medegedetineerden, en dat hij het personeel meermalen heeft verzocht dit te doen beëindigen. Aan de orde is de vraag of de directeur aan zijn zorgplicht heeft voldaan door voldoende concrete acties te ondernemen om de door klager ondervonden geluidsoverlast te doen beëindigen.

De beroepscommissie beantwoordt deze vraag bevestigend. Uit de stukken en het verhandelde ter zitting komt naar voren dat aan klager oordopjes zijn verstrekt en dat hem is aangeboden intern te worden overgeplaatst. Aan het personeel is opdracht gegeven met name tussen 16:45 uur en 21:00 uur bij geluidsoverlast direct verslag aan te zeggen aan gedetineerden die zich hieraan schuldig maken. De directeur heeft hiermee voldaan aan zijn zorgplicht. Dat geen schriftelijke verslagen zijn aangezegd en dat klager in eerste instantie heeft geweigerd te worden overgeplaatst, doet aan het voorgaande geen afbreuk.

Gezien het vorenstaande zal de beroepscommissie het beroep van de directeur gegrond verklaren.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, J.G.A. van den Brand en drs. M.J. Selnick Marzullo, leden, in tegenwoordigheid van mr. A. de Groot, secretaris, op 3 december 2018.

       

            secretaris         voorzitter

 

 

Naar boven