Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/1831/GA en 03/1999/GA, 3 november 2003, beroep
Uitspraakdatum:03-11-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/1831/GA en 03/1999/GA

betreft: [klager] datum: 3 november 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van twee op respectievelijk 11 augustus 2003 en 22 augustus 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomenberoepschriften van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen de uitspraken gedateerd respectievelijk 27 juni 2003, verzonden op 6 augustus 2003, en 25 juli 2003, verzonden op 19 augustus 2003, van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Noord, locatie DeMarwei, te Leeuwarden,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraken waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 oktober 2003, gehouden in de p.i. Veenhuizen, zijn gehoord klager en [...], unit-directeur bij locatie De Marwei.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:

de beslissing van de directeur inhoudende dat klager éénmaal per maand artikelen via de buitenkantine mag bestellen bij V&D en dat hij éénmaal in de drie maanden via de buitenkantine aanvullende verse producten mag bestellen en aandie zogenaamde kwartaallijst vijf producten naar keuze mag toevoegen (03/1831/GA);

de weigering van de directeur om de door klager gevraagde producten te bestellen (03/1999/GA).

De beklagcommissie heeft het beklag in beide gevallen ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De directeur heeft de uitspraak van de beroepscommissie nummer 03/291/GA d.d. 26 mei 2003 naast zich neergelegd. De tegemoetkoming van € 10,=, die door de beroepscommissie aan klager was toegekend, is door de directeur nog niet aanklager verstrekt. Klager wordt in de gelegenheid gesteld om één keer per maand artikelen te bestellen bij V&D, maar het gaat klager om vegetarische voeding en V&D kan dergelijke producten niet leveren. Voorts mag klager via dezogenaamde kwartaallijst verse aanvullende producten bestellen en daaraan vijf producten naar keuze toevoegen, maar dit is niet toereikend en volstrekt in strijd met bovenvermelde uitspraak van de beroepscommissie. Klager heeft eenlange bestellijst ingediend, omdat hij niet wist wat hij kon bestellen. Voorts was tevoren niet bepaald hoe lang de lijst mocht zijn. Hij heeft een aantal houdbare producten in verschillende variëteiten besteld om te zien wat ergeleverd zou kunnen worden. Tevoren is klager door het afdelingshoofd medegedeeld dat de bestelling toch niet uitgevoerd zou worden. Klager zou heel tevreden zijn geweest als hij één of twee producten per categorie producten vanzijn bestelling zou hebben ontvangen. Er kan niet van klager verwacht worden dat hij via de kwartaallijst bijvoorbeeld 90 potten Hak groenten inslaat. De vegetarische maaltijd, die in de inrichting wordt verstrekt, is nietvolwaardig. Een keer per week wordt spaghetti of nasi aangeboden zonder groenten. Klager kan de maaltijden niet aanvullen met verse producten en dit soort maaltijden heeft een alternatief nodig.

De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De beroepscommissie heeft in de uitspraak 03/291/GA geoordeeld dat er ruimte dient te zijn om voor individuele gedetineerden tot redelijke oplossingen te komen indien er duidelijke indicaties zijn dat het assortiment van de winkelvoor die betreffende gedetineerde ontoereikend is. Het assortiment van de winkel werd als toereikend beschouwd, maar de beroepscommissie was van oordeel dat het op de weg van de directeur gelegen om, gelet op de bijzondereomstandigheden van klager, bepaalde bestellingen via de buitenkantine wel toe te staan. De directeur heeft met inachtneming van deze uitspraak onderzocht op welke organisatorisch haalbare wijze dit kon worden gerealiseerd. Klagerheeft direct onredelijk lange bestellijsten ingediend, die weinig te maken hadden met zijn bijzondere omstandigheden. Het verzoek van de directeur aan klager om tot een redelijke bestelling te komen, heeft niet geleid tot aanpassingvan de bestellijst. Telkens werd weer benadrukt dat de gehele lijst besteld zou moeten worden. Allereerst kan er iedere week voeding bij de winkel worden besteld. In overeenstemming met de exploitant van de inrichtingswinkel APSkunnen er in uitzonderlijke situaties buitenkantine bestellingen worden geplaatst. Hieraan is een periode van drie maanden verbonden. Middels de kwartaallijst kunnen verse producten worden besteld. Verder is het mogelijk om via debuitenkantine maandelijks producten te bestellen bij V&D, maar daar kunnen geen verse producten worden besteld. De directeur is van mening dat voorzien is in een redelijke oplossing overeenkomstig het door de beroepscommissiegestelde in 03/291/GA.

3. De beoordeling
Met betrekking tot 03/1831/GA overweegt de beroepscommissie dat in 03/291/GA d.d. 26 mei 2003 de beroepscommissie heeft geoordeeld dat het op de weg van de directeur ligt om, gelet op klagers bijzondere omstandigheden, bepaaldebestellingen via de buitenkantine toe te staan. De directeur heeft vervolgens aan klager toegestaan om éénmaal per maand (houdbare non food) producten te bestellen bij V&D, en éénmaal in de drie maanden verse aanvullende productente bestellen via de zogenaamde kwartaallijst en aan die lijst vijf producten toe te voegen. De beroepscommissie is van oordeel dat, nu klager slechts éénmaal in de drie maanden verse, en derhalve bederfelijke, aanvullendevoedingsmiddelen kan bestellen, onvoldoende tegemoet wordt gekomen aan klagers bijzondere omstandigheden. Derhalve zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren, de beslissing van de beklagcommissie vernietigen en het beklagalsnog gegrond verklaren en aan klager een tegemoetkoming van € 10,= toekennen.
Met betrekking tot 03/1999/GA overweegt de beroepscommissie dat klager is verzocht om een bestellijst op te maken en dat door klager vervolgens een uit zeven pagina’s bestaande bestellijst is ingediend met circa 132 producten daaropvermeld. Onder die omstandigheden is de beroepscommissie van oordeel dat de beslissing van de directeur om de bestelling, die als een onredelijk verzoek kan worden aangemerkt, niet uit te voeren niet als onredelijk of onbillijk kanworden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie bevestigen.

4. De uitspraak
Met betrekking tot 03/1831/GA:
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 10,=.
Met betrekking tot 03/1999/GA:
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en mr. R. Weenink, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 3 november 2003

secretaris voorzitter

Naar boven