Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-1104, 13 november 2018, beroep
Uitspraakdatum:13-11-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer:         R-1104

Betreft:            [klager]            datum: 13 november 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. G.A.J. Purperhart, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een op 18 juni 2018 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem terug te plaatsen naar de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel ongegrond verklaard.

2.         De feiten

Klager is sinds 26 september 2016 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de p.i. Krimpen aan den IJssel. Op 2 juli 2018 is klager in de Forensische Verslavingskliniek (FVK) Piet Roordakliniek te Zutphen geplaatst en administratief ondergebracht bij de p.i. Krimpen aan den IJssel.

3.         De standpunten

3.1.      Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.

De beslissing tot terugplaatsing van klager van de FVK Antes naar de p.i. Krimpen aan den IJssel is onzorgvuldig genomen en gebrekkig gemotiveerd. Het enkele feit dat het kreatininegehalte bij de urinecontroles van 22 februari 2018 en 24 februari 2018 schommelt, wil niet zeggen dat klager gebruikt heeft tijdens zijn verblijf in de FVK Antes. De waarde van THC is wel degelijk gedaald in de urine. De uitslagen van de controles zijn handgeschreven en niet geverifieerd door een laboratorium. Er is niet ingegaan op de schommeling van het kreatininegehalte. Klager is direct teruggeplaatst naar de p.i. Krimpen aan den IJssel, terwijl normaal gesproken eerst een waarschuwing wordt gegeven. Klager heeft onredelijk lang moeten wachten op de beslissing op het bezwaar, nu het bezwaar op 18 maart 2018 is ingediend en de bestreden beslissing pas op 18 juni 2018 is genomen. Klager verzoekt om een financiële tegemoetkoming.

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.

De bestreden beslissing is genomen op grond van het selectieadvies van de p.i. Krimpen aan den IJssel van 26 februari 2018. Uit dit selectieadvies komt naar voren dat de FVK Antes een rapport heeft opgesteld met de uitslagen van urinecontroles van 16 februari 2018, 22 februari 2018 en 24 februari 2018.

Het vermoeden bestaat dat klager tijdens zijn verblijf in de FVK Antes drugs heeft gebruikt, waarna klager is teruggeplaatst in detentie. De FVK Antes stelt dat er geen vertrouwen meer is in een goede afloop van een behandeling. Klager stelt dat de schommeling in het kreatininegehalte niets zegt over zijn drugsgebruik, nu de waarde van THC wel is gedaald. Bij de afname van een urinecontrole wordt altijd bepaald wat het kreatininegehalte in de urine is, om zodoende te bepalen of er gefraudeerd is bij de afname van de urinecontrole. Om te bepalen of er na een positieve urinecontrole sprake is van afbouw of bijgebruik wordt er bij een wisselend kreatininegehalte de ratio tussen de geconstateerde THC-waarde en het kreatininegehalte berekend. Op deze procedure is een schriftelijke toelichting gegeven door de manager bedrijfsvoering van de FVK Antes. Tevens heeft de verslavingsarts een e-mail opgesteld met uitleg over de positieve uitslag van klagers urinecontrole van 24 februari 2018. Gelet op het hierboven genoemde kan de beslissing van de selectiefunctionaris tot beëindiging van de behandeling in de FVK Antes en klagers terugplaatsing naar de p.i. Krimpen aan den IJssel niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De selectiefunctionaris ziet geen aanleiding voor een tegemoetkoming. Per 2 juli 2018 is klager op grond van artikel 43, derde lid, van de Pbw, geplaatst in de FVK Piet Roordakliniek. De selectiefunctionaris acht klager derhalve niet-ontvankelijk in het beroep nu klager alsnog is geplaatst in een FVK.

4.         De beoordeling

4.1.      Namens klager is verzocht het beroep mondeling te mogen toelichten. De beroepscommissie wijst dit verzoek af, omdat zij zich op basis van de stukken voldoende ingelicht acht om op het beroep te beslissen.

4.2.      Klager is bij beslissing van 2 juli 2018 in de FVK Piet Roordakliniek geplaatst. In beginsel zou klager daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn beroep, omdat daarmee het belang aan zijn beroep is komen te ontvallen. Nu in beroep echter is verzocht hem een tegemoetkoming toe te kennen, zal de beroepscommissie het beroep alsnog inhoudelijk beoordelen.

4.3.      Op grond van artikel 17, vierde lid, van de Pbw dient de selectiefunctionaris de indiener van het bezwaarschrift binnen zes weken van zijn met redenen omklede beslissing schriftelijk op de hoogte stelt. Klager heeft op 7 maart 2018 een bezwaarschrift ingediend. De selectiefunctionaris heeft daarop niet binnen zes weken beslist, maar eerst op 18 juni 2018. Hoewel het wenselijk is dat de selectiefunctionaris zo spoedig mogelijk op een verzoek beslist, verbindt de wet geen gevolgen aan het niet-tijdig nemen van een beslissing door de selectiefunctionaris.

4.4.      De door de selectiefunctionaris genomen beslissing kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt, nu het selectieadvies en de mededelingen over het verloop van het afnemen van urinecontroles een contra-indicatie vormden voor voortzetting van klagers behandeling in de FPK Antes.

4.5.      Ten overvloede merkt de beroepscommissie op dat klager thans is geplaatst in de FVK Piet Roorda in het kader van een behandeling. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van J.A. van der Veen, secretaris, op 13 november 2018.

 

 

            secretaris         voorzitter

 

 

 

Naar boven