Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-480, 23 oktober 2018, beroep
Uitspraakdatum:23-10-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

 

Nummer          : R-480

Betreft : [klager]          datum: 23 oktober 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. D.W.H.M. Wolters, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een op 16 mei 2018 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van het Justitieel Complex (JC) Zaanstad afgewezen.

2.         De feiten

Klager was sedert 30 maart 2018 gedetineerd in verband met uitlevering naar de Verenigde Staten. Hij verbleef in het h.v.b. van de penitentiaire inrichting (p.i.) Zwaag. Op 19 juli 2018 is klager uitgeleverd.

3.         De standpunten

3.1.      Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager spreekt alleen de Spaanse taal. De communicatie met het thuisfront, met name met de kinderen van klager, is vanwege het tijdsverschil van negen uur nagenoeg onmogelijk. Als klager met het thuisfront belt, is het daar midden in de nacht. In het JC Zaanstad heeft klager de beschikking over een telefoon op cel en kan hij bellen op het moment dat de kinderen wakker zijn. Veel gedetineerden die bij de rechtbank Haarlem terechtstaan, zijn gedetineerd in het JC Zaanstad, dat zich op een kortere afstand van de rechtbank bevindt dan de p.i. Zwaag. Een overplaatsing naar het JC Schiphol is geen optie omdat de Officier van Justitie zich hiertegen verzet. Aldaar is een persoon gedetineerd die ook wordt uitgeleverd.

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Klager is preventief ingesloten in de p.i. Zwaag voor het arrondissementsparket Haarlem. De plaatsing van gedetineerden die in afwachting zijn van berechting in eerste aanleg geschiedt bij voorkeur in een huis van bewaring dat is gelegen in of toegewezen aan het arrondissement van vervolging. Klagers plaatsing in het h.v.b. van de p.i. Zwaag is daarom juist geweest. Wat betreft de stelling van klagers advocaat dat veel van zijn cliënten die terecht staan in Haarlem in het JC Zaanstad zijn gedetineerd, merkt de selectiefunctionaris op dat ieder selectieadvies individueel wordt beoordeeld.

Uit navraag bij de inrichting is gebleken dat klager niet weet waar zijn gezin woonachtig is. Contact met de echtgenote van klager via klagers advocaat is niet mogelijk gebleken. In de inrichting kan inderdaad alleen tijdens de recreatie gebeld worden. Klager heeft bij het personeel van de inrichting niet eerder gevraagd of het mogelijk is op een ander tijdstip te bellen. Klager heeft op een zaterdag de mogelijkheid op een vroeg tijdstip naar Los Angeles te bellen.

4.         De beoordeling

Nu klager op 19 juli 2018 is uitgeleverd, is het belang aan het beroep komen te ontvallen. Om deze reden dient klager niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn beroep.

Ten overvloede overweegt de beroepscommissie het volgende.

Verwijzing naar de plaatsingsregels voor preventief gehechte personen die strafrechtelijk worden vervolgd in verband met deze procedure is niet van wezenlijk belang nu klager gedetineerd zat in afwachting van zijn uitlevering naar de Verenigde Staten.

De beroepscommissie begrijpt uit de inlichtingen van de selectiefunctionaris dat het voor klager mogelijk moet zijn geweest op een voor zijn familie in Los Angeles gunstig moment (in de avond) te bellen. Van enig contact van klager met zijn gezin of de familie op zo’n moment of anderszins via de advocaat is niet gebleken. Niet is gebleken dat een dergelijk contact op enig ander moment wel mogelijk zou zijn geweest. De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het bericht van de selectiefunctionaris en het door de selectiefunctionaris geciteerde bericht van de advocaat van klager dat het niet mogelijk bleek om contact op te nemen met de echtgenote van klager. De beslissing van de selectiefunctionaris het verzoek om overplaatsing af te wijzen kan dan ook als niet onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie vornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris, op 23 oktober 2018

          

   

 

 

 

secretaris         voorzitter

Naar boven