Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/4270/GA, 30 mei 2018, beroep
Uitspraakdatum:30-05-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

nummer:          17/4270/GA

betreft: [klager]            datum: 30 mei 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 8 december 2017 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting Veenhuizen, locatie Esserheem, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 15 maart 2018, gehouden in het Justitieel Complex Zaanstad, is klager gehoord.

De directeur heeft schriftelijk verzocht om aanhouding van onderhavige zaak. De beroepscommissie bepaalt dat de zitting zal worden voortgezet met inachtneming van het navolgende. Van het verhandelde ter zitting zal een schriftelijk verslag worden opgemaakt waar de directeur binnen zeven dagen na ontvangst desgewenst schriftelijk op kan reageren. Op 5 april 2018 is een schriftelijke reactie van de plaatsvervangend vestigingsdirecteur ontvangen die naar klager is doorgestuurd.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:        

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Het beklag betreft het niet verkrijgen van een hogere toeslag voor zijn werkzaamheden (Eh 2017/000603).

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van klager en de directeur

Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De klacht van klager gaat over de werkzaamheden die hij heeft verricht als afdelingsreiniger. Klager vindt dat hij voor een hogere bijdrage is aanmerking moest komen. Hoewel klager de baan als afdelingsreiniger niet als vervelend heeft ervaren, vond hij de werkzaamheden zwaar en heeft de baan hem de nodige stress opgeleverd. Door de directeur wordt gezegd dat klager meer vrijheden heeft, dat er privileges zijn gekoppeld aan klagers functie en dat er geen sprake is van normproductie. Om die redenen heeft de directeur de toeslag op 25% bepaald.

Het is klager onduidelijk waar die vrijheden op slaan en welke privileges er aan zijn functie zijn gekoppeld. Die vrijheden waren voor klager noodzakelijk om zijn werk te kunnen verrichten, maar waren niet gunstig voor hemzelf. Daarnaast zit er veel druk op het verrichten van zijn werkzaamheden. Klager begint om 7:30 uur met zijn werkzaamheden. Er werd veel van klager verwacht. Zo moest hij douchecabines en cellen schoonmaken, prullenbakken legen, nieuwe medewerkers inwerken, en spullen schoonmaken en opbergen die gebruikt werden voor de werkzaamheden. Klager liep aan het eind van de dag nog een rondje om te bezien of alles was schoongemaakt en opgeruimd. Soms moest klager ook nog eens spullen van andere gedetineerden opruimen. Het klopt wel dat er geen sprake was van normproductie.

Het is klager allerminst duidelijk waarom hij niet voor een hogere toeslag in aanmerking komt. Er zijn medegedetineerden die minder werk verzetten dan een afdelingsreiniger, maar wel meer verdienen dan hij. Momenteel werkt klager als koffiezetter. Voor dit werk doet klager minder werk dan als afdelingsreiniger. Hij heeft de werkzaamheden als afdelingsreiniger als zwaar ervaren, zeker als hij het vergelijkt met zijn huidige werkzaamheden.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt schriftelijk toegelicht. De directeur sluit zich aan bij hetgeen hij reeds in het verweerschrift uiteen heeft gezet. Wanneer een gedetineerde werkzaam is op de reguliere arbeid in de fabriek, is er sprake van normproductie. Hoe meer arbeid de gedetineerde verzet, oftewel hoe hoger de productie van de gedetineerde, hoe hoger de toeslag. Bij een afdelingsreiniger ligt dit anders. Een afdelingsreiniger ondervindt geen druk van normproductie en geniet veel vrijheden tijdens zijn arbeid. Deze vrijheden brengen met zich mee dat aan afdelingsreinigers een toeslag van 25% zal worden toegekend, indien een gedetineerde zich op behoorlijke wijze inzet tijdens de werkzaamheden.

Klager heeft ter zitting aangegeven dat het voor hem onduidelijk is waar die vrijheden op slaan. Een kamerwacht kan zich tijdens het dagprogramma vrij in de inrichting bewegen en is daarnaast zeven dagen per week uitgesloten. Daarnaast krijgt een afdelingsreiniger zeven dagen per week zijn arbeidsloon uitbetaald. De functie afdelingsreiniger is mede om het vrije karakter erg geliefd. Verzocht wordt om het beroepschrift van klager ongegrond dan wel niet-ontvankelijk te verklaren.

3.         De beoordeling

Gelet op het dossier stelt de beroepscommissie de navolgende feiten en omstandigheden vast. Bij arbeid op de reguliere afdeling is de toeslag op de arbeid afhankelijk van de normproductie. Een afdelingsreiniger, het werk dat klager verricht, kent geen normproductie. De hoogte van de toeslag die wordt bepaald voor een afdelingsreiniger is afhankelijk van andere omstandigheden. Zo geniet een afdelingsreiniger meer vrijheden en de werkzaamheden kennen geen normproductie. Daarnaast wordt een afdelingsreiniger zeven dag per week uitbetaald. Deze omstandigheden maken dat aan een afdelingsreiniger 25% toeslag wordt toegekend, mits de afdelingsreiniger zich op behoorlijke wijze inzet tijdens de werkzaamheden.

De beroepscommissie is van oordeel dat de directeur voldoende inzichtelijk en aannemelijk heeft gemaakt welke redenen eraan ten grondslag liggen dat aan klager 25% toeslag wordt toegekend. Klager geniet als afdelingsreiniger meer vrijheden. Zo kan hij als kamerwacht tijdens het dagprogramma vrij in de inrichting bewegen en is daarnaast zeven dagen per week uitgesloten. Anders dan klager stelt, zijn de vrijheden die klager heeft duidelijk genoeg. Daarnaast ondervindt klager geen druk van de normproductie en krijgt klager zeven dagen per week zijn loon uitbetaald; dit zijn twee extra uitbetalingen per week. Naar het oordeel van de beroepscommissie kan de beslissing om klager niet meer dan 25% toeslag toe te kennen, dan ook niet als onredelijk noch onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie, met verbetering van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, drs. M.J. Selnick Marzullo en prof. dr. F. Boer, leden, in tegenwoordigheid van mr. A. de Groot, secretaris, op 30 mei 2018.

          

            secretaris         voorzitter

 

 

 

 

Naar boven