Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/0845/GA, 24 oktober 2003, beroep
Uitspraakdatum:24-10-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/845/GA
betreft: [klager] datum: 24 oktober 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 14 april 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.Serrarens, advocaat te Maastricht, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 4 april 2003 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught te Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouwe om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het ter controle openen van alle inkomende en uitgaande geprivilegieerde post.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Klagers geprivilegieerde post wordt niet enkel op de aanwezigheid van bijgesloten voorwerpen gecontroleerd maar eveneens op de inhoud van de post.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Het beklag is verwoord in een drietal klaagschriften, gedateerd 17, 18 en 19 januari 2003. Op die data werd, blijkens de schriftelijke inlichtingen van de directeur aan de beklagcommissie, alleen de inkomende geprivilegieerde postgecontroleerd. De uitgaande geprivilegieerde post wordt pas vanaf begin februari 2003, na aanpassing van de huisregels, gecontroleerd. In zoverre is klager niet-ontvankelijk in zijn beklag. De beroepscommissie zal de uitspraak vande beklagcommissie in zoverre bevestigen.
Het beklag ten aanzien van de inkomende geprivilegieerde post ziet op de toepassing van het bepaalde in artikel 36, tweede lid, van de Pbw. Om die reden zal de beroepscommissie dit onderdeel van de uitspraak van de beklagrechtervernietigen en het beklag in zoverre alsnog inhoudelijk beoordelen.
De beroepscommissie acht, mede gelet op de door de directeur tegenover de beklagcommissie gegeven inlichtingen, voldoende aannemelijk geworden dat voor klager bestemde geprivilegieerde post in aanwezigheid van klager enkel wordtgecontroleerd op aanwezigheid van contrabande en dat van de inhoud van het betreffende schrijven geen kennis wordt genomen bij die controle. Deze procedure is niet in strijd is met een in de inrichting geldend wettelijk voorschrift.Dit onderdeel van het beklag moet daarom ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van het beklag omtrent de uitgaande geprivilegieerde post ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter, met wijziging van gronden.
Zij vernietigt de uitspraak van de beklagrechter omtrent de inkomende geprivilegieerde post. Zij verklaart voor klager in zoverre alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dat onderdeel van het beklag alsnog ongegrond.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 24 oktober 2003

secretaris voorzitter

Naar boven