Onderwerp: Bezoek-historie

Concentratiebesluit Stichting PAMM Laboratoria voor Pathologie en Medische Microbiologie – Stichting voor Medische en Verpleegkundige Zorgverlening St. Jans Gasthuis, afdeling medische microbiologie
Ondertekeningsdatum:18-09-2018Publicatiedatum:26-09-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Aanvraag tot goedkeuring van een concentratie

 

  1. Op 10 augustus 2018 heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een aanvraag ontvangen in de zin van artikel 49a van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) voor het verkrijgen van goedkeuring van een voorgenomen concentratie (hierna: de aanvraag).

    Partijen

  2. Stichting PAMM Laboratoria voor Pathologie en Medische Microbiologie (hierna: PAMM) is actief op het gebied van infectieziekten en pathologie in Zuidoost-Brabant vanuit twee locaties te Veldhoven en Eindhoven.

  3. Stichting voor Medische en Verpleegkundige Zorgverlening St. Jans Gasthuis, afdeling medische microbiologie (hierna: SJG) is onderdeel van Stichting voor Medische en Verpleegkundige Zorgverlening St. Jans Gasthuis (hierna: het ziekenhuis). SJG houdt zich bezig met het behandelen en voorkomen van infectieziekten en verzorgt het onderzoek van bloed, urine, ontlasting en ander materiaal van patiënten op verwekkers van infectieziekten ten behoeve van het ziekenhuis en ten behoeve van eerstelijnszorgaanbieders in het verzorgingsgebied Weert, Nederweert, Leudal en Cranendonck.

    Het voornemen

  4. Het voornemen betreft de overname van de activa en passiva van SJG door PAMM. De activiteiten zullen worden voortgezet onder de naam van PAMM. Dit is vastgelegd in een bij de aanvraag overgelegde koopovereenkomst van 8 augustus 2018.

    Toepasselijkheid van de zorgspecifieke concentratietoets

  5. Betrokken organisaties zijn PAMM en SJG.

  6. Betrokken organisaties kwalificeren als zorgaanbieder in de zin van artikel 1, onderdeel c, onder 1 van de Wmg.

  7. Uit de bij de aanvraag ter beschikking gestelde gegevens over het aantal personen dat werkzaam is binnen de betrokken organisaties blijkt dat de voorgenomen concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 4 van de Wmg geregelde zorgspecifieke concentratietoezicht valt.

  8. Het voornemen leidt tot het tot stand brengen van een concentratie in de zin van artikel 27, eerste lid, onder b, Mw. De hierboven, onder punt 4, omschreven transactie leidt er namelijk toe dat PAMM uitsluitende zeggenschap verkrijgt over een onderdeel van het ziekenhuis, te weten SJG.

    Beoordeling

    A. Betrokkenheid belanghebbenden

  9. SJG doet door minder dan 50 personen zorg verlenen in de zin van de Wmg en valt daarom niet onder de reikwijdte van artikel 49a Wmg. Om die reden is de betrokkenheid van cliënten en personeel van SJG door de NZa niet beoordeeld.

  10. Met betrekking tot de betrokkenheid van cliënten en personeel bij de voorbereiding van de concentratie sluit de NZa aan bij de in de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (hierna: Wmcz) en de Wet op de ondernemingsraden (hierna: WOR) verankerde advies- en instemmingsrechten van cliëntenraden en ondernemingsraden bij voorgenomen concentraties.[1]

    Cliënten

  11. Met betrekking tot de betrokkenheid van de cliënten van PAMM bij de voorbereiding van de concentratie merkt de NZa het volgende op:

  12. Zorgaanbieders die een instelling in de zin van artikel 1, eerste lid, onder f, van de Wet toelating zorginstellingen (hierna: WTZi) in stand houden, zijn op grond van artikel 2, eerste lid van de Wmcz verplicht om een cliëntenraad in te stellen. Uit artikel 5, eerste lid, van de WTZi jo. artikel 1.2, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit WTZi blijkt dat laboratoria instellingen zijn in de zin van de WTZi.

  13. Uit de bij de aanvraag ter beschikking gestelde gegevens blijkt uitdrukkelijk dat de diensten die PAMM levert, niet (direct) zijn gericht aan cliënten. De zorg die PAMM verleent is uitsluitend ingegeven door (overige) zorgverleners, die laboratoriumonderzoek uitbesteden aan PAMM. Dit brengt met zich mee dat, zoals uit de aanvraag expliciet ook blijkt, geen (direct) contact plaatsvindt tussen PAMM en cliënten. Cliënten hebben dan ook niet met PAMM, maar met deze zorgverleners een zorgovereenkomst. PAMM brengt dan ook niet (direct) kosten in rekening bij cliënten. De verhouding tussen laboratoriumonderzoek en directe zorgverlening (die het onderzoek uitbesteedt aan het laboratorium) leidt er bovendien toe dat cliënten eventuele klachten die verband houden met een actie van PAMM, kunnen indienen bij de betreffende (directe) zorgverlener.

  14. Mede om deze redenen en gezien de omstandigheden van deze zaak, is de betrokkenheid van de cliënten bij de voorbereiding van de voorgenomen concentratie door de NZa niet beoordeeld.

    B. Cruciale zorg

  15. Door betrokken organisaties wordt geen cruciale zorg aangeboden in de zin van artikel 49c, tweede lid, onder c, Wmg.

    Conclusie

  16. Na onderzoek van deze aanvraag concludeert de NZa gelet op artikel 49c, tweede lid, Wmg dat:

    a. personeel van PAMM en andere betrokkenen op een zorgvuldige wijze zijn betrokken bij de voorbereiding van de concentratie, waarbij zij in ieder geval tijdig en op begrijpelijke wijze op de hoogte zijn gebracht van de inhoud van de concentratieplannen en de manier waarop oordelen of aanbevelingen hierover kenbaar kunnen worden gemaakt;

    b. het oordeel en de aanbevelingen van personeel van PAMM en andere betrokkenen overtuigend en beargumenteerd zijn meegewogen in de besluitvorming tot concentratie;

    c. als gevolg van de concentratie de continuïteit van bij algemene maatregel van bestuur aangewezen vormen van zorg als bedoeld in artikel 56a, eerste lid, Wmg niet in gevaar komt;

    d. het rapport als bedoeld in artikel 49b, eerste lid, Wmg voldoende inzicht biedt in de verwachte effecten van de beoogde concentratie aan de hand van de eisen, bedoeld in artikel 49b, tweede en derde lid Wmg.

  17. Vanwege de in artikel 49c, tweede lid, Wmg opgenomen toetsingscriteria, is in dit besluit nadrukkelijk geen oordeel gegeven over de verwachte effecten van de voorgenomen concentratie (behoudens het genoemde in randnummer 16, onder c).

  18. 18. Gelet op het voorgaande verleent de NZa goedkeuring aan het tot stand brengen van de concentratie waarop de aanvraag betrekking heeft.

 

Datum: 18 september 2018

 

De Nederlandse Zorgautoriteit,

 

 

mr. drs. K. Raaijmakers

directeur Toezicht en Handhaving

 

 

 

 

Indien u het niet eens bent met dit besluit, dan kunt u binnen zes weken na verzending/bekendmaking van dit besluit een bezwaarschrift indienen bij de Nederlandse Zorgautoriteit. U kunt uw bezwaar indienen: per post of per fax. Het is niet mogelijk uw bezwaar via de e-mail in te dienen.

 

Adres:    Nederlandse Zorgautoriteit

   t.a.v. unit Juridische Zaken

   Postbus 3017

   3502 GA  UTRECHT

(In de linkerbovenhoek van de envelop vermeldt u: Bezwaarschrift)

Fax:        030 – 296 82 96

 

Het bezwaar dient volgens artikel 6:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht schriftelijk en ondertekend te worden ingediend en dient ten minste de volgende gegevens te bevatten:

  • naam en adres van de indiener;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt;

  • de gronden (onderbouwing) van het bezwaar.

 

Wij verzoeken u een kopie van dit besluit bij te voegen.

 


[1] Zie, onder andere, Kamerstukken II, 2011-2012, 33 253, nr. 3, p. 12; Kamerstukken II, 2012-2013, 33 253, nr. 6. p. 13; Kamerstukken I, 2012-2013, 33 253, C, p. 15-17.

Naar boven