Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-147, 8 augustus 2018, beroep
Uitspraakdatum:08-08-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer:         R-147

Betreft:            [klager]            datum: 8 augustus 2018

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van,

[…], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 17 januari 2018 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de locatie Esserheem te Veenhuizen afgewezen.

2.         De feiten

Klager is sinds 13 oktober 2016 gedetineerd. Hij verblijft in de penitentiaire inrichting (p.i.) Leeuwarden.

3.         De standpunten

3.1.      Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager verblijft al een jaar in de p.i. Leeuwarden en heeft daar problemen met medegedetineerden. Hij is bang voor terugval, terwijl hij juist recent is gepromoveerd. Klager wil de lascursus doen die in de locatie Esserheem wordt gegeven. Hij wil iets maken van zijn leven, maar vanuit de p.i. Leeuwarden lukt dat niet.

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Na zijn veroordeling is klager op 21 augustus 2017, conform zijn voorkeur, in de gevangenis van de p.i. Leeuwarden geplaatst. Uit het selectieadvies komt naar voren dat klager naar de locatie Esserheem wil om daar een agressieregulatietraining te volgen. In beroep voert hij aan een lascursus te willen doen. Een en ander is onvoldoende grond om klager over te plaatsen. Van problemen met medegedetineerden is niet gebleken.

4.         De beoordeling

De bestreden beslissing kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het al dan niet aangeboden worden van opleidingen vormt in beginsel geen selectiecriterium. De agressieregulatietraining die klager wenst te volgen is, met het oog op de einddatum van klagers detentie, vooralsnog niet geïndiceerd. Klagers stelling omtrent problemen met medegedetineerden is in het geheel niet nader toegelicht of onderbouwd. De reisafstand van de p.i. Leeuwarden naar Groningen, waar klagers familie vandaan komt, is niet zonder meer onredelijk. Klager is niet verstoken van bezoek. Gelet op het voorgaande zal het beroep ongegrond worden verklaard.

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, J.G.A. van den Brand en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van

P. de Vries, secretaris, op 8 augustus 2018.

 

 

 

 

            secretaris         voorzitter

 

Naar boven