Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-879, 24 juli 2018, beroep
Uitspraakdatum:24-07-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer:         R-879

Betreft:            […]      datum: 24 juli 2018

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van […], verder te noemen klager, gericht tegen een op 12 juli 2018 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, en van de overige stukken, waaronder de beslissing waartegen klager beroep heeft ingesteld.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

 

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 3 augustus 2018 te melden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Nieuwegein ongegrond verklaard.

 

2.         De feiten

Op 29 juni 2018 is klager opgeroepen zich op 3 augustus 2018 te melden in de p.i. Nieuwegein voor het ondergaan van veertien dagen gevangenisstraf. Op 3 juli 2018 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat op 12 juli 2018 ongegrond is verklaard.

 

3.         De standpunten

3.1.      Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager heeft voor 16 tot en met 19 augustus 2018 een opdracht voor een grote aannemer. Hij wil zich dus óf op 1 augustus 2018 al melden, óf pas op 20 augustus 2018. Door een eerdere detentie is klager al een andere klant kwijtgeraakt. Zonder de klant voor wie klager zich nu kan bewijzen, kan hij geen bedrijfje opstarten. Klager kan geen stukken overleggen, omdat hij met zakelijke partners niet over deze detentie wil spreken.

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. De noodzaak tot tenuitvoerlegging staat voorop. Klager heeft geen stukken overgelegd. De capaciteit van de p.i. Nieuwegein is niet toereikend om klager eerder te plaatsen.

 

4.         De beoordeling

4.1.      Klager heeft in beroep, anders dan in zijn initiële verzoek om uitstel, concreet aangeduid hoe en waarom zijn zakelijke belangen conflicteren met zijn melddatum. Hoewel hij geen stukken van zijn opdracht heeft overgelegd, is het bestaan van deze opdracht aannemelijk, onder meer omdat hij zelfs voorstelt zich eerder te melden. Het ligt vervolgens voor de hand dat deze opdracht van groot belang is voor klagers bedrijf en dat klagers huidige melddatum hiermee conflicteert.

4.2.      Voornoemde omstandigheden dienen te worden afgewogen tegen het belang klagers huidige melddatum in stand te houden. De noodzaak tot tenuitvoerlegging doorkruist klagers voorstel zich eerder te melden in elk geval niet, integendeel. Kort uitstel tot 20 augustus 2018 staat, nu dit klagers eerste verzoek om uitstel betreft en hij slechts een korte gevangenisstraf dient te ondergaan, in redelijke verhouding tot de noodzaak tot uitvoerlegging. De beroepscommissie zal het beroep daarom gegrond verklaren en de bestreden beslissing vernietigen. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen één week na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen één week na ontvangst daarvan. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van P. de Vries, secretaris, op 24 juli 2018.

 

 

 

 

 

 

            secretaris         voorzitter

 

 

 

Naar boven