Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/1538/SGA, 18 juli 2003, schorsing
Uitspraakdatum:18-07-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 03/1538/SGA

Betreft: [klager] datum: 18 juli 2003

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 18 juli 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de locatie Ooijerhoek van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Achterhoek te Zutphen.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde locatie, inhoudende dat klager gedurende de hem opgelegdeordemaatregel van plaatsing in afzondering niet mag deelnemen aan de gezamenlijke kerkdienst.

De voorzitter heeft voorts kennis genomen van de schriftelijke inlichtingen van de directeur d.d. 18 juli 2003. Aan de secretaris van de beklagcommissie is om inlichtingen gevraagd. De secretaris van de beklagcommissie nog niet opdit verzoek geantwoord.

1. De standpunten van verzoeker en van de directeur
Verzoeker heeft het verzoek schriftelijk toegelicht en daarbij aangevoerd dat verzoeker het vreemd vindt dat gedetineerden geen gezamenlijke kerkdienst mogen bezoeken als zij een disciplinaire straf of ordemaatregel ondergaan.Verzoeker wil graag duidelijkheid hierover en vraagt daarom om schorsing van de betreffende beslissing van de directeur, zodat hij op zaterdag 19 juli 2003 deel kan nemen aan de gezamenlijke kerkdienst.

Uit de inlichtingen van de directeur komt onder meer het volgende naar voren. Verzoeker verblijft in de afzonderingsafdeling van de locatie Ooyerhoek. Om die reden kan en mag hij niet deel nemen aan de gezamenlijke kerkdienst. Degeestelijk verzorgers zijn van deze regel op de hoogte en kunnen, indien gewenst, gedetineerden bezoeken in de afzonderingsafdeling.

2. De beoordeling
De secretaris van voormelde beklagcommissie heeft nog niet gereageerd op het verzoek van de voorzitter. Om die reden staat (nog) niet vast of daar een klaagschrift van verzoeker is ontvangen. Verzoeker heeft in zijnschorsingsverzoek te kennen gegeven op 17 juli 2002 een klaagschrift te hebben ingediend. De ervaring leert dat het enige dagen kan duren voor een klaagschrift bij de beklagcommissie ontvangen is. Gezien het voorstaande acht devoorzitter aannemelijk dat een klaagschrift is ingediend zodat verzoeker zal worden ontvangen in zijn verzoek.

De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan wordenonderzocht en beslist. Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is omthans over te gaan tot schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing.

Artikel 41 van de Pbw luidt – voor zover hier van belang – als volgt:
- 1. (...)
- 2. (...)
- 3. De directeur stelt de gedetineerde in de gelegenheid op in de huisregels vastgestelde tijden en plaatsen:
a. (...)
b. (...)
c. in de inrichting te houden godsdienstige of levensbeschouwelijke bijeenkomsten van zijn keuze bij te wonen. Artikel 23 is van overeenkomstige toepassing.
- 4. (...).
Artikel 23 van de Pbw luidt – voor zover hier van belang –:
- 1. De directeur kan een gedetineerde uitsluiten van deelname aan een of meer activiteiten:
a. indien dit in het belang van de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting dan wel van een ongestoorde tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming noodzakelijk is;
b. indien dit ter bescherming van de betrokken gedetineerde noodzakelijk is;
c. (...)
d. (...)
- 2. (...)
- 3. (...)

Het bepaalde in artikel 41 van de Pbw, gelezen in combinatie met het bepaalde in artikel 23 van de Pbw brengt naar het voorlopig oordeel van de voorzitter met zich mee dat voor het uitsluiten van een gedetineerde van deelname aaneen gemeenschappelijke kerkdienst een (individuele) belangenafweging moet worden gemaakt. Blijkens de reactie van de directeur worden alle gedetineerden die verblijven op de afzonderingsafdeling (standaard) uitgesloten van deelnameaan in de inrichting gehouden gemeenschappelijke kerkdiensten. Nu hier geen sprake is van een (individuele) belangenafweging die tot die uitsluiting heeft geleid, is die beslissing genomen in strijd met het bepaalde in het hiervoorgenoemde artikel 23 van de Pbw. Om die reden zal de voorzitter het verzoek toewijzen en de beslissing van de directeur, inhoudende dat verzoeker geen deel mag nemen aan de gemeenschappelijke kerkdienst, met onmiddellijke ingangschorsen.

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst met onmiddellijke ingang de beslissing van de directeur voorzover deze inhoudt dat verzoeker niet mag deelnemen aan de gemeenschappelijke kerkdienst.

Aldus gedaan door mr. J. Lamens, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 18 juli 2003.

secretaris voorzitter

Naar boven