Beleidsregel
De SVB hanteert bij de toepassing van de detacheringsbepalingen in
de bilaterale verdragen naar analogie het beleid dat wordt gehanteerd ten aanzien van
detachering binnen de EU (zie Deel II, Detachering, SB2139). In navolging van de arresten
van het HvJ EG in de zaken Fitzwilliam en Banks, en het onder meer op die arresten
gebaseerde Besluit nr. 181 van de Administratieve Commissie, gaat de SVB er dan ook van uit
dat een detacheringsverklaring die is afgegeven door het bevoegde orgaan van een
verdragsluitende partij, bindend is voor het orgaan van de andere partij. De
verzekeringspositie van een naar Nederland gedetacheerde werknemer wordt derhalve door de
SVB niet in afwijking van de door het buitenlandse orgaan afgegeven detacheringsverklaring
vastgesteld.
In een aantal verdragen is bepaald dat gezinsleden van
gedetacheerde werknemers en zelfstandigen onderworpen zijn aan dezelfde wetgeving als de
gedetacheerde. De SVB past deze bepalingen ook toe als het gezinslid voorafgaand aan de
detachering niet verplicht verzekerd was ingevolge die wetgeving. Als een ander voorschrift
uit het verdrag ertoe leidt dat het gezinslid onderworpen is aan de wetgeving van het land
waar de gedetacheerde zijn arbeid verricht, dan geeft de SVB toepassing aan dat voorschrift.
Van ‘medeverzekering’ van het gezinslid kan dan geen sprake zijn.
Het
verdrag met Japan kent in beginsel een detacheringstermijn van ten hoogste vijf jaar.
Daarnaast kent dit verdrag een bepaling op grond waarvan de bevoegde organen van de
verdragsluitende staten een langere detacheringstermijn overeen kunnen komen indien de
detachering langer duurt dan vijf jaar. De SVB staat na afloop van de termijn van vijf jaar
een verlenging met maximaal één jaar toe indien sprake is van bijzondere individuele
omstandigheden van de gedetacheerde werknemer of zelfstandige, dan wel aantoonbaar
onvoorziene zakelijke omstandigheden, die een verlenging van de detacheringstermijn
noodzakelijk maken.
Op grond van het verdrag met Canada zoals dat gold
tot 1 april 2004 was detachering mogelijk voor werknemers die werkzaamheden verrichten op
het Continentale Plat van Nederland of Canada. Op grond van het verdrag zoals dat geldt
vanaf 1 april 2004 is detachering voor werkzaamheden die worden verricht op het Continentale
Plat niet meer mogelijk. Hoewel de rechtsgrond voor detacheringen naar het Continentale Plat
is vervallen hanteert de SVB vanuit een oogpunt van rechtszekerheid het uitgangspunt dat
door de SVB afgegeven detacheringsverklaringen hun rechtskracht behouden totdat de termijn
waarvoor de verklaring is afgeven is verstreken.