Onderwerp: Bezoek-historie

Bijzonderheden voor de toepassing van de Anw (SB2156)
Geldigheid:24-03-2022 t/m Versie:vergelijk Status: Geldig vandaag

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Beleidsregel

Bijlage XI, Nederland, onder 3 Verordening (EG) nr. 883/2004 is van toepassing op de Anw. Als een overledene niet verzekerd was ingevolge de Anw op de datum van overlijden, kan het recht op een Nederlandse uitkering toch geopend worden als de overledene op die datum verzekerd was in een andere lidstaat en ook overigens wordt voldaan aan de voorwaarden voor ontvangst van een uitkering. . In een dergelijke situatie wordt de uitkering pro rata berekend op grond van artikel 52, eerste lid, onder b van Verordening (EG) nr. 883/2004.

Bijlage XI, Nederland, onder 3 Verordening (EG) nr. 883/2004 wordt door de SVB ook van toepassing geacht in de situatie van een pseudo-nabestaande. Op grond van artikel 4 Anw kan deze aanspraak maken op een nabestaandenuitkering mits daarop recht zou hebben bestaan als de gewezen echtgenoot zou zijn overleden op de datum van ontbinding van het huwelijk. Als die fictie alleen kan ontstaan door rekening te houden met verzekering in een andere lidstaat op de datum van huwelijksontbinding, dan berekent de SVB de uitkering pro rata. Dit doet de SVB ook als de overledene op datum van overlijden verzekerd was op grond van de Anw.

Uit het arrest Blottner van het Hof van Justitie van de Europese Unie volgt dat een overledene geacht wordt te hebben voldaan aan de voorwaarde van verzekering krachtens de Anw of de AWW als hij voor 1 oktober 1959 tijdvakken heeft vervuld als bedoeld in Bijlage XI, Nederland, onder 3, a Verordening (EG) nr. 883/2004. Dit blijkt uit een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 14 november 1990.

Als de overledene niet verzekerd was in het buitenland dan kan het recht op een Nederlandse nabestaandenuitkering nog geopend worden op het moment waarop de nabestaande een wettelijke nabestaandenuitkering uit een andere lidstaat gaat ontvangen. In sommige lidstaten geldt dat het recht op uitkering pas ingaat in de maand volgende op de maand van overlijden. Door de SVB wordt in die gevallen niettemin een nabestaandenuitkering toegekend met ingang van de maand van overlijden. 

Grondslag

artikel 51, lid 3, en bijlage XI, Nederland, onder 3 Vo. 883/2004

Wijzigingsbesluit Beleidsregels SVB maart 2022

Wet- en regelgeving

Naar boven