Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/0392/GA, 12 juni 2003, beroep
Uitspraakdatum:12-06-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/392/GA

betreft: [klager] datum: 12 juni 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 18 februari 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 31 januari 2003 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Nieuwegein te Nieuwegein,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 8 mei 2003, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam te Amsterdam, zijn gehoord klagers raadsman mr. A.M.P. Adank en [...], unit-directeur van de locatie Nieuwegein.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van veertien dagen, omdat klager herhaaldelijk in ernstige mate de rust en orde op de afdeling verstoort.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager is niet ter zitting verschenen, omdat hij ’s-morgens al voor transport werd opgehaald terwijl hij ’s-middags pas op de rol stond en hij geen zin had om al die tijd in een logeercel te zitten wachten. Hij verzoekt omaanhouding van de zaak. Ik refereer mij wat dit betreft aan het oordeel van de beroepscommissie.
Voor ik inhoudelijk op de beroepszaak in ga wil ik een procedureel punt aan de orde stellen. Klager is namelijk in januari 2003 zonder mij door de beklagrechter gehoord. Ik had ook moeten worden uitgenodigd.
Met betrekking tot de reden voor de maatregel van afzondering vraag ik mij af wat het beleid van de inrichting is in dezen. Was klager van tevoren gewaarschuwd? Het is onduidelijk gebleven wat er is gebeurd bij het kapot gaan van deruit. Is in geval van een vechtpartij, waarbij een ruit sneuvelt, sprake van een situatie waarbij de maat vol is?
Klager is verbolgen over de opmerking in de schriftelijke toelichting van de directeur dat hij met zeer veel stemverheffing zou praten. Als klager wat duidelijk wil maken en er wordt niet geluisterd, dan zal hij zijn standpuntkrachtig proberen over te brengen.

De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft vele malen de orde en rust op de afdeling verstoord. Hij is luidruchtig, vraagt veel aandacht en is moeilijk te corrigeren. Hij was al enkele malen op zijn eigen cel gezet. Hij accepteerde dan niet dat hij niet altijdde aandacht kan krijgen en uitte dit door luidruchtig te zijn en tegen de deur te bonken. Bij de vechtpartij tussen klager en een medegedetineerde is een ruit gesneuveld. Klager geeft toe de telefoonkaart uit het apparaat te hebbengetrokken en een rol te hebben gespeeld bij de vechtpartij. Daarom is hij in de isoleercel geplaatst. Dit incident was de spreekwoordelijke druppel die de emmer deed overlopen. Ik weet het niet meer zeker, maar ik neem aan dat ikklager heb gehoord, want als dat niet gebeurt, schrijf ik dat op de beschikking. Bij een maatregel wordt regelmatig met de gedetineerde gepraat om te kijken of de maatregel opgeheven kan worden. Dat is het verschil met een straf. Erzijn vele gesprekken met klager gevoerd, ook door het afdelingshoofd. Na de ordemaatregel is het echter weer misgegaan en toen is klager voorgesteld voor overplaatsing.

3. De beoordeling
Het verzoek van klager om de zaak aan te houden wordt afgewezen. Klager is de gelegenheid geboden om zijn standpunt ter zitting kenbaar te maken en het is zijn keuze om daar geen gebruik van te maken. Overigens acht deberoepscommissie zich voldoende geïnformeerd. In het midden kan blijven of de beklagcommissie een procedurele fout heeft gemaakt. In beroep vindt immers een volledig nieuwe behandeling plaats en voor die behandeling zijn zowelklager als zijn raadsman opgeroepen. De raadsman heeft zijn standpunt over de zaak ter zitting van de beroepscommissie kenbaar gemaakt.

Gelet op hetgeen uit de stukken en ter zitting naar voren is gekomen is de beroepscommissie van oordeel dat de beslissing van de directeur tot oplegging van een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voorde duur van veertien dagen niet in strijd is met de wet en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen evenmin als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Zij merkt hierbij op dat voldoende aannemelijk is gewordendat klager een aandeel heeft gehad in de vechtpartij met een medegedetineerde en dat hij zich voorafgaand aan dit incident reeds diverse malen ordeverstorend op de afdeling heeft gedragen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en mr. drs. A. Rook, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 12 juni 2003

secretaris voorzitter

Naar boven