Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/0138/GB, 7 maart 2003, beroep
Uitspraakdatum:07-03-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 03/138/GB

Betreft: [klager] datum: 7 maart 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 14 januari 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1980], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 23 december 2002 genomen beslissing van de selectiefunctionaris die op 10 januari 2003 aan klager is uitgereikt,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Zoetermeer ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 11 september 2001 gedetineerd. Hij verbleef sedert 26 juli 2002 in het huis van bewaring Zoetermeer. Op 26 november 2002 is hij geplaatst in de gevangenis Zoetermeer, waar een regime van algehele gemeenschapgeldt.

2.2. Klager ondergaat een gevangenisstraf van acht jaar met aftrek. De tenuitvoerlegging van deze straf is aangevangen op 10 juli 2002. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 9 januari 2007.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Dat klager niet eerder de familiebanden in deze penitentiaire inrichting heeft aangekaart is de keuze geweest van hem en zijn vriendin. Op dat moment dachten ze dat het allemaal wel zou meevallen en dat daarvan geen problemen zoudenkomen. Thans is de situatie buiten geëscaleerd. Klagers vriendin kan of mag hem hierdoor niet eens meer bezoeken. Het probleem speelt dus dieper in de familiesfeer en daar zijn klager en zijn vriendin nu de dupe van. Klager hoopt opeen betere beslissing.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Bij de selectie van klager voor de gevangenis Zoetermeer is rekening gehouden met zijn voorkeur. In de selectieadviezen wordt nergens gemeld dat er bezwaar zou bestaan tegen plaatsing van klager in die inrichting. Eerst in hetbezwaarschrift meldt klager dat zijn plaatsing in de gevangenis Zoetermeer niet wenselijk is vanwege het feit dat in die inrichting een familielid werkzaam zou zijn. Dit zou mogelijk vervelende consequenties kunnen hebben. Klagerverbleef inmiddels in de gevangenis Zoetermeer. Bij het bureau selectie- en detentiebegeleiding waren geen signalen van klager of de afdeling ontvangen over een eventueel in de inrichting werkzaam familielid. Tot aan 3 februari 2003had de selectiefunctionaris nog geen duidelijkheid over het waarheidsgehalte van de bewering van klager. Zolang klager niet aangeeft wie het betreffende personeelslid is en welke invloed dat personeelslid (bewust of onbewust) heeftop de door hem geschetste gebeurtenissen, is de selectiefunctionaris van mening dat hij terecht is geselecteerd voor de gevangenis Zoetermeer.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Zoetermeer is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is, nu klager voldoet aan de voor de onder 4.1 genoemde inrichting geldende criteria, niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van allein aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie merkt hierbij op dat klager ook in beroep geen duidelijkheid heeft verschaft over het familielid dat in de gevangenisZoetermeer werkzaam is en de problemen die zijn plaatsing aldaar kennelijk oplevert.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 7 maart 2003

secretaris voorzitter

Naar boven