Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/2278/GB, 14 februari 2003, beroep
Uitspraakdatum:14-02-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 02/2278/GB

Betreft: [klager] datum: 14 februari 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 28 oktober 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. L. vanDijk, advocaat te Den Haag, van

[...], geboren op [1980], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 21 oktober 2002 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis Alphen a/d Rijn ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1 Klager is sedert 13 februari 2001 gedetineerd. Hij verbleef sedert 14 maart 2002 in unit 1 Verslaafden Begeleidingsafdeling te Den Haag, een afdeling voor bijzondere opvang als bedoeld in artikel 20 van de Regeling selectie,plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna de Regeling). Sedert 20 augustus 2002 verbleef hij op de Verslavings Begeleidingsafdeling (VBA) Nieuw Vosseveld te Vught, een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap eneen normaal beveiligingsniveau bestemd voor dezelfde bijzondere opvang als bovenvermeld. Op 26 september 2002 is hij overgeplaatst naar de gevangenis Alphen a/d Rijn, een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap en eennormaal beveiligingsniveau.

2.2 Klager ondergaat gevangenisstraffen van respectievelijk 48 maanden met aftrek, 12 dagen met aftrek, 4 weken en 2 maanden. De tenuitvoerlegging van deze straffen is aangevangen op 12 maart 2002. De wettelijk vroegst mogelijkev.i.-datum valt op of omstreeks 2 december 2003.

3 De standpunten
3.1 Namens klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager meent dat zijn aanspraken zijn miskend en dat een onjuiste afweging van belangen heeft plaatsgevonden. De omstandigheden die aan de bestreden beslissing ten grondslag zijn gelegd doen zich in zijn geval niet voor, althansniet in een mate die de bestreden beslissing kunnen rechtvaardigen. Overigens zijn de omstandigheden die aan de beslissing op het bezwaarschrift ten grondslag zijn gelegd anders dan die aan de selectiebeslissing ten grondslag zijngelegd en zijn deze omstandigheden niet nader toegelicht. De bestreden beslissing is bovendien onzorgvuldig tot stand gekomen, nu eiser niet in de gelegenheid is geweest zijn bezwaren toe te lichten.

3.2 De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Op 16 september 2002 bracht de directie van de penitentiaire inrichting Vught een selectievoorstel uit om klager van de VBA af te plaatsen, omdat hij niet voldeed aan de inspanningsverplichting die van hem aldaar verwacht wordt.Klager is op 14 maart 2002 op de VBA geplaatst. Volgens de rapportage was klager in de beginperiode wat gesloten en maakt hij een achterdochtige en nerveuze indruk. Hij neemt geen initiatief richting de groepsleiding. Agressie isklagers grootste probleem en hierin heeft hij geen duidelijk inzicht. Hij is een stoere, breedlopende en zelfverzekerd ogende man die veel traint op fysieke kracht. Hij is niet aan te spreken op zijn houding en gedrag. Klager geefthet gevoel zich niet op zijn gemak te voelen op de VBA en hij geeft regelmatig aan dat hij de verkeerde keuze heeft gemaakt. Hij is besluiteloos en gemakkelijk te beïnvloeden, onverschillig naar de overige gedetineerden en hijvertoont passief verzet bij zaken die hem niet aanstaan. Bovenstaande is een contra-indicatie voor continuering van het verblijf van klager op de VBA. Hij ging akkoord met het voorstel tot herselectie.

4 De beoordeling
4.1 Artikel 20, eerste lid, van de Regeling bepaalt dat in de VBA gedetineerden kunnen worden geplaatst die een verslavingsproblematiek hebben en die in staat en bereid zijn van de geboden begeleiding bij deze problematiek gebruikte maken. Alvorens in een VBA te kunnen worden geplaatst moet de gedetineerde met succes een toeleidingsprogramma hebben afgerond.
In de toelichting op dit artikel wordt voor een uitgebreide omschrijving van de vormen van opvangmodaliteiten verwezen naar de productbeschrijvingen van het gevangeniswezen. Hierin is, naast de geldende selectiecriteria perinrichting of afdeling, nadere informatie te vinden over de doelgroep, het regime, het doel en de zorg in de inrichting of afdeling.
In de productbeschrijving van de VBA staat, voozover in beroep van belang, het volgende. Het doel van de VBA’s is het doorbreken van de verslaving (drugs, alcohol, gokken) en het oplossen van de aan verslaving gerelateerdeproblematiek zoals psychische en lichamelijke stoornissen en sociale achterstand. Het programma kent een trajectmatige opbouw dat in fases verloopt. Tijdens het verblijf op de VBA wordt met een groepsgerichte aanpak beoogd demotivatie te stimuleren waardoor de verslaving kan worden doorbroken. Deelname aan activiteiten in het dagprogramma is verplicht. Het niet deelnemen aan activiteiten is een contra-indicatie voor de geschiktheid en daarmee voor hetverblijf op de VBA. De zorg is gericht op bejegening waarbij individuele persoonskenmerken leidend zijn en heeft tot doel een bijdrage te vormen aan het persoonlijk welzijn. Het zorgaspect kan aanleiding zijn om gedetineerden doorte plaatsen naar interne of externe vervolgvoorzieningen. Daartoe zijn contactmomenten tussen gedetineerden en personeelsleden van groot belang. De contactmomenten hebben mede tot doel inzicht te krijgen in de persoons- engroepsstructuur, waarover de bevindingen worden weergegeven in gedragsrapportages. Mede op basis hiervan kan een passend selectieadvies tot stand worden gebracht en het individuele detentieplan worden bijgesteld.

4.2 Vast staat dat klager na een verblijf van vijf maanden op de VBA te Den Haag, sedert 20 augustus 2002 op de VBA te Vught verbleef. Uit de rapportage komt naar voren dat klager een drugsprobleem kent en in het verleden ook veelheeft gedronken en gegokt. Er blijkt niet van gebruik gedurende de detentie en klager is niet disciplinair gestraft. Gelet op het korte verblijf van klager op de VBA te Vught en de inhoud van de gedragsrapportage, getoetst aan deproductomschrijving van de VBA, is de beroepscommissie van oordeel dat vooralsnog niet gezegd kan worden dat klager niet heeft voldaan aan de inspanningsverplichting die van hem op de VBA verwacht mag worden. Met betrekking tot deopmerking dat klager akkoord zou zijn met de herselectie, wordt opgemerkt dat klager zulks betwist en niet heeft getekend voor de inhoud van het selectieadvies. Gelet op het vorenstaande moet de beslissing van deselectiefunctionaris bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal gegrond worden verklaard en de bestreden beslissing zal worden vernietigd. Deselectiefunctionaris zal worden opgedragen binnen twee weken een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak.
Nu de rechtsgevolgen nog ongedaan zijn te maken, acht de beroepscommissie geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op binnen twee weken een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 14 februari 2003

secretaris voorzitter

Naar boven