Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/2604/GB, 20 februari 2003, beroep
Uitspraakdatum:20-02-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 02/2604/GB

Betreft: [klager] datum: 20 februari 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 10 december 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1980], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 3 december 2002 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring (h.v.b.) voor psychologisch onvolwassenen Almere-Binnen te Almere ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1 Klager is sedert 5 september 2002 preventief gedetineerd. Vanuit het h.v.b. Demersluis te Amsterdam is hij op 13 december 2002 overgeplaatst naar het h.v.b. voor psychologisch onvolwassenen Almere-Binnen.

3 De standpunten
3.1 Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht. Klager vindt zichzelf niet geschikt voor een verblijf in een zogenoemde jovo-inrichting. Hij is volwassen, heeftsamengewoond en jarenlang gewerkt. Een verblijf tussen kinderachtige kinderen is niets voor hem. Daarnaast merkt hij op dat hij in verband met de bezoekmogelijkheden van zijn moeder, anders dan in de motivering van deongegrondverklaring van zijn bezwaarschrift is vermeld, wel degelijk een medische verklaring over de gezondheidstoestand van zijn moeder heeft overgelegd.

3.2 De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De directeur van het h.v.b. Demersluis heeft een eerste indicatiestelling uitgebracht over eventuele plaatsing van klager in het jovo-circuit. Omdat klager scoorde op „tekortkoming C“ (first-offender) is besloten hem te plaatsen inhet jovo-circuit. In het kader van de selectieprocedure heeft klager aangegeven bij voorkeur in Amsterdam te worden geplaatst. Mocht dat niet mogelijk zijn, dan in Almere.
Klagers stelling dat hij niet thuishoort in een jovo-inrichting en bang is verstrikt te zullen raken in de perikelen van aldaar verblijvende jongeren, wordt niet gestaafd met een verklaring van een psycholoog of een anderegedragsdeskundige van het h.v.b. Demersluis.
De door klager bedoelde medische verklaring is als gevolg van een communicatiestoornis op het bureau selectiefunctionarissen niet in de oordeelsvorming betrokken. Inmiddels heeft de selectiefunctionaris de verklaring gezien. Zou deinhoud van deze verklaring ten tijde van het nemen van de bestreden beslissing bekend zijn geweest, dan zou dit niet tot een andere beslissing hebben geleid. De reisafstand Amsterdam – Almere is acceptabel, terwijl uit de medischeverklaring niet blijkt dat klagers moeder niet tot reizen in staat is.

4 De beoordeling
4.1 Het h.v.b. voor psychologisch onvolwassenen Almere-Binnen is aangewezen als inrichting voor mannen met een standaardregime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau alsmede als inrichting voor bijzondereopvang als bedoeld in artikel 16 Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna de Regeling). Volgens dit artikel worden in inrichtingen of afdelingen voor de bijzondere opvang van psychologischonvolwassenen onder meer gedetineerden geplaatst die ouder zijn dan 17 jaar en die zich door hun gedrag kenmerken als psychologisch onvolwassen.
Uit het handboek voor de bijzondere opvang van psychologisch onvolwassen mannen binnen het gevangeniswezen (Ministerie van Justitie, Dienst Justitiële Inrichtingen, augustus 2001) kan worden afgeleid dat psychologischeonvolwassenheid zich in algemene zin kenmerkt door een gebrek aan vaardigheden die noodzakelijk zijn voor een goede persoonlijke ontwikkeling. Daarbij komt dat gedetineerden in de leeftijd van 16 tot (indicatief) 24 jaar zich in hetalgemeen in een relatief kwetsbare periode van hun ontwikkeling bevinden.
Om te bepalen of een gedetineerde gebaat is bij plaatsing in een inrichting voor psychologisch onvolwassenen of in een inrichting voor psychologisch volwassenen vindt indicatiestelling plaats.

4.2 Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd. Klager valt, gelet op artikel 16 van de Regeling aanhef en onder b,onder de categorie gedetineerden die in een inrichting voor psychologisch onvolwassenen kan worden opgenomen.

4.3 Klager is kort na de beslissing waarvan beroep 23 jaar geworden. De indicatiestelling voor jovo-plaatsing geeft slechts een positieve eindscore waar het betreft het zijn van first-offender, terwijl alle andere scores nietwijzen op de wenselijkheid van jovo-plaatsing. De enkele omstandigheid dat klager first-offender is, is mede gelet op zijn leeftijd onvoldoende om hem te plaatsen in een inrichting of afdeling voor de bijzondere opvang vanpsychologisch onvolwassenen. Klagers beroep zal dan ook gegrond worden verklaard en de selectiefunctionaris zal worden opgedragen om, met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie, een nieuwe beslissing te nemen. Deberoepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.N.E. Plooij, secretaris, op 20 februari 2003

secretaris voorzitter

Naar boven