Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/0253/GB, 29 maart 2016, beroep
Uitspraakdatum:29-03-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 16/253/GB

Betreft: [Klager] datum: 29 maart 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. L.J.L.M. Dacier, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 19 januari 2016 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem terug te plaatsen in de gevangenis van de locatie Sittard ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 13 februari 2014 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de locatie Sittard. Op 10 november 2015 is hij overgeplaatst naar Moveoo te Sittard in het kader van begeleid wonen. Op 23 november 2015 is hij terug geplaatst naar de
gevangenis van de locatie Sittard.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft verlofmomenten genoten bij Moveoo. Het is echter onjuist dat klager tijdens zijn verlof contrabande over de muur van de locatie Sittard heeft gegooid, zoals volgens de selectiefunctionaris op camerabeelden van de locatie Sittard te zien
zou
zijn. Klager was namelijk op de in de bestreden beslissing genoemde datum in Heerlen en kan derhalve onmogelijk op de camerabeelden te zien zijn. Klager heeft verzocht inzage te krijgen in de genoemde camerabeelden. Op dit verzoek is nimmer gereageerd
en klager heeft dan ook geen kennis kunnen nemen van de beelden. Uit het dossier blijkt niet waarvan klager daadwerkelijk wordt verdacht nu er slechts melding wordt gemaakt van ‘contrabande’. Klager is derhalve ten onrechte geselecteerd voor de
gevangenisafdeling van de locatie Sittard. Klager heeft zich steeds naar behoren gedragen, zoals wordt bevestigd in het selectieadvies van de directeur van de locatie Sittard van 23 november 2015. De terugplaatsing naar de locatie Sittard is dan ook
disproportioneel en staat de
resocialisatie van klager in de weg nu de behandeling bij Moveoo is gestaakt. Klager verzoekt te worden teruggeplaatst naar Moveoo of naar een vergelijkbare setting.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Uit camerabeelden van de locatie Sittard is gebleken dat klager tijdens een verlofmoment contrabande over de muur heeft gegooid bij de locatie Sittard. Dit is in strijd met de afspraken die met klager gemaakt zijn in het kader van zijn plaatsing bij
Moveoo. Reden waarom de selectiefunctionaris heeft besloten om klager terug te plaatsen naar de gevangenisafdeling van de locatie Sittard op grond van artikel 43, derde lid, van de Pbw.

De bestreden beslissing is op grond van artikel 31, zesde lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing (de Regeling) echter voorbehouden aan de directeur van de locatie Sittard. De selectiefunctionaris is verzocht de bestreden beslissing
in
te trekken en aan de directeur van de locatie Sittard is verzocht om alsnog een beslissing te nemen. Verzocht wordt om het beroep van klager gelet op het voorgaande niet ontvankelijk te verklaren.

4. De beoordeling
De beroepscommissie stelt op basis van de overgelegde stukken vast dat de beslissing tot terugplaatsing van klager naar de locatie Sittard is genomen door de selectiefunctionaris. Op grond van artikel 43, derde lid, van de Pbw in samenhang bezien met
artikel 31, zesde lid, van de Regeling was echter de directeur van de locatie Sittard bevoegd om, na instemming van de selectiefunctionaris, te beslissen tot terugplaatsing van klager naar de inrichting. De beslissing van de selectiefunctionaris tot
terugplaatsing van klager is dan ook onbevoegd genomen. Reeds hierom dient het beroep gegrond te worden verklaard en dient de bestreden beslissing te worden vernietigd. De beroepscommissie zal hiermee volstaan en de selectiefunctionaris niet opdragen
een nieuwe beslissing te nemen, nu deze bevoegdheid toekomt aan de directeur.

Ten overvloede overweegt de beroepscommissie dat vernietiging van de bestreden beslissing impliceert dat geen grondslag bestaat voor terugplaatsing van klager naar de locatie Sittard. Indien terugplaatsing van klager gewenst wordt geacht, is het aan de
directeur om daartoe te beslissen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, J.G.A. van de Brand en mr. W.F. Korthals Altes, leden, in tegenwoordigheid van L.L. Heikens, secretaris, op 29 maart 2016

secretaris voorzitter

Naar boven