Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/1143/GBC, 26 november 2002, beroep
Uitspraakdatum:26-11-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 02/1143/GBC (tegemoetkoming)

Betreft: [klager] datum: 26 november 2002

UITSPRAAK

van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw).

Door [...], verder klager te noemen, is beroep ingesteld tegen een op 30 mei 2002 genomen beslissing van de selectiefunctionaris waarbij het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenisNieuw Vosseveld II te Vught niet-ontvankelijk is verklaard.

Bij uitspraak van 25 oktober 2002 heeft de beroepscommissie het beroep gegrond verklaard en daarbij tevens bepaald dat zij in een afzonderlijke beslissing, na de selectiefunctionaris te hebben gehoord, zal bepalen of enigetegemoetkoming als bedoeld in artikel 73, vierde lid, juncto artikel 68, zevende lid, Pbw aan klager geboden is.

Bij brief van 11 november 2002 heeft de selectiefunctionaris zijn standpunt kenbaar gemaakt omtrent een eventueel aan klager toe te kennen tegemoetkoming.

Beoordeling
De selectiefunctionaris geeft aan dat klager materieel niet in zijn belangen is geschaad. Zowel in de BIBA waar klager voorheen verbleef als in de BGG-gevangenis wordt een regime van beperkte gemeenschap gevoerd. Klager heeft zichvanaf het begin tegen de mogelijkheid om in de BIBA noodzakelijke begeleiding te krijgen verzet. Ook in dit opzicht is klager materieel niet benadeeld. De selectiefunctionaris acht het dan ook niet noodzakelijk om klager eentegemoetkoming toe te kennen.

De beroepscommissie overweegt het volgende.
In voornoemde uitspraak van 25 oktober 2002 oordeelde de beroepscommissie dat de bestreden beslissing als onredelijk en onbillijk moet worden aangemerkt. Daarbij heeft de beroepscommissie overwogen dat gebleken was dat de bestredenbeslissing in eerste instantie zonder uitleg aan klager, die de Nederlandse taal niet beheerst en die heeft verklaard dat hij niet kan lezen en/of schrijven, is aangeboden. Op een later tijdstip is de beslissing vergezeld van eenduidelijke uitleg opnieuw aan klager aangeboden en vervolgens heeft klager de daarop volgende dag een bezwaarschrift doen indienen. De beroepscommissie was van oordeel dat onder die omstandigheden niet kon worden geoordeeld datklager in verzuim is geweest en het bezwaarschrift te laat heeft ingediend. Nu klager ook op de BIBA in een regime van beperkte gemeenschap verbleef en hij zich daar heeft verzet tegen de in de BIBA geboden begeleiding, is deberoepscommissie van oordeel dat klager in materieel opzicht niet benadeeld is en er geen termen aanwezig zijn om klager een tegemoetkoming toe te kennen.

Beslissing
De beroepscommissie kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 26 november 2002

secretaris voorzitter

Naar boven