Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/2688/GB, 22 oktober 2015, beroep
Uitspraakdatum:22-10-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 15/2688/GB

Betreft: [klager] datum: 22 oktober 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. C.L. Pas, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 6 augustus 2015 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager is, bijgestaan door zijn raadsvrouw, op 12 oktober 2015 door een lid van de Raad gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Groot Alphen ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 23 juli 2013 gedetineerd. Hij verbleef in de zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) van de locatie Ter Peel. Op 9 juli 2015 is hij, na tijdelijk in het h.v.b. van de locatie Roermond te hebben verbleven, geplaatst in de
gevangenis van de p.i. Groot Alphen, een normaal beveiligde inrichting.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt – zakelijk en samengevat weergegeven – toegelicht. Klager is momenteel nog gedetineerd in de p.i. Groot Alphen. Hij volgde een “schematherapie” bij Kairos. Vanuit de p.i. Groot Alphen kan klager de
therapie niet volgen. Klager wil dan ook graag naar een andere inrichting en hij verzoekt de beroepscommissie dan ook zijn zaak met spoed te behandelen.
Klager hoefde niet te werken op vrijdagen. In zijn contract bij de kringloopwinkel is opgenomen dat hij van maandag tot en met donderdag werkt. Hij had een mondelinge afspraak met zijn mentor dat hij op vrijdag naar de sportschool mocht. Klager was
niet
verplicht op vrijdag te gaan sporten, maar hij mocht wel de inrichting verlaten. In reactie op een schorsingsverzoek van 16 juli 2015 heeft de directeur aangegeven dat het klager niet was toegestaan om op vrijdag de z.b.b.i. te verlaten. De
selectiefunctionaris stelt echter dat klager op vrijdag wel de inrichting mocht verlaten. Het is steeds een ander verhaal. De inrichting heeft geen stukken aangeleverd met betrekking tot klagers traject. De selectiefunctionaris verandert ook ineens van
standpunt. Het lijkt erop dat de terugplaatsing moet worden goedgepraat. Klager werkte altijd al vier dagen. Ineens stond hij toch voor vijf dagen op de lijst, terwijl duidelijk was dat hij vier dagen werkte. Ook kreeg hij voor vijf dagen betaald, dit
was kennelijk een fout. Vervolgens stond hij weer voor vier dagen op de lijst, maar dit werd weer gewijzigd naar vijf. Klager heeft altijd op vrijdag met toestemming van de portier de inrichting verlaten en is ook steeds weer toegelaten door de
portier.
Alleen op 3 juli 2015 had klager, buiten medeweten van de inrichting, een afspraak met de politie. Klager heeft dit na afloop van de afspraak tegen de directeur gezegd, maar de directeur wilde niet luisteren. Klager heeft ook gezegd dat hij de andere
vrijdagen dat hij de inrichting verliet in de sportschool was. Hij heeft in bezwaar een verklaring van de eigenaar van de sportschool overgelegd waarin de eigenaar aangeeft dat klager veelvuldig de sportschool bezoekt en dat door een defect in het
registratiesysteem uit het registratiesysteem niet valt af te lezen of en wanneer klager in de sportschool is geweest. Klager heeft aan de directeur aangegeven dat de directeur bij de politie navraag kan doen over de afspraak op vrijdag 3 juli 2015.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt – zakelijk en samengevat weergegeven – toegelicht. Klager verbleef in de z.b.b.i. van de locatie Ter Peel. Gebleken is dat klager zich gedurende langere tijd, bij herhaling, niet
gehouden heeft aan zijn externe programma. De directeur van de z.b.b.i. stelde dan ook voor klager in een normaal beveiligde inrichting te plaatsen. Klager geeft aan dat er afspraken zouden zijn gemaakt tussen de eigenaar van de sportschool en klagers
mentor. Navraag door de selectiefunctionaris leert dat geconstateerd is dat klager meerdere vrijdagen op de sportschool, noch bij de kringloopwinkel aanwezig was. Naar aanleiding hiervan is klager gehoord door de directeur. Klager gaf aan dat hij op
vrijdag 3 juli 2015 in de middag een afspraak had met de politie. Waar klager die ochtend is geweest, is onbekend. Ook zou klager zijn gevraagd waar hij de andere vrijdagen was, waarop klager de directeur het antwoord schuldig is gebleven. In een
z.b.b.i. hebben gedetineerden een grote mate van verantwoordelijkheid. Klager heeft meerdere malen op vrijdag de inrichting verlaten. Men was in de veronderstelling dat hij of extra werk verrichtte of naar de sportschool was. Andere redenen voor zijn
afwezigheid op vrijdag heeft klager niet met het personeel besproken. Toen bleek dat klager niet in de sportschool of de kringloopwinkel was, is navraag gedaan. Hieruit bleek dat klager de week ervoor evenmin in de sportschool of de kringloopwinkel
aanwezig was. Ook het gesprek met de politie plande klager buiten medeweten van het personeel.

4. De beoordeling
4.1. Uit het selectieadvies van 6 juli 2015 volgt dat de directeur van de z.b.b.i. de selectiefunctionaris heeft geadviseerd klager terug te plaatsen in een normaal beveiligde inrichting. Door een personeelslid van de inrichting zou zijn
geconstateerd dat klager op 3 juli 2015 niet aanwezig was bij de sportschool en ook niet bij de kringloopwinkel, terwijl hij hier volgens de gegevens met betrekking tot zijn traject wel aanwezig had moeten zijn. Volgens de directeur bleek uit nader
onderzoek dat klager al meerdere vrijdagen niet bij de kringloopwinkel of bij de sportschool zou zijn geweest.

4.2. De beroepscommissie constateert dat er onduidelijkheid bestaat over de invulling van het vrijdagse programma van klager. Gebleken is dat hij voorafgaand aan 3 juli 2015 de inrichting verliet en dat het tijdstip van terugkomst telkens door de
portier werd genoteerd. Of hij steeds op vrijdags de sportschool bezocht, waarvoor hij in elk geval toestemming had van de inrichting, is mede vanwege de gebrekkige registratie aldaar niet komen vast te staan. Voor wat betreft vrijdag 3 juli 2015 is
achteraf komen vast te staan dat klager die dag een vertrouwelijke afspraak met de politie had, die hij tevoren niet in de inrichting heeft gemeld. Gelet op de aard van deze afspraak acht de beroepscommissie dit enkele feit echter onvoldoende voor
terugplaatsing.
Onder deze omstandigheden is onvoldoende komen vast te staan dat klager zich op verschillende vrijdagen niet in de sportschool heeft bevonden of anderszins afspraken niet is nagekomen.

Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard, de bestreden beslissing zal worden vernietigd en de selectiefunctionaris worden opgedragen om binnen twee weken een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak. De beroepscommissie zal
in een afzonderlijk beslissing bepalen of enige tegemoetkoming aan klager geboden is.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij zal in een afzonderlijke beslissing bepalen of enige tegemoetkoming aan klager geboden is.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 22 oktober 2015

secretaris voorzitter

Naar boven