Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/1464/SGA, 18 mei 2015, schorsing
Uitspraakdatum:18-05-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer : 15/1464/SGA
Betreft : [verzoeker] datum: 18 mei 2015

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde inrichting van 1 mei 2015, inhoudende de plaatsing van verzoeker in het
basisprogramma (degradatie).

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 7 mei 2015 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 15 mei 2015.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.
De directeur heeft in zijn reactie aan de voorzitter vermeld dat in het selectieadvies van de inrichting van herkomst, de locatie Norgerhaven te Veenhuizen, niet is geadviseerd om verzoeker in een basis- dan wel plusprogramma te plaatsen en dat
verzoeker – nu hij tevens niet bekend was binnen de p.i. Vught – dientengevolge is geplaatst in het basisprogramma. Omtrent het programma waarin verzoeker in de locatie Norgerhaven verbleef, heeft de directeur blijkbaar geen inlichtingen ingewonnen.
Uit
ambtshalve bij de locatie Norgerhaven ingewonnen inlichtingen is de voorzitter gebleken dat verzoeker in die inrichting in een plusprogramma verbleef. Gelet hierop is de beslissing van de directeur om verzoeker desondanks en zonder dat daarvoor
blijkbaar enige aanleiding bestond te degraderen naar het basisprogramma – naar het voorlopig oordeel van de voorzitter – onredelijk. Het verzoek zal daarom worden toegewezen.

De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur met onmiddellijke ingang tot het moment dat de beklagcommissie op het onderliggende beklag zal hebben beslist.

Aldus gedaan door mr. A. van Waarden, voorzitter, in tegenwoordigheid van R. Boerhof, secretaris,
op 18 mei 2015

secretaris voorzitter

Naar boven