Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/0081/TB, 10 juli 2015, beroep
Uitspraakdatum:10-07-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/81/TB

betreft: [klager] datum: 10 juli 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R. Polderman, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 8 januari 2015 van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 12 juni 2015, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. R. Polderman, en namens de Staatssecretaris, [...], werkzaam bij de Dienst
Justitiële Inrichtingen van het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft het verzoek van klager tot overplaatsing naar een andere tbs-inrichting, bij voorkeur Hoeve Boschoord, afgewezen.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Op 5 januari 2011 is klager opgenomen in FPC Veldzicht te Balkbrug. Klager is op 29 januari 2014 overgeplaatst naar
FPC De Rooyse Wissel te Venray (hierna: De Rooyse Wissel). Bij brieven van 25 november 2014 en 18 december 2014 is namens klager verzocht om overplaatsing van klager naar een andere tbs-inrichting, bij voorkeur Hoeve Boschoord. De Staatssecretaris
heeft
dit overplaatsingsverzoek bij brief van 8 januari 2015 afgewezen.

3. De standpunten
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager heeft om overplaatsing verzocht omdat hij wil worden geplaatst in een inrichting die in de nabijheid van zijn netwerk ligt. Plaatsing in de buurt van zijn netwerk vergroot klagers kansen
op resocialisatie. Zijn netwerk woont in de omgeving van Lelystad en Almere. Klager wil bij voorkeur in Hoeve Boschoord worden geplaatst. Klagers vader heeft te kennen gegeven dat hij best op bezoek wil komen maar niet in staat is lange afstanden te
rijden. In dit verband wordt verwezen naar het Beleidskader Plaatsing TBS dwang 2014 waarin is bepaald dat regionale plaatsing uitgangspunt is. Het overplaatsingsverzoek is mede ingegeven door het feit dat de behandelrelatie tussen klager en De Rooyse
Wissel verstoord is. Het aangaan van een werk- of behandelrelatie met het behandelteam vindt klager niet zinvol.

Namens de Staatssecretaris is inzake het beroep het volgende standpunt ingenomen. Uitgangspunt van het Beleidskader Plaatsing TBS dwang 2014 is dat een verpleegde wordt geplaatst in de regio van herkomst mits de voor hem geëigende voorzieningen in die
regio beschikbaar zijn. Dit laatste is hier niet het geval. Klager behoort tot de categorie verpleegden met een verstandelijke handicap. Hoeve Boschoord heeft weliswaar een afdeling voor verpleegden met een verstandelijke handicap, maar beschikt niet
over de voorzieningen die nodig zijn voor de specifieke doelgroep waartoe klager behoort, zo is gebleken uit navraag bij Hoeve Boschoord. Klager kan dus niet in Hoeve Boschoord worden geplaatst. Een overplaatsing naar een andere inrichting die wel over
de voor klager geëigende voorzieningen beschikt is niet geïndiceerd. De ontevredenheid van klager over zijn behandeling komt voort uit zijn complexe problematiek. Door gebrek aan inzicht in zijn eigen problematiek overschat klager zichzelf, waardoor de
kans op conflicten groot is. Klager kan dan impulsief reageren. Zo heeft hij in Veldzicht meermalen zijn behandeling gestaakt en ook daar meermalen om overplaatsing gevraagd. In Veldzicht kon de behandeling wel steeds weer worden opgestart. De
behandeling in De Rooyse Wissel kent een vergelijkbaar verloop als in Veldzicht. Klager heeft zijn hoop op overplaatsing gevestigd, richt zich daardoor niet op samenwerking met De Rooyse Wissel en weigert behandeling. Overplaatsing naar een andere
inrichting zal naar verwachting eenzelfde behandelverloop te zien geven. Door klager duidelijkheid te blijven geven over het feit dat overplaatsing geen optie is en over wat er nodig is voor een volgende stap in zijn behandeltraject, verwacht De Rooyse
Wissel het contact met klager te kunnen herstellen en de behandeling verder te kunnen vormgeven. Dit zal wel een proces van vallen en opstaan zijn. Uit inlichtingen van De Rooyse Wissel blijkt dat het inmiddels iets beter met klager gaat en dat hij
heeft gezegd te zullen starten met therapieën als zijn overplaatsingsverzoek wordt afgewezen. Overigens is gebleken dat klagers netwerk ervoor heeft gekozen slechts telefonisch contact met klager te onderhouden.

4. De beoordeling
Bij de overplaatsing van ter beschikking gestelden dient de Staatssecretaris, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en
b) de eisen die de behandeling van de ter beschikking gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.

Klager heeft verzocht om overplaatsing naar een andere tbs-inrichting, bij voorkeur Hoeve Boschoord, omdat hij wil worden geplaatst in een inrichting in de nabijheid van zijn netwerk en herkomstregio (Lelystad/Almere) en omdat sprake is van een
verstoorde behandelrelatie tussen hem en zijn behandelaren in De Rooyse Wissel.

Voor zover klagers verzoek ziet op een overplaatsing naar Hoeve Boschoord overweegt de beroepscommissie het volgende. Uitgangspunt van het Beleidskader Plaatsing TBS dwang 2014 van 22 januari 2014 (hierna: het Beleidskader) is dat de tbs-gestelde
geplaatst wordt in een kliniek binnen de eigen regio, tenzij sprake is van een contra-indicatie. Een ander criterium dat blijkens het Beleidskader bij (over)plaatsingen in acht moet worden genomen is dat de zorg moet passen bij de zorgbehoefte van de
verpleegde. In klagers geval is sprake van een contra-indicatie voor regionale plaatsing als bedoeld in het Beleidskader. Klager behoort namelijk tot de categorie verpleegden met een verstandelijke handicap en kan om die reden slechts geplaatst worden
in een beperkt aantal tbs-inrichtingen. Hoewel Hoeve Boschoord beschikt over een afdeling voor verstandelijk gehandicapte verpleegden, heeft de Staatssecretaris – onbestreden – aangevoerd dat uit navraag bij Hoeve Boschoord is gebleken dat Hoeve
Boschoord niet beschikt over de voorzieningen die nodig zijn voor de specifieke doelgroep (binnen de categorie verpleegden met een verstandelijke handicap) waartoe klager behoort. Op grond van het bovenstaande concludeert de beroepscommissie dat een
overplaatsing van klager naar Hoeve Boschoord niet tot de mogelijkheden behoort.

Voor zover klagers verzoek ziet op een overplaatsing naar een andere tbs-inrichting die wel beschikt over de voor hem geëigende voorzieningen overweegt de beroepscommissie het volgende. Uit de brief van De Rooyse Wissel van 7 januari 2015 komt naar
voren dat klagers behandeling in De Rooyse Wissel moeizaam verloopt omdat klager vanuit onvrede over zijn behandeling verdere behandeling weigert en zijn hoop heeft gevestigd op overplaatsing. Volgens De Rooyse Wissel is een en ander het directe gevolg
van klagers complexe problematiek en is sprake van herhaling van het behandelverloop in Veldzicht. Ook in Veldzicht heeft klager uit onvrede – die voorkomt uit zijn complexe problematiek – meermalen zijn behandeling gestopt en een overplaatsing geëist.
In Veldzicht kon de behandeling wel steeds weer worden opgestart. De Rooyse Wissel heeft te kennen gegeven dat zij nog mogelijkheden ziet om het contact met klager te herstellen en om de behandeling verder vorm te geven. Voorts schat De Rooyse Wissel
in
dat een overplaatsing naar een andere kliniek eenzelfde behandelverloop te zien zal geven, hetgeen tot een (nog) verdere vertraging van klagers behandeling zal leiden.
Op grond van het vorenstaande komt de beroepscommissie tot het oordeel dat het niet in het belang van klagers behandeling is hem thans over te plaatsen naar een andere tbs-inrichting en dat behandelinhoudelijke redenen bestaan om klagers verblijf in De
Rooyse Wissel te continueren. Hetgeen klager heeft aangevoerd omtrent de bezoekmogelijkheden van zijn vader kan niet tot een ander oordeel leiden nu behandelinhoudelijke argumenten in dit stadium prevaleren.

Gezien het vorenstaande kan de beslissing tot afwijzing van het verzoek van klager tot overplaatsing, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep derhalve
ongegrond verklaren.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. J.M.L. Niederer en prof. dr. B.C.M. Raes, leden, in tegenwoordigheid van mr. F.A. Groeneveld, secretaris, op 10 juli 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven