Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/0095/GB, 22 januari 2015, beroep
Uitspraakdatum:22-01-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 15/95/GB

Betreft: [klager] datum: 22 januari 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. F.A. Donkers, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 8 januari 2015 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 26 januari 2015 te melden in de locatie Sittard ongegrond verklaard.

2. De feiten
Op 22 december 2014 is klager opgeroepen zich op 26 januari 2015 te melden in de locatie Sittard voor het ondergaan van 103 dagen gevangenisstraf. Op 7 januari 2015 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat op 8 januari 2015 ongegrond is
verklaard.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt – zakelijk weergeven – toegelicht. Bij de beslissing tot schorsing van de preventieve hechtenis is de voorwaarde gesteld dat klager een klinische opname ondergaat. De klinische opname is gerealiseerd tussen
29 augustus 2013 en 15 februari 2013. De opname heeft 70 dagen geduurd. Aansluitend is er een ambulant traject gestart dat tot op heden voortduurt. De behandeling was primair gericht op middelenproblematiek, meer in het bijzonder alcoholgebruik. Na het
op 10 juni 2012 gepleegde delict is klager niet meer teruggevallen in het gebruik van middelen en het plegen van strafbare feiten. Thans staat klager onder behandeling bij een psychiater, de heer. C. Verder wordt hij begeleid door een psycholoog.
Klager
vreest dat als op dit moment de vrijheidsstraf ten uitvoer wordt gelegd, de bereikte resultaten teniet gedaan zullen worden. Hij had gehoopt dat hij in een zeer beperkt beveiligde inrichting zou worden geplaatst. Op grond van de Regeling selectie,
plaatsing en overplaatsing gedetineerden neemt de selectiefunctionaris een beslissing met inachtneming van de voorwaarde dat de plaatsing zoveel mogelijk dienstbaar wordt gemaakt aan de voorbereiding van de terugkeer in de maatschappij. Gelet op het
behandeltraject dat heeft plaats gevonden, staat vast dat klager zorg nodig heeft. Klager is dan ook van mening dat hij op een Extra Zorg Voorziening dient te worden geplaatst. Hij betwijfelt of daar bij de selectiebeslissing voldoende aandacht voor is
geweest. Klager verwijst naar het ten behoeve van de rechtszitting opgestelde reclasseringsrapport. Hij is kwetsbaar en lijkt, gelet op zijn geestelijke en lichamelijke gesteldheid, niet te kunnen functioneren in een reguliere inrichting.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt – zakelijk weergeven – toegelicht. Klager is opgeroepen voor de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in een inrichting in de buurt van zijn woonplaats. Klager heeft geen andere
bewijsstukken van zijn klachten overgelegd dan de rapportage van de reclassering uit 2013. Uit telefonische inlichtingen bij klagers behandelaar, de heer C., is naar voren gekomen dat klager had gehoopt op een taakstraf of elektronische detentie in
plaats van een gevangenisstraf. De behandelaar heeft geen factoren genoemd die aan detentie in de weg staan. Voor zover klager heeft aangevoerd op een EZV geplaatst te willen worden, voert de selectiefunctionaris aan dat een dergelijke voorziening in
de
locatie Sittard aanwezig is. Klager kan bij het intakegesprek bij de medische dienst van de inrichting aangeven dat hij in aanmerking wenst te komen voor plaatsing op de EZV.

4. De beoordeling
4.1. De locatie Sittard is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Klager heeft verzocht om uitstel van zijn meldplicht in verband met de behandeling die hij ondergaat. Hij vreest dat door de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf op dit moment de resultaten van zijn behandeling teniet worden gedaan. De
omstandigheid dat klager psychische en lichamelijke klachten heeft en wordt behandeld, vormt naar het oordeel van de beroepscommissie, nu klager zijn klachten onvoldoende feitelijk heeft onderbouwd, geen reden om klager uitstel van zijn meldplicht te
verlenen. Voorts is per 10 september 2013 de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (Stcrt. Nr. 25079) gewijzigd waardoor de verplichting is vervallen zelfmelders bij een eerste plaatsing in een b.b.i. te plaatsen. Vanaf 1
maart
2014 worden zelfmelders in het plusprogramma van een normaal beveiligde inrichting geplaatst. Gelet hierop kon de selectiefunctionaris in redelijkheid besluiten klager op te roepen voor een normaal beveiligde inrichting. De beslissing tot plaatsing op
een EZV is een beslissing van de directeur van de inrichting en niet van de selectiefunctionaris. Klager kan dan ook bij binnenkomst in de inrichting verzoeken om op de EZV geplaatst te worden. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 22 januari 2015

secretaris voorzitter

Naar boven