Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/3549/GA, 30 oktober 2014, beroep
Uitspraakdatum:30-10-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/3549/GA

betreft: [klager] datum: 30 oktober 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. F. van Baarlen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een voorgenomen beslissing van 23 september 2014 van de directeur van het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam Over-Amstel

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de directeur van voornoemde p.i. verzocht te reageren op het beroep alsmede de aan de bestreden beslissing ten grondslag liggende stukken te zenden naar het secretariaat van de Raad.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
Het beroep betreft de voorgenomen beslissing van de directeur van 23 september 2014 inhoudende dat klager zal worden verplicht tot het ondergaan van een geneeskundige behandeling als bedoeld in artikel 46d, aanhef en onder a, van de Pbw (hierna:
a-dwangbehandeling).

2. De beoordeling
Op 23 september 2014 heeft de directeur kenbaar gemaakt dat hij voornemens is met ingang van 26 september 2014 ten aanzien van klager een a-dwangbehandeling toe te passen. Op 25 september 2014 heeft klagers raadsvrouw beroep tegen die voorgenomen
beslissing ingesteld alsmede een verzoek tot schorsing van de voorgenomen beslissing ingediend.

Tegen een voorgenomen beslissing als bedoeld in artikel 22e, eerste lid, van de Penitentiaire maatregel staat geen beroep op grond van artikel 72, derde lid, van de Pbw open. Enkel tegen een definitieve beslissing tot toepassing van a-dwangbehandeling,
als bedoeld in artikel 46e, eerste lid, van de Pbw, kan op grond van artikel 72, derde lid, van de Pbw rechtstreeks beroep worden ingesteld (vgl. beroepscommissie 3 december 2013, 13/2616/GA). Klager zal daarom in zijn beroep niet-ontvankelijk worden
verklaard.

3. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. A. van Holten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. F.A. Groeneveld, secretaris, op 30 oktober 2014

secretaris voorzitter

Naar boven