Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/0791/TA, 2 september 2002, beroep
Uitspraakdatum:02-09-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 02/791/TA

betreft: [klager] datum: 2 september 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennis genomen van een op 16 april 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 4 april 2002 van de beklagcommissie bij het Forensisch Psychiatrisch Centrum Veldzicht te Balkbrug, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 juni 2002, gehouden in de locatie Nieuwegein te Nieuwegein is gehoord namens het hoofd van de inrichting mevrouw [...], plaatsvervangend afdelinghoofd ICU. Hiervan is het aangehechte verslagopgemaakt.
Klager is abusievelijk niet door Dienst Vervoer en Ondersteuning opgehaald voor de zitting van de beroepscommissie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 23 juli 2002, gehouden in locatie Ooyerhoek te Zutphen, zijn gehoord klager en namens het hoofd van de inrichting mevrouw [...] voornoemd. Hiervan is het aangehechte verslag opgemaakt.

De raadsman, mr. J. Boksem, heeft schriftelijk bericht niet ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de beslissing d.d. 16 januari 2002 tot voortzetting van klagers verblijf op de afdeling intensieve zorg (ICU-afdeling) wegens vluchtgevaar.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Klager heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Vorige week is opnieuw beslist dat het verblijf op de ICU-afdeling op dezelfde grond wordt voortgezet. De levertijd van de inmiddels bestelde hekken is anderhalf à twee jaar. Klager heeft het hoofd van de inrichting de beloftegedaan niet weer te ontvluchten, mits een aantal wezenlijke dingen verandert. Laatstgenoemde heeft ten overstaan van klager erkend dat het behandelteam van Zuid in zijn werkwijze grote fouten heeft gemaakt, mede ten gevolge waarvanklager is ontvlucht. Ten aanzien van klager bestaat thans geen groter vluchtrisico dan van andere verpleegden. Van zijn wens om vanaf de ICU-afdeling te resocialiseren komt niets terecht. Het doel van verblijf op een afdeling alsgenoemd is stabilisering, doch dat is in zijn geval niet van toepassing.
Hij heeft geen enkele moeite met het volgen van de eerste verslavingsmodule op de afdeling Zuid. Hij heeft zes jaar geen harddrugs gebruikt en rookt thans gemiddeld eenmaal per jaar een joint. De tweede en derde module mag hij nietvolgen, omdat daarbij het delictpreventieplan en zijn resocialisatie in beeld komen. Klager heeft geen problemen op de afdeling van verblijf, maar hij maakt bezwaar tegen de beperkingen en de geringere mogelijkheden aldaar voor zijnbehandeling. Hij heeft eerder twee modules 'houtbewerking met de hand' gedaan. Zijn verzoek om vervolgens de module 'mechanische houtbewerking' te doen is wegens verblijf op de ICU-afdeling afgewezen. Hij zit gedurende een forsaantal blokken achter de deur, welke hij op Zuid zou mogen werken.
Klager betwist de stelling namens het hoofd van de inrichting ter zitting van 6 juni 2002 dat zijn verblijf op de ICU-afdeling een provisorische plaatsing betreft, alsmede dat hij ruimschoots wordt gecompenseerd voor zijn verblijfaldaar. Gelet op het feit dat de aanvankelijk in augustus 2001 te plaatsen hekken thans nog niet zijn aangebracht, is deze plaatsing structureel. De hekken van Zuid 4 zijn identiek aan die van de ICU-afdeling. Het enige verschiltussen beide afdelingen is het vastlopen van klagers behandeling: zijn kernproblematiek wordt niet behandeld. De behandelingscoördinator acht hem op korte termijn binnen een gesloten afdeling niet meer delictgevaarlijk. Binnenkortzal een risicotaxatietest worden afgenomen met het oog op zijn delictgevaarlijkheid op langere termijn. Hoewel klager tevreden is met het voornemen hem ongestoord bezoek en voetballen toe te staan acht hij het onjuist dat niet wordtgewerkt aan zijn kernproblematiek.

Namens het hoofd van de inrichting is het standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep als volgt toegelicht.
Het is onbekend wanneer de inmiddels voor de afdeling Zuid bestelde hekken zullen worden geplaatst. Tot aan deze plaatsing zal klagers verblijf op de ICU-afdeling worden gecontinueerd wegens zijn onverminderde vluchtgevaarlijkheid.Niet de gehele afdeling Zuid beschikt over het nodige hekwerk, zodat deze afdeling onvoldoende beveiligd is.
In het DSB is recent besproken klager opnieuw enkele vrijheden te verlenen, die uitgesloten zijn op de ICU-afdeling, namelijk ongestoord bezoek en voetballen. Vandaag zal dat in het team besproken worden. Voorts wordt gesproken overpsychotherapie en het voeren van relatiegesprekken. Klager wordt dagelijks behandeld door het ICU-team. Er is inmiddels een stamkaart gemaakt, waarop de doelen zijn omschreven. Van stagnering van de behandeling is dan ook geensprake.
Anders dan in het verslag van de zitting van 6 juni 2002 staat, vindt de houtbewerking niet op Zuid plaats. Klager is meer van de ICU-afdeling dan hij daar aanwezig is. Hij volgt op Zuid gedurende anderhalf à twee uur per week deverslavingsmodule, een vorm van groepstherapie. Daarnaast werkt hij op de houtbewerking.
Weliswaar is zijn delictgevaarlijkheid verminderd, maar op grond van zijn verslavings- en persoonlijkheidsproblematiek is de toekomstige ontwikkeling in dezen onzeker. Ingeval de risicotaxatietest gunstig voor klager uitvalt zullenvermoedelijk een extra STB en DSB worden gehouden met mogelijk een nieuwe beslissing omtrent het verblijf op de ICU-afdeling.
Met betrekking tot de op klager van toepassing zijnde beperkingen wordt desgevraagd namens het hoofd van de inrichting verklaard dat de inrichting bereid is op schrift te stellen, welke beperkingen voortkomen uit behandel- en welkeuit veiligheidsoverwegingen.

3. De beoordeling
Ingevolge artikel 32, eerste lid, Bvt kan het hoofd van een inrichting een verpleegde op een als zodanig aangewezen afdeling voor intensieve zorg plaatsen, indien dit noodzakelijk is met het oog op één van de volgende belangen:
a) de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de verpleegde voor de veiligheid van anderen dan de verpleegde of de algemene veiligheid van personen of goederen;
b) de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting;
c) de afwending van ernstig gevaar voor de gezondheid van de verpleegde.

Uit de Memorie van toelichting bij dit artikel blijkt dat de afdeling voor intensieve zorg is bedoeld voor verpleegden die (nog) niet in staat zijn om te profiteren van een leefgroepsituatie, waarin zich voortdurend allerlei socialeleermomenten voordoen. Voorts blijkt dat dit artikel gelijkluidend is aan artikel 5 van de Tijdelijke regeling van de rechtspositie van ter beschikking gestelden (Trt), met dien verstande dat de gronden voor plaatsing op eendergelijke afdeling zijn aangepast aan de in de Bvt gebezigde beperkingsgronden. De in het eerste lid van artikel 5 Trt genoemde belangen op grond waarvan plaatsing op een afdeling voor intensieve zorg wordt vereist zijn dehandhaving van de orde en veiligheid in de inrichting, het tegengaan van gevaar voor vlucht, alsmede ter afwending van gevaar voor ernstige schade aan de gezondheidstoestand van betrokkene.
De beroepscommissie is van oordeel dat vluchtgevaar is aan te merken als een belang ex artikel 32, eerste lid, Bvt.

Vast staat dat klager in de loop der jaren een aantal pogingen heeft gedaan justitiële inrichtingen te ontvluchten en uit verscheidene inrichtingen daadwerkelijk is ontvlucht, laatstelijk in februari 2001 uit de huidige inrichtingvan verblijf, welke gebeurtenis heeft geleid tot de beslissing klager op de ICU-afdeling te plaatsen.
Op 16 januari 2002 is de beslissing tot klagers verblijf op de ICU-afdeling in het kader van de veiligheid, meer specifiek het voorkomen van vlucht, verlengd, anders dan het voorstel van het behandelteam d.d. 18 december 2001 om deICU-plaatsing op te heffen bij gebreke van enige aanleiding in klagers gedrag tot verblijf op deze afdeling. Wel vindt het behandelteam het nog aanwezige vluchtgevaar een punt van blijvende zorg, waardoor het van groot belang iszicht te blijven houden op hetgeen rondom klager gebeurt. Het hoofd van de inrichting heeft bij de onderwerpelijke beslissing het vluchtgevaar zwaarder doen wegen dan klagers belang van plaatsing op een reguliere, voor behandelingvan zijn verslavings- en persoonlijkheidsproblematiek meer aangewezen afdeling. Eerst na plaatsing van hekwerk op de verslavingsafdeling Zuid zal klagers verblijf op de ICU-afdeling en overplaatsing naar de afdeling Zuid wordenheroverwogen.

Aan klagers verblijf op de ICU-afdeling liggen geen behandelinhoudelijke overwegingen ten grondslag, doch slechts zijn voortdurende vluchtgevaarlijkheid, welk risico klager ter zitting niet erkent.
Op grond van de stukken en het ter zitting verhandelde is aannemelijk geworden dat klagers vluchtgevaarlijkheid voortduurt. Voorts is aannemelijk geworden dat er thans voor klager (nog) geen geschiktere, voldoende beveiligdeafdeling binnen de inrichting beschikbaar is. Klager wordt in de gelegenheid gesteld deel te nemen aan een beperkt aantal voor hem geïndiceerde behandelvormen, die gewoonlijk niet worden aangeboden aan op de ICU-afdelingverblijvende verpleegden. Gelet op het voortduren van het vluchtrisico ten aanzien van klager is de beroepscommissie van oordeel dat de bestreden beslissing van het hoofd van de inrichting niet in strijd is met de wet, noch bijafweging van alle in aanmerking komende belangen onredelijk of onbillijk moet worden geacht. Hierbij neemt de beroepscommissie in aanmerking dat de inrichting ernaar streeft om klager onder de onderhavige omstandigheden eenbehandelaanbod te doen dat zoveel mogelijk overeenkomt met dat van de afdeling Zuid.
De beroepscommissie wijst er nog wel op dat onduidelijk is of en zo ja welke beperkingen in de geïndiceerde behandeling haar grondslag vinden in klagers vluchtgevaarlijkheid, dan wel in de behandelvisie ten aanzien van klager. Deduidelijkheid is ermee gediend dat de mogelijk verschillende achtergronden van de beperkingen in het behandelaanbod op schrift worden gesteld.
Voorts merkt de beroepscommissie nog op dat zij met de beklagcommissie van oordeel is dat gelet op de ingrijpende aard van de onderhavige maatregel het uitblijven van de plaatsing van hekken op de afdeling Zuid voortzetting van demaatregel niet zonder meer blijft rechtvaardigen. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, dr. E. Rood-Pijpers en drs. J.R. van Veldhuizen, leden, in tegenwoordigheid van mr. E. van der Waal-van der Linden, secretaris, op 2september 2002.

secretaris voorzitter

nummer: 02/791/TA

betreft : [...], verder klager te noemen.

Verslag van het behandelde ter zitting van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden van 6 juni 2002, gehouden in de locatie Nieuwegein te Nieuwegein.

Samenstelling van de beroepscommissie:
voorzitter: mr. N. Jörg
leden: mr. Y.A.J.M. van Kuijck en dr. M. Smit.
De beroepscommissie is bijgestaan door de secretaris mr. D.R. Kruithof.

Gehoord is, namens het hoofd van het Forensisch Psychiatrisch Centrum Veldzicht, mevrouw [...], plaatsvervangend afdelingshoofd ICU.

Namens het hoofd van genoemde inrichting is - zakelijk weergegeven - het volgende verklaard.
Klager neemt sinds 17 juni 2002 deel aan een therapiegroep op de afdeling ‘Zuid’. Ook werkt hij op die afdeling in de houtbewerking. Klager heeft een aantal beperkingen: hij mag niet naar de activiteit voetbal en hij kan nietongestoord bezoek ontvangen. Daarenboven is hij voor het nuttigen van de maaltijden en voor de nacht ingesloten en dient hij na de arbeid op de afdeling (ICU) te verblijven. Deze beperkingen gelden voor alle ICU-ers en betreffen de‘uitwendige beveiliging’. Klager verblijft bijna dagelijks op de afdeling Zuid, dus buiten de ICU. Dit betreft een provisorische plaatsing, in afwachting van het gereedkomen van de benodigde beveiliging op de afdeling Zuid.
De vrijheden die klager momenteel op de ICU geniet, zijn normaal niet aan de orde op die afdeling. Klager heeft pech dat hij in verband met een onvoldoende beveiliging op de afdeling Zuid niet structureel op die afdeling kanverblijven. Hij wordt echter ruimschoots gecompenseerd door het feit dat hij mag deelnemen aan de therapie en aan de arbeid op die afdeling. De behandeling van klager is door (de verlenging van) de ICU plaatsing geenszinsgestagneerd.

secretaris voorzitter

nummer: 02/791/TA

betreft : [...], verder klager te noemen.

Verslag van het behandelde ter zitting van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden van 23 juli 2002, gehouden in de locatie Ooyerhoek te Zutphen.

Samenstelling van de beroepscommissie:
voorzitter: mr. S.L. Donker
leden: dr. E. Rood-Pijpers en drs. J.R. van Veldhuizen
De beroepscommissie is bijgestaan door de secretaris mr. E. van der Waal-van der Linden.

Gehoord zijn klager en namens het hoofd van het Forensisch Psychiatrisch Centrum Veldzicht, mevrouw [...], plaatsvervangend hoofd ICU-afdeling.

Klager heeft –zakelijk weergegeven- het volgende aangevoerd.
Vorige week is beslist dat het verblijf op de ICU-afdeling op dezelfde gronden, vluchtgevaar en het ontbreken van hekken op de afdeling Zuid, met een half jaar wordt voortgezet. De levertijd van de inmiddels bestelde hekken isanderhalf à twee jaar. Hiet ter zitting had de heer [...] als hoofd van de inrichting aanwezig moeten zijn. Klager heeft hem de belofte gedaan niet weer te ontvluchten, mits een aantal wezenlijke dingen verandert. Het hoofd van deinrichting heeft ten overstaan van klager erkend dat het behandelteam van Zuid in zijn werkwijze grote fouten heeft gemaakt, mede ten gevolge waarvan klager is ontvlucht. Ten aanzien van klager bestaat thans geen groter vluchtrisicodan van andere verpleegden. Van zijn wens om vanaf de ICU-afdeling te resocialiseren komt niets terecht. Het doel van verblijf op een afdeling als genoemd is stabilisering, doch dat is in zijn geval niet van toepassing.
Hij heeft geen enkele moeite met het volgen van de eerste verslavingsmodule op de afdeling Zuid. Hij heeft zes jaar geen harddrugs gebruikt en rookt thans gemiddeld eenmaal per jaar een joint. De tweede en derde module mag hij nietvolgen, omdat daarbij het delictpreventieplan en zijn resocialisatie in beeld komen. Klager heeft geen problemen op de afdeling van verblijf, maar hij maakt bezwaar tegen de beperkingen en de geringere mogelijkheden aldaar voor zijnbehandeling. Hij heeft eerder twee modules 'houtbewerking met de hand' gedaan. Zijn verzoek om vervolgens de module 'mechanische houtbewerking' te doen is wegens verblijf op de ICU-afdeling afgewezen. Hij zit gedurende een forsaantal blokken achter de deur, welke hij op Zuid zou mogen werken.
Klager betwist de stelling namens het hoofd van de inrichting ter zitting van 6 juni 2002 dat zijn verblijf op de ICU-afdeling een provisorische plaatsing betreft, alsmede dat hij ruimschoots wordt gecompenseerd voor zijn verblijfaldaar. Gelet op het feit dat de aanvankelijk in augustus 2001 te plaatsen hekken thans nog niet zijn aangebracht, is deze plaatsing structureel. De hekken van Zuid 4 zijn identiek aan die van de ICU-afdeling. Het enige verschiltussen beide afdelingen is het vastlopen van zijn behandeling: zijn kernproblematiek wordt niet behandeld. De behandelingscoördinator acht hem op korte termijn binnen een gesloten afdeling niet meer delictgevaarlijk. Binnenkort zaleen risicotaxatietest worden afgenomen met het oog op zijn delictgevaarlijkheid op de langere termijn. Hoewel klager tevreden is met het voornemen hem ongestoord bezoek en voetballen toe te staan acht hij het onjuist dat niet wordtgewerkt aan zijn kernproblematiek.

Namens het hoofd van genoemde inrichting is - zakelijk weergegeven - het volgende verklaard.
Het is onbekend wanneer de inmiddels voor de afdeling Zuid bestelde hekken zullen worden geplaatst. Tot aan deze plaatsing zal klagers verblijf op de ICU-afdeling worden gecontinueerd wegens zijn onverminderde vluchtgevaarlijkheid.Niet de gehele afdeling Zuid beschikt over het nodige hekwerk, zodat deze afdeling onvoldoende beveiligd is.
In het DSB is recent besproken klager opnieuw enkele vrijheden te verlenen, die uitgesloten zijn op de ICU-afdeling, namelijk ongestoord bezoek en voetballen. Vandaag zal dat in het team besproken worden. Activiteiten moetenbegeleidbaar zijn. Voorts wordt gesproken over psychotherapie en het voeren van relatiegesprekken. Klager wordt dagelijks behandeld door het ICU-team. Er is inmiddels een stamkaart gemaakt, waarop de doelen zijn omschreven. Vanstagnering van de behandeling is geen sprake.
Anders dan in het verslag van de zitting van 6 juni 2002 staat, vindt de houtbewerking niet op Zuid plaats. Klager is meer van de ICU-afdeling dan hij daar aanwezig is. Hij volgt op Zuid gedurende anderhalf à twee uur per week deverslavingsmodule, een vorm van groepstherapie. Daarnaast werkt hij op de houtbewerking.
Weliswaar is zijn delictgevaarlijkheid verminderd, maar op grond van zijn verslavings- en persoonlijkheidsproblematiek is de toekomstige ontwikkeling in dezen onzeker. Ingeval de risicotaxatietest gunstig voor klager uitvalt zullenvermoedelijk een extra STB en DSB worden gehouden met mogelijk een nieuwe beslissing omtrent het verblijf op de ICU-afdeling.
Met betrekking tot de op klager van toepassing zijnde beperkingen wordt desgevraagd namens het hoofd van de inrichting verklaard dat de inrichting bereid is op schrift te stellen, welke beperkingen voortkomen uit behandel- en welkeuit veiligheidsoverwegingen.
De rechter heeft zojuist klagers tbs met twee jaar verlengd.

secretaris voorzitter

Naar boven