Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/0808/TB, 4 juli 2014, beroep
Uitspraakdatum:04-07-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/808/TB

betreft: [klager] datum: 4 juli 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. K.H.T. van Gijssel, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 7 maart 2014 van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 2 juni 2014, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman
mr. K.H.T. van Gijssel en namens de Staatssecretaris, [...], werkzaam bij de Dienst Justitiële Inrichtingen van het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek om hem over te plaatsen naar een andere tbs-inrichting, bij voorkeur in de omgeving van Eindhoven, afgewezen.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Hij is bij beslissing van 20 juni 2012 geplaatst in FPC Dr. S. van Mesdag te Groningen. Op 3 februari 2014 heeft
klager verzocht om hem over te plaatsen naar een andere tbs-inrichting. De Staatssecretaris heeft dit verzoek bij brief van 7 maart 2014 afgewezen.

3. De standpunten
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Hij verblijft nu twee jaar in de inrichting, maar er is hem geen intensieve behandeling aangeboden. Hij heeft verscheidene therapieën gevolgd, maar niets afgerond. Hij wordt beschuldigd van drugshandel, maar er is nooit iets bij hem gevonden. Dit is de
eerste tbs-inrichting waar hij verblijft. Hij zit op de sterretjesafdeling en vertrouwt het personeel niet. Overplaatsing zou een nieuwe kans betekenen om behandeld te worden zonder dat sprake zou zijn van vermoedens van drugshandel en met wederzijds
vertrouwen. Niet begrepen wordt dat de inrichting zich verzet tegen overplaatsing. Klager heeft hulp nodig. De bedoeling is dat binnenkort de sterretjesstatus eraf gaat en hij wil dan graag in de buurt van Eindhoven of elders in Brabant worden
geplaatst. De sterretjesstatus heeft altijd te maken gehad met de beschuldigingen van drugshandel.
Hij is er nu van op de hoogte wat tbs inhoudt en kan nu met een schone lei een nieuwe start maken in een andere tbs-inrichting.
Het is niet juist dat hij betrokken zou zijn bij drugshandel. Er is ook niet méér geld bij klager aangetroffen dan is toegestaan. Inderdaad loopt zijn behandeling in FPC Dr. S. van Mesdag niet goed. Hij heeft op straat geleefd en heeft een bepaalde
manier van omgaan met mensen die in de inrichting niet wordt begrepen. Er worden direct conclusies getrokken. Het personeel weet het altijd beter dan hij zelf.
Klager zal nooit iemand verraden. Hij is niet achterdochtig, maar wel voorzichtig. Als hij in Eindhoven zou worden geplaatst, zou zijn moeder hem kunnen bezoeken. Klager en zijn moeder hebben wel dagelijks belcontact.

Namens de Staatssecretaris is inzake het beroep het volgende standpunt ingenomen.
Om de behandeling te laten slagen is een bepaalde mate van stabiliteit nodig. FPC Dr. S. van Mesdag heeft fors in klagers behandeling geïnvesteerd, maar er is sprake van veel incidenten. Deze worden vermeld in de wettelijke aantekeningen. Het
behandeltraject wordt stapsgewijs vormgegeven. Dat in het begin van de behandeling sprake is geweest van complexe problemen is geen reden om klager over te plaatsen. In een andere tbs-inrichting zal het lange tijd duren voordat de behandeling weer op
gang komt. Als klager nu overgeplaatst zou worden zou dit tot verdere vertraging leiden en dat is niet in klagers belang. In de inrichtingen die klagers voorkeur hebben is geen sterretjesafdeling. Op de sterretjesafdeling heeft klager minder vrijheden
en wordt hij intensief begeleid. Hieronder lijdt zijn behandeltraject. Toegewerkt wordt naar doorplaatsing naar een vervolgafdeling. De behandelmogelijkheden in FPC Dr. S. van Mesdag zijn geenszins uitgeput.

4. De beoordeling
Bij de overplaatsing van ter beschikking gestelden dient de Staatssecretaris, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en
b) de eisen die de behandeling van de ter beschikking gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.

Als mogelijke contra-indicaties worden in het Beleidskader Plaatsing TBS dwang 2014, versie d.d. 22 januari 2014 omstandigheden vermeld die in klagers zaak niet aan de orde zijn.

Tegenover hetgeen namens de Staatssecretaris is aangevoerd omtrent de behandelmogelijkheden in FPC Dr. S. van Mesdag en de verwachting van verdere vertraging in klagers behandeling in geval van een overplaatsing heeft klager geen zwaarwegende
argumenten
aangevoerd die zouden kunnen of moeten leiden tot het oordeel dat de Staatssecretaris in redelijkheid niet tot de bestreden beslissing heeft mogen komen. Hetgeen klager heeft aangevoerd omtrent de bezoekmogelijkheden van zijn moeder en door hem niet is
onderbouwd, kan niet tot een ander oordeel leiden.

Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. R.M. Maanicus en drs. W.A.Th. Bos, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 4 juli 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven