Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/0591/TA, 4 juli 2014, beroep
Uitspraakdatum:04-07-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/591/TA

betreft: [klager] datum: 4 juli 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

het hoofd van FPC de Rooyse Wissel te Venray, verder te noemen de inrichting,

gericht tegen een uitspraak van 31 januari 2014 van de alleensprekende beklagrechter bij genoemde inrichting, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 22 mei 2014, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel, is namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting, [...], juridisch medewerkster, gehoord. Klager en zijn raadsman, mr. T.P. Klaasen,
hebben schriftelijk bericht niet ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de schending van klagers recht om een volledig uur te kunnen luchten op 13 mei 2014.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Op 13 mei 2013 tijdens de overdracht van sociotherapie in de middag heeft klager continu via de intercom oproepen gemaakt, waarbij
hij begon te schreeuwen en te schelden tegen sociotherapie over de was en het bestellen van boodschappen. Sociotherapie heeft klager daarop aangegeven dat hij zijn rust moest pakken, omdat het op deze manier niet goed met hem zou gaan. Klager werd
echter niet rustiger, zijn gedrag verergerde. Rond 17.00 uur werd klager gesepareerd. Klager werd overgebracht naar de minder beveiligde separeer. Tijdens de maaltijd om 18.00 uur bleef klager schreeuwen over de radio, televisie, rookwaar en
verzorgingsspullen. Ter afsluiting van dit contactmoment werd klager alvast medegedeeld dat hij tijdens het laatste contactmoment zijn rookwaar diende in te leveren. Klager was dit niet van plan. Hij begon tegen de deur te slaan en bleef schelden en
schreeuwen. Daarnaast gaf hij aan dat hij tijdens het volgend contactmoment het gevecht zou aangaan. Daarop werd besloten klager over te brengen naar de extra beveiligde separeerruimte. Hij bleef schelden en dreigen. Hij zou de hele afdeling kapot
maken, het afdelingshoofd een aantal kogels door de kop jagen en een bom over de muur gooien. Door de crisissituatie is aan klager na 18.00 uur geen half uur luchten meer aangeboden. Gelet op klagers toestandsbeeld werd het luchten niet mogelijk
geacht.
Het was een zeer bewerkelijke avond. De inrichting is zich ervan bewust dat het luchten een fundamenteel recht van de verpleegde is, dat slechts in zeer uitzonderlijke gevallen niet hoeft plaats te vinden. Het tweemaal separeren van een patiënt acht de
inrichting een dergelijke situatie en dan met name vanwege de toestand waarin klager die avond verkeerde. Er waren totaal geen afspraken met klager te maken, omdat hij slecht in contact stond. Bovendien was na de plaatsing in de extra beveiligde
separeerruimte geen mogelijkheid meer om klager te laten luchten. De volgende dag heeft klager wel weer de mogelijkheid gekregen om te luchten. Overigens had klager voor het incident vrij toegang tot de patio, waardoor hij meer dan dertig minuten heeft
kunnen luchten. De inrichting weet niet of klager daarvan gebruik heeft gemaakt. Er zijn twee momenten per dag ingepland om te luchten, maar tussendoor kunnen verpleegden tot 21.00 uur ook luchten. Daarvoor is geen toestemming nodig. Wanneer een
verpleegde is gesepareerd kan hij gewoon luchten als hij verder normaal reageert. De inrichting wil de deur van de separeer om veiligheidsredenen niet open laten staan, omdat verpleegden dan mogelijk iets tussen de deur kunnen plaatsen. Voorts heeft de
beklagrechter niet voldaan aan de fundamentele eisen van een procedure op tegenspraak, door het hoofd van de inrichting niet in de gelegenheid te stellen mondeling op de klacht te reageren. De beklagrechter is enkel uitgegaan van de stellingen van
klager, die niet door hemzelf of zijn advocaat zijn toegelicht.

Namens klager is het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Het luchten heeft niet plaatsgevonden. Klager heeft nog nooit geweld gebruikt. Toch is hij onnodig in beperkingen geplaatst. Als hij daar tegen
protesteert, wordt er niet de-escalerend met klager gecommuniceerd. In FPK Inforsa blijkt een andere manier van communiceren wel te werken.

3. De beoordeling
Door het hoofd van de inrichting is aangevoerd dat het onderzoek door de beklagrechter onvoldoende en/of onvolledig is geweest. Daargelaten de juistheid van deze stelling, kan daaraan voorbij worden gegaan nu het beklag in beroep opnieuw ten gronde
wordt beoordeeld.

Op grond van artikel 43, derde lid, van de Bvt heeft de verpleegde recht op verblijf in de buitenlucht gedurende tenminste een uur per dag. De beroepscommissie stelt vast dat het hoofd van de inrichting in zijn schriftelijke reactie op de klacht
tegenover de beklagcommissie uitsluitend is ingegaan op een gebeurtenis die plaatsvond op 16 mei 2013, terwijl de klacht betrekking heeft op 13 mei 2013. In beroep is het hoofd van de inrichting wel ingegaan op hetgeen heeft plaatsgevonden op 13 mei
2013. Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van de beroepscommissie stelt de beroepscommissie vast dat klager op 13 mei 2013 in de namiddag is geplaatst in de minder beveiligde en kort daarna in de extra beveiligde separeer vanwege
verbaal agressief gedrag. Als onbestreden staat vast dat klager tot dat moment op zijn afdeling zonder toestemming van het personeel al gebruik had kunnen maken van de patio om te luchten.
Het recht op luchten is naar het oordeel van de beroepscommissie zo fundamenteel dat de inrichting extra inspanningen dient te verrichten om een verpleegde niet te beperken in dit recht. Slechts in zeer uitzonderlijke gevallen mag het voorkomen dat een
verpleegde niet in de gelegenheid kan worden gesteld om te luchten. Gelet op de door het hoofd van de inrichting gegeven beschrijving van de gebeurtenissen van 13 mei 2013, was er toen sprake van een uitzonderlijke situatie waarbij het hoofd van de
inrichting geen verwijt valt te maken dat klager niet in de gelegenheid is gesteld om zijn vol uur luchten per dag af te ronden. Mitsdien zal het beroep van het hoofd van de inrichting gegrond worden verklaard. De uitspraak van de beklagrechter zal
worden vernietigd en het beklag zal alsnog ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, voorzitter, prof. Dr. H.J.C. van Marle en mr. G.L.M. Urbanus, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris, op 4 juli 2014

secretaris voorzitter

Naar boven