Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/4329/GA, 28 maart 2014, beroep
Uitspraakdatum:28-03-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/4329/GA

betreft: [klager] datum: 28 maart 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 16 december 2013 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. het feit dat klager vanaf 4 juli 2013 niet alle televisiezenders kreeg aangeboden, terwijl hij € 3,00 per week heeft betaald;
b. een disciplinaire straf van drie dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel wegens het gebruik van softdrugs;
c. het feit dat klager niet mocht roken in de luchtkooi.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag onder a. en het beklag onder b. en c ongegrond verklaard, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Zowel klager als de directeur heeft in beroep volhard in het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt.

3. De beoordeling
Met betrekking tot het beklag onder a. overweegt de beroepscommissie als volgt. De beroepscommissie begrijpt dat het signaal naar de p.i. (Canaldigital) is veranderd, nieuwe apparatuur is aangeschaft aangezien de huidige niet meer voldeed, en op 14
augustus 2013 de zenders weer te ontvangen waren. Vast staat dat de ontvangst van sommige kanalen slecht was en dat ook kanalen niet meer te ontvangen waren. Nu er op de directeur de zorgplicht rust voor een goede zenderontvangst, onvoldoende is
gebleken dat de directeur tijdig op de

aangekondigde wijzigingen heeft geanticipeerd, waardoor klager enige tijd een goede en volledige ontvangst heeft moeten ontberen, kan klager in zijn klacht worden ontvangen. De klacht zal vervolgens gegrond worden verklaard. De beroepscommissie acht
termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming en stelt deze vast op €10,=.

Hetgeen in beroep overigens is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Voor zover klager heeft aangevoerd dat hem ten onrechte geen schriftelijke mededeling is
uitgereikt van de uitslag van de urinecontrole, wenst de beroepscommissie evenwel aan de gronden toe te voegen dat hoewel zij het wel wenselijk acht, uit de Pbw noch uit de Regeling urinecontrole penitentiaire inrichtingen volgt dat de uitslag van de
urinecontrole schriftelijk dient te worden medegedeeld. Gelet op het vorenstaande zal het beroep ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van a. gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart dit beklag gegrond. Zij kent klager een tegemoetkoming toe van €
10,=.
De beroepscommissie verklaart het beroep voor het overige ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. F.G. Bauduin en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 28 maart 2014

secretaris voorzitter

Naar boven