Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/3846/GB, 27 februari 2014, beroep
Uitspraakdatum:27-02-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/3846/GB

Betreft: [klager] datum: 27 februari 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A. Ch. Osté, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 17 november 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de intrekking van de selectiebeslissing van 29 oktober 2013 om klager te selecteren voor het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) van de penitentiaire inrichtingen (p.i.)
Vught en de selectiebeslissing van 31 oktober 2013 om hem te plaatsen in het PPC Scheveningen te Den Haag ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 14 juni 2012 gedetineerd. Hij verbleef in het PPC van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam Over-Amstel, een inrichting voor bijzondere opvang als bedoeld in artikel 20c van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van
gedetineerden (hierna: de Regeling), waar een individueel regime geldt. Op 19 juni 2013 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de locatie Roermond, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager stelt dat de bestreden beslissing onvoldoende is onderbouwd. Er is aangegeven dat er in het PPC van de p.i. Vught een personeelslid werkzaam zou zijn, die betrokken zou zijn bij klagers strafzaak. Niet vermeld is op welke wijze het betreffende
personeelslid betrokken is bij klagers strafzaak en of het betreffende personeelslid werkzaam is op de afdeling waar klager geplaatst zou worden. Klager heeft van 11 december 2012 tot 22 januari 2013 verbleven in de p.i. Vught en heeft hier geen
contact
gehad met iemand die hij kent uit zijn verleden. Het betreffende personeelslid is waarschijnlijk werkzaam op een andere afdeling dan waar klager heeft verbleven. Het PPC van de p.i. Vught beschikt over een specialistische afdeling en de benodigde
expertise die nodig is om klager optimaal te behandelen. Het feit dat één van de achthonderd personeelsleden klager kent of betrokken is bij klagers strafzaak, terwijl onbekend is op welke afdeling het betreffende personeelslid werkzaam is, is
onvoldoende zwaarwegend om klagers overplaatsing naar het PPC van de p.i. Vught te weigeren. Klagers belang bij een specialistische behandeling en zijn psychische gesteldheid dienen te prevaleren boven het feit dat één van de achthonderd
personeelsleden
klager zou kennen of betrokken is bij klagers strafzaak. Klagers familie is woonachtig in de regio Vught. Het ontvangen van bezoek van zijn familie is belangrijk voor klager nu dit een stimulans vormt voor het ondergaan van de, door hem vrijwillig
aangegane, behandeling. Daarnaast heeft klager behoefte aan meer begeleiding, activiteiten, therapieën op maat en gesprekken met de in de p.i. Vught aanwezige deskundigen. Uit klagers ervaringen is gebleken dat hier in andere locaties nauwelijks ruimte
voor is.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager verblijft op de extra zorgvoorziening van de gevangenis van de locatie Roermond. Klager raakt gefrustreerd wanneer zaken niet gaan zoals hij verwacht of zoals hij zich heeft voorgenomen. Klagers behoefte om meer inzicht te krijgen in zijn
problematiek heeft geresulteerd in een behoefte aan behandeling. Binnen een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap kan hier niet in voorzien worden. Aangezien klager een zedendelinquent is waar een hoop bij speelt, is klager aangemeld voor
de zedenafdeling van het PPC van de p.i. Vught. Na aanmelding bij het PPC van de p.i. Vught bleek klager hier niet welkom te zijn in verband met bekendheid met het personeel. Klagers plaatsing in het PPC Scheveningen is inmiddels stopgezet. Gelet op
klagers behoefte aan behandeling en het feit dat hij niet verder komt met de zelfhulpboeken is, hoewel hier geen speciale afdeling is voor zedendelinquenten, besloten klager te selecteren voor het PPC Scheveningen. Klager wenst niet geplaatst te worden
in het PPC Scheveningen. Zijn bezoek is afkomstig uit Tilburg, Eindhoven en Velthoven en klager geeft aan dat zijn voorkeur uitgaat naar het continueren van zijn verblijf in de gevangenis van de locatie Roermond. Klager heeft reeds korte tijd verbleven
in het PPC van de p.i. Vught. Klager is hier weggeplaatst wegens bekendheid met het personeel. In samenspraak met de psycholoog van de locatie Roermond heeft klager gekeken naar het beste alternatief. Hieruit kwam naar voren dat klager een ambulante
behandeling zou ondergaan bij een psycholoog waarbij hij eerder onder behandeling stond. Dit blijkt echter onhaalbaar nu de betreffende psycholoog werkzaam is in Breda. Klager is inmiddels aangemeld bij de poli van de Mondriaan en zij hebben hem
geaccepteerd.

4. De beoordeling
4.1. Het PPC van de p.i. Vught is een inrichting voor mannen met een individueel regime en een normaal beveiligingsniveau. Het PPC Scheveningen is een inrichting voor mannen met een individueel regime en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Op grond van het bepaalde in artikel 20c van de Regeling komen voor plaatsing in een PPC die gedetineerden in aanmerking, ten aanzien van wie in verband met een psychiatrische stoornis, een persoonlijkheidsstoornis, psychosociale problematiek,
verslavingsproblematiek of een verstandelijke beperking, forensische zorg is geïndiceerd of ten aanzien van wie in verband met de vraag of forensische zorg is geïndiceerd, nadere observatie is vereist. In de toelichting bij artikel 20c is bepaald dat
de
directeur van de inrichting waar de gedetineerde op dat moment verblijft aan de selectiefunctionaris advies uitbrengt over de behoefte aan forensische zorg. Dit advies wordt gegeven op basis van screening en indicatiestelling door het psycho-medisch
overleg van de inrichting of het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie.

4.3. Uit het selectieadvies van de locatie Roermond van 29 oktober 2013 blijkt dat geadviseerd wordt klager te plaatsen op de zedenafdeling van het PPC van de p.i. Vught. Klager heeft behoefte aan behandeling en zou hier in Vught mee kunnen starten
waardoor zijn frustraties en somberheid kunnen verdwijnen. Door de directeur van de locatie Roermond en door klager is gemotiveerd aangegeven waarom klager geplaatst wenst te worden op de zedenafdeling van het PPC van de p.i. Vught. Het PPC
Scheveningen
beschikt niet over een dergelijke afdeling en beschikt derhalve niet over de specialistische zorg. Dat een personeelslid een gedetineerde kent, is niet uit te sluiten en betreft een situatie die vaker voor kan komen. Gedetineerden worden immers zoveel
mogelijk in hun eigen regio geplaatst. Slechts onder bepaalde omstandigheden zou dit kunnen leiden tot de situatie dat een gedetineerde niet in een bepaalde inrichting geplaatst kan worden. Deze omstandigheden dienen dan wel zoveel mogelijk kenbaar te
worden gemaakt en van voldoende gewicht en relevantie te zijn. De enkele mededeling dat een personeelslid klager kent van de scouting is onvoldoende grond om klager niet te plaatsen in het PPC van de p.i. Vught. De beslissing van de
selectiefunctionaris
is derhalve onredelijk en onbillijk. Voorts is sprake van een ondeugdelijke motivering nu onvoldoende duidelijk is wat de betrokkenheid van het betreffende personeelslid in klagers strafzaak is. Het beroep zal gegrond worden verklaard en de bestreden
beslissing zal worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig
voor
het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.E.H. Nijp, secretaris, op 27 februari 2014

secretaris voorzitter

Naar boven