Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/0843/GB, 6 mei 2013, beroep
Uitspraakdatum:06-05-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/843/GB

Betreft: [klager] datum: 6 mei 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.W.G.M. Kral, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 12 maart 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot deelname aan een penitentiair programma (p.p.) afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 1 april 1996 gedetineerd. Klager heeft zich van 17 januari 1999 tot 20 juli 2012 onttrokken aan detentie. Sinds 30 juli 2012 verblijft hij in de gevangenis van Unit 6 van de Penitentiaire Inrichtingen (p.i.) Vught.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De selectiefunctionaris stelt dat klager zich heeft schuil gehouden voor de politie. Klagers raadman verwijst naar zijn beroepsschrift in de zaak 13/289/GA. Benadrukt dient te worden dat klager
zich niet heeft schuil gehouden voor de politie, maar op Sint Maarten juist nauw met de politie heeft samengewerkt als overheidsdienaar. Van een terugkeer naar Sint Maarten is geen sprake, vanwege verlies van baan en aanzien daar. De
selectiefunctionaris interpreteert het reclasseringsadvies ten behoeve van een p.p. op een verkeerde manier. De reclassering adviseert positief ten aanzien van deelname aan een p.p. De selectiefunctionaris brengt daar geen inhoudelijke argumenten
tegenin. Met betrekking tot het standpunt van de directie merkt klagers raadman op dat, naar aanleiding van een op 25 maart 2013 gegrond verklaard beklag tegen de afwijzing van de derde verlofaanvraag, de directeur heeft laten weten niet tegen de
gegrondverklaring in beroep te gaan, maar dat hij een nieuwe beslissing zal nemen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Tot op heden heeft de selectiefunctionaris geen aanvullende informatie ontvangen van klagers raadman. Klager heeft zich langdurig onttrokken aan detentie en
zich schuil weten te houden voor de politie. Zowel het Openbaar Ministerie (OM) als de politie hebben een negatief advies uitgebracht. De directeur van de p.i. Vught heeft dit advies overgenomen. Klager keert na detentie terug naar Sint Maarten, waar
hij bijna 13 jaar woonde tijdens zijn onttrekking. Hij heeft zijn leven daar opgebouwd en wil het daar voortzetten. De selectiefunctionaris acht in klagers situatie een p.p. dan ook niet noodzakelijk om terugkeer in Nederland te bevorderen. Klager
heeft
zich schuil kunnen houden voor de opsporingsinstanties en daarbij heeft hij de mogelijkheid kunnen creëren om naar het buitenland te vluchten. Tijdens klagers huidige detentie laat hij niet het achterste van zijn tong zien, op de afdeling komt hij
gereserveerd en terughoudend over. Het communiceren blijft daardoor oppervlakkig. Gelet op het voorgaande heeft de selectiefunctionaris geen vertrouwen in een goed verloop van het verlenen van vrijheden.

4. De beoordeling
4.1. In artikel 4 van de Pbw en de artikelen 7 en 9 van de Penitentiaire maatregel (Pm) zijn de voorwaarden opgenomen waaraan het penitentiair programma en de gedetineerde moeten voldoen.

4.2. De beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is in aanmerking genomen dat klager zich (bijna 13 jaar) heeft onttrokken aan
detentie. Het OM, de politie en de directeur van de p.i. Vught adviseren daarom negatief. Ondanks het positieve advies van de reclassering heeft de selectiefunctionaris in redelijkheid kunnen oordelen dat op dit moment onvoldoende vertrouwen bestaat in
een goed verloop van klagers deelname aan een p.p. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van C.M.E. Taverne, secretaris, op 6 mei 2013

secretaris voorzitter

Naar boven