Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/0589/GA, 21 mei 2013, beroep
Uitspraakdatum:21-05-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/589/GA

betreft: [klager] datum: 21 mei 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 18 februari 2013 van de beklagcommissie bij de locatie De Schie te Rotterdam, voor zover daartegen beroep is ingesteld,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw mr. E.A. Blok om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de weigering van de directeur klagers bezwaarschrift ten aanzien van een selectiebeslissing te verzenden/faxen.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Het is een fundamenteel recht om zelf binnen de wettelijke termijn bezwaar in te kunnen dienen bij de selectiefunctionaris. Klager heeft er
belang bij om in eigen woorden zijn persoonlijke omstandigheden, die een belangrijke rol spelen bij het al dan niet plaatsen in een extreem regime, aan de selectiefunctionaris kenbaar te maken. Klager zat in alle beperkingen. Echter, in het bevel
beperkingen wordt eveneens opgemerkt dat die beperking niet geldt ten aanzien van correspondentie met de raadsman, justitiële autoriteiten en de Commissie van Toezicht. De selectiefunctionaris moet worden gelijk gesteld met een justitiële autoriteit.
De
correspondentie betreft geprivilegieerde post zoals bedoeld in artikel 37 van de Pbw.

De directeur heeft daarop schriftelijk gereageerd en blijft bij het standpunt zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie.

3. De beoordeling
De beklagcommissie heeft geoordeeld dat klager geen belang meer had bij zijn beklag, omdat het bezwaarschrift binnen de termijn door de selectiefunctionaris is ontvangen. Kennelijk heeft de beklagcommissie geoordeeld dat wel sprake is van een
beslissing
als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw, maar dat een beklag tegen een dergelijke beslissing niet-ontvankelijk is als het belang ontbreekt. In zijn beroepschrift heeft klager gesteld dat hij er belang bij heeft om in eigen woorden zijn
persoonlijke omstandigheden die van belang zijn voor het regime waarin hij wordt geplaatst te vermelden. Naar het oordeel van de beroepscommissie is dit inderdaad een rechtens te respecteren belang en daarom zal de beroepscommissie klager alsnog
ontvankelijk in zijn beklag verklaren.
Niet weersproken is dat geweigerd is een bezwaarschrift van klager te faxen of te verzenden. Die weigering is gestoeld op de overweging dat de rechter-commissaris zogenaamde beperkingen jegens klager heeft gelast. Onder die omstandigheid dient echter
alle door klager ter verzending aangeboden post (of deze nu geprivilegieerd is of niet) door of namens de directeur in handen te worden gesteld van de rechter-commissaris en kan verzending dus niet domweg worden geweigerd. De weigering het
bezwaarschrift te verzenden is daarom in strijd met de wettelijke regeling. De beroepscommissie zal het beklag alsnog gegrond verklaren en acht een tegemoetkoming van € 15,= op zijn plaats.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart het beklag gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van

15,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. A. van Holten, leden, in tegenwoordigheid van K. Dere, secretaris, op 21 mei 2013

secretaris voorzitter

Naar boven