Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/0178/TA en 13/0331/TA, 17 april 2013, beroep
Uitspraakdatum:17-04-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummers: 13/178/TA en 13/331/TA

betreft: [klager] datum: 17 april 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van het bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen twee uitspraken van 16 januari 2013 van de alleensprekende beklagrechter bij FPC Veldzicht te Balkbrug, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraken waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht.

De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraken van de beklagrechter
Het beklag betreft a. de beslissing tot verlenging dwangmedicatie van 29 november 2012, b. de beperking van klagers bewegingsvrijheid c.q. time-out naar aanleiding van een incident op 28 september 2012 en c. de (on)juistheid van de wettelijke
aantekeningen van 7 augustus 2012.

De beklagrechter heeft het beklag vermeld onder a. ongegrond verklaard, klager met betrekking tot b. niet-ontvankelijk verklaard in het beklag en geen oordeel gegeven over het beklag vermeld onder c. op de gronden als in de aangehechte uitspraak
weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Door klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager probeert uitleg te geven over de wettelijke aantekeningen van 7 augustus 2012. De correctieprocedure liep tot 7 juni 2011. De wettelijke
aantekeningen zijn niet juist. Klager heeft gevraagd deze te verbeteren, maar dit is geweigerd. Vervolgens heeft klager een time-out gekregen. Wanorde wordt veroorzaakt door het personeel. Er wordt misbruik gemaakt van bevoegdheid. Er worden afwijkende
eigen regels en afspraken gemaakt.

Het hoofd van de inrichting heeft met betrekking tot a. en b. in beroep verwezen naar het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt. Met betrekking tot c. is aangevoerd dat klager zodra de wettelijke aantekeningen zijn vastgesteld de mogelijkheid
heeft om feitelijke onjuistheden door middel van een correctieformulier kenbaar te maken, maar dat die opmerkingen niet bindend zijn. Indien de hoofdbehandelaar het eens is met de gemaakte opmerkingen kunnen de gefiatteerde wijzigingen in de
aantekeningen worden verwerkt. Voorgestelde wijzigingen, waar de hoofdbehandelaar het niet mee eens is, worden aan de wettelijke aantekeningen aangehecht.

3. De beoordeling
Met betrekking tot de verlenging van dwangmedicatie overweegt de beroepscommissie dat uit de beslissing van 29 november 2012 volgt dat de termijn van twee weken als vermeld in artikel 35, derde lid, Rvt, waarin de multidisciplinaire commissie advies
dient uit te brengen over de voortzetting van dwangmedicatie, niet in acht is genomen. De beroepscommissie zal derhalve het beroep en het beklag op formele gronden gegrond verklaren en aan klager ter zake een tegemoetkoming toekennen van € 50,=

Door de beklagrechter is niet ingegaan op hetgeen klager heeft opgemerkt over de wettelijke aantekeningen, omdat met betrekking tot dit onderwerp een klaagschrift zou ontbreken. De beroepscommissie stelt vast dat in het beklag vermeld onder b. van 12
november 2012 klager heeft vermeld dat de wettelijke aantekeningen niet juist waren. Om proceseconomische redenen zal de beroepscommissie het beklag op dit punt zelf afdoen. Nu uit vaste jurisprudentie van de beroepscommissie volgt, onder meer nummer
11/3333/TA van 14 februari 2012, dat ten aanzien van (beweerde) onjuiste wettelijke aantekeningen geen beklag kan worden ingediend, zal zij klager op dit punt alsnog niet-ontvankelijk in het beklag verklaren.

Voor het overige kan hetgeen in beroep is aangevoerd naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot andere beslissingen leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal derhalve in zoverre ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep met betrekking tot de beslissing van 29 november 2012 tot verlenging van dwangmedicatie op formele gronden gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag op dit punt
gegrond. Zij kent klager ter zake hiervan een tegemoetkoming toe van € 50,=
Zij verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk wat betreft de onjuistheid van de wettelijke aantekeningen en verklaart het beroep voor het overige ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. R.P.G.L.M. Verbunt en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 17 april 2013

secretaris voorzitter

Naar boven