Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/0459/GB, 16 april 2013, beroep
Uitspraakdatum:16-04-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/459/GB

Betreft: [klager] datum: 16 april 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van,

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 5 februari 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de locatie Sittard afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 23 september 2011 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de locatie Roermond. Op 28 maart 2013 is hij, tijdens de behandeling van deze beroepszaak, overgeplaatst naar de gevangenis van de locatie Esserheem te Veenhuizen, een
inrichting voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen als bedoeld in artikel 20b, tweede lid onder a, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing gedetineerden (de Regeling).

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klagers ouders leven van een uitkering. Klagers moeder zit ziek thuis, ze heeft sinds een jaar last van jicht. Klagers moeder heeft ook de voogdij over klagers kind. Klagers moeder woont in
Brunssum.
Vanwege haar jicht heeft ze veel last tijdens het reizen. Tevens zijn de reiskosten erg hoog. Klagers kind mist hem heel erg. Door overgeplaatst te worden naar de locatie Sittard, kan klagers familie vaker langskomen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. De selectiefunctionaris ziet geen bijzondere omstandigheden om aan het verzoek te voldoen. Er zijn geen ondersteunende bewijzen aanwezig van de beperkingen van
klagers moeder. Het ondergaan van detentie heeft een aantal nadelige gevolgen. Één van die gevolgen is dat er minder contact mogelijk is met het sociale netwerk, waaronder familie. Ongerief voor het bezoek is inherent aan het ondergaan van detentie.

4. De beoordeling
Bezoekproblemen zijn inherent aan het ondergaan van detentie en vormen, behoudens bijzondere omstandigheden, geen selectiecriterium. Nog daargelaten of dat in dit geval een bijzondere omstandigheid zou opleveren, heeft klager niet feitelijk onderbouwd
dat zijn moeder hem niet kan bezoeken. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal
derhalve ongegrond worden verklaard. Voor de goede orde merkt de beroepscommissie op dat in deze beslissing geen uitspraak wordt gedaan over de overplaatsing van klager naar Esserheem.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van C.M.E. Taverne, secretaris, op 16 april 2013

secretaris voorzitter

Naar boven