Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/0390/GB, 16 april 2013, beroep
Uitspraakdatum:16-04-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/390/GB

Betreft: [klager] datum: 16 april 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. W. Hendrickx, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 4 februari 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de GGZ-kliniek Groot Batelaar te Lunteren, een psychiatrisch ziekenhuis zoals bedoeld in artikel 15, vijfde lid, van de penitentiaire beginselenwet (Pbw), afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 21 mei 2010 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de locatie De Berg te Arnhem.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De beslissing van het Bureau Selectiefunctionarissen is onvoldoende gemotiveerd. Er wordt gesteld dat klager zich eerder aan detentie heeft onttrokken en daarom niet in de open GGZ-kliniek Groot
Batelaar geplaatst kan worden. Deze conclusie is onjuist dan wel deels onjuist met als gevolg dat de verkeerde conclusie getrokken wordt. Klager is niet tijdig teruggekeerd, omdat zijn moeder en zijn toenmalige vriendin hem verzochten met spoed naar
huis te komen. Aldaar werd klager geconfronteerd met zijn overleden stiefvader. De politie heeft klager aangehouden omdat hij in de woning aanwezig was. Klager is voor deze zaak niet gedagvaard en niet in voorlopige hechtenis gesteld. Er is hier sprake
van een zeer uitzonderlijke situatie, waaraan niet zomaar elke conclusie kan worden verbonden, in ieder geval niet zonder een deugdelijke motivering. Overigens ging klager elke week naar ‘Kairos’ en heeft hij zich altijd tijdig gemeld in de locatie De
Berg. Voor klager is het van belang voor zijn ontwikkeling om een traject te volgen bij de GGZ-kliniek Groot Batelaar. Klager is niet voor niets geschikt geacht voor dit traject. Daarbij is al bekend dat men in de GGZ-kliniek Groot Batelaar zeer strak
en streng op hem zal letten. Klagers familie en kind wonen in de buurt van Arnhem dus geen enkele reden om te vrezen voor onttrekking aan detentie. Klagers raadsman verzoekt om een mondelinge behandeling.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager heeft zich aan zijn huidige detentie onttrokken door niet terug te komen van een behandelingsgesprek bij ‘Kairos’. De GGZ-kliniek Groot Batelaar heeft een laag beveiligingsniveau en klager kan daar op eenvoudige wijze ontvluchten. Het
recidiverisico wordt hoog geschat. Klager heeft een omvangrijk strafblad. Er is een gemiddeld risico op onttrekken aan voorwaarden, klager heeft weinig zelfinzicht en kan of wil zichzelf nauwelijks verantwoordelijk stellen voor zijn gedrag. Het
verleden
in de hulpverlening wijst uit dat klager niet in staat is zich aan de voorwaarden te kunnen of willen houden. Dit betekent dat er geen vertrouwen is in een goed verloop van een verblijf in de GGZ-kliniek Groot Batelaar.

4. De beoordeling
4.1. In artikel 30 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing gedetineerden (de Regeling) is de plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis als bedoeld in artikel 15, vijfde lid, van de Pbw geregeld. In de toelichting bij dit artikel wordt
gesteld, voor zover hier van belang, dat toepassing van artikel 15, vijfde lid, van de wet is bedoeld voor de gedetineerde: - “voor wie op grond van een persoonlijkheidsstoornis een detentievervangende behandeling is aangewezen in een andere
voorziening
dan een tbs-inrichting”. Dat klager op zich aan dit criterium voldoet en opname geïndiceerd is, is niet in debat.

4.2. Gesteld noch gebleken is dat de selectiefunctionaris onderzoek heeft gedaan naar de precieze omstandigheden van de situatie waardoor klager zich aan detentie onttrok althans dat de selectiefunctionaris eventueel aanwezige bijzondere
omstandigheden bij zijn afweging heeft betrokken. Dit maakt dat op voorhand niet kan worden geoordeeld dat het gerechtvaardigd is om te stellen dat ten aanzien van klager geen vertrouwen aanwezig is/kan zijn met betrekking tot een goed verloop van een
verblijf in Groot Batelaar. Gelet op de verkorte indicatiestelling van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) waar als eventuele aanbeveling de GGZ-kliniek Groot Batelaar genoemd wordt, heeft klager een belang bij
plaatsing in deze kliniek. De beslissing van de selectiefunctionaris kan derhalve wegens een motiveringsgebrek niet in stand blijven. Het beroep zal gegrond worden verklaard en de bestreden beslissing zal worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal
worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van C.M.E. Taverne, secretaris, op 16 april 2013

secretaris voorzitter

Naar boven