Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/0382/GB, 10 april 2013, beroep
Uitspraakdatum:10-04-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/382/GB

Betreft: [klager] datum: 10 april 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R.A.E. Bunge, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 4 februari 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 22 juni 2012 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de locatie Sittard.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De beslissing van de selectiefunctionaris is onzorgvuldig, onredelijk en onbillijk. Klager is niet volledig verstoken van bezoek, want hij kan aansluiten bij het bezoek dat voor zijn vader komt.
Klager is echter wel feitelijk verstoken van zijn eigen bezoek, het bezoek van zijn partner en twee kinderen. Het ontvangen van zijn eigen bezoek is cruciaal. Als klager in de p.i. Vught blijft, dreigt hij verstoken te blijven van zijn eigen bezoek.
Het
is voor partner en kinderen namelijk bijzonder lastig, tijdrovend en kostbaar een bezoek te brengen aan de locatie Sittard.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Uit de rapportage die de selectiefunctionaris van de locatie Sittard heeft ontvangen, blijkt dat klager bezoek ontvangt dan wel aansluit bij het bezoek dat
zijn
vader ontvangt. Derhalve kan gesteld worden dat klager niet verstoken is van bezoek. Voor zijn detentie woonde klager op een kamer in Hoensbroek. Na zijn detentie is klager voornemens te gaan wonen bij de stichting “Door” te Rotterdam. Derhalve kan
gesteld worden dat klager zich vooralsnog niet gaat vestigen in of nabij de regio Vught. Het bezoek zou zich, met betrekking tot de financiële situatie, mogelijk kunnen wenden tot de bijzondere bijstand van de gemeente waar het bezoek gehuisvest is.

4. De beoordeling
De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. In aanmerking wordt genomen dat bezoekproblemen
inherent
zijn aan het ondergaan van detentie en vormen, behoudens bijzondere omstandigheden, geen selectiecriterium. Hetgeen klager heeft aangevoerd omtrent de bezoekproblemen kan niet als een dergelijke bijzondere omstandigheid worden aangemerkt. Klager heeft
de aan zijn verzoek ten grondslag gelegde argumenten niet feitelijk onderbouwd. Overigens blijkt uit het selectieadvies dat klager niet geheel verstoken is van bezoek van zijn partner en kinderen. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van C.M.E. Taverne, secretaris, op 10 april 2013

secretaris voorzitter

Naar boven