Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/3882/GA, 15 april 2013, beroep
Uitspraakdatum:15-04-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/3882/GA

betreft: [klager] datum: 15 april 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van,

[...], verder te noemen klaagster,

gericht tegen een uitspraak van 7 december 2012 van de beklagcommissie bij de locatie Zwolle Zuid 2,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klaagster om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. de afname van celmateriaal op bevel van het Openbaar Ministerie;
b. het hanteren van handboeien en de inzet van meerdere bewakers.

De beklagcommissie heeft klaagster niet-ontvankelijk verklaard in haar beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klaagster en de directeur
Klager heeft het beroep schriftelijk toegelicht. De directeur heeft daarop schriftelijk gereageerd en blijft bij het standpunt zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie

3. De beoordeling
Ten aanzien van onderdeel a van het beklag kan hetgeen in beroep is aangevoerd naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

Ten aanzien van onderdeel b van het beklag overweegt de beroepscommissie het volgende. De beklagcommissie heeft op dit onderdeel van het beklag niet beslist. Om proceseconomische redenen zal de beroepscommissie dit onderdeel van het beklag in eerste en
hoogste aanleg beoordelen. Gegeven de weigering van klaagster om mee te werken aan de verplichte afname van DNA, was het gebruik van handboeien niet onredelijk of onbillijk. Dit onderdeel van het beklag dient derhalve ongegrond te worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie, met wijziging van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. M.M. van der Nat, leden, in tegenwoordigheid van
K. Dere, secretaris, op 15 april 2013

secretaris voorzitter

Naar boven