Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/0115/GB, 27 maart 2013, beroep
Uitspraakdatum:27-03-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/115/GB

Betreft: [klager] datum: 27 maart 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van,

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 9 januari 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 16 november 2012 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. van de locatie De Kruisberg Doetinchem.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager wil graag worden overgeplaatst naar de p.i. Krimpen aan den IJssel, omdat zijn familie in de buurt van Rotterdam woont. Zij hoeven dan minder ver te reizen. Het zal voor klager eenvoudiger
worden om zijn raadsman te spreken in verband met de reisduur. Klager geeft aan dat hij vanwege de afstand niet de kans heeft gekregen zich fatsoenlijk voor te kunnen bereiden met zijn raadsman.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Klager is ingesloten voor het arrondissementsparket te Zwolle en geplaatst conform artikel 24, eerste lid, van de Regeling selectie plaatsing en overplaatsing
van gedetineerden. Dat het voor klagers bezoek lastig is om te reizen is begrijpelijk, echter niet onmogelijk. Gelet op de uitspraak van de beroepscommissie van 23 juni, met kenmerk 03/0699/GB, stelt de selectiefunctionaris geen bijzondere
omstandigheden vast. Zodra klager is afgestraft, al dan niet in eerste aanleg, wordt rekening gehouden met de voorkeur van klager conform het regionaliseringbeleid.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Voor de selectie van gedetineerden geldt het uitgangspunt dat voorlopig gehechten, gelet op het belang van een goede rechtsgang, in een h.v.b. worden geplaatst in dan wel nabij het arrondissement van vervolging. Bij aanwezigheid van bijzondere
omstandigheden kan op dit plaatsingsbeleid een uitzondering worden gemaakt. Er dient dan sprake te zijn van een voldoende sociale en/of medische indicatie, onderbouwd door verklaringen van een deskundige. Hetgeen klager heeft aangevoerd omtrent de
bezoekmogelijkheden kan niet als een dergelijke bijzondere omstandigheid worden aangemerkt. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als
onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Derhalve wordt het beroep ongegrond verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van C.M.E. Taverne, secretaris, op 27 maart 2013

secretaris voorzitter

Naar boven