Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/0207/SGA, 28 januari 2013, schorsing
Uitspraakdatum:28-01-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/207/SGA

Betreft: [klager] datum: 28 januari 2013

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. A.H.J. Strak, namens

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de locatie Westlinge te Heerhugowaard.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van genoemde locatie d.d. 22 januari 2013, inhoudende de oplegging van een ordemaatregel van plaatsing
in
een afzonderingscel voor de duur van veertien dagen, ingaande op 22 januari 2013 om 13.45 uur en eindigende op 5 februari 2013 om 13.45 uur. Uit de beslissing van de directeur blijkt dat verzoeker er van wordt verdacht tijdens zijn verlof een ernstig
strafbaar feit te hebben gepleegd terwijl verzoeker met een enkelband het weekendverlof was ingegaan en dat verzoeker om die reden ter herselectie zal worden aangeboden bij de selectiefunctionaris. In afwachting daarvan is verzoeker onderhavige
ordemaatregel opgelegd.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift d.d. 24 januari 2013 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur d.d. 28 januari 2013.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar
het
oordeel van de voorzitter is dat niet het geval. Uit de inlichtingen van de directeur is gebleken dat verzoeker, die er van werd verdacht tijdens zijn verlof waarbij hij onder elektronisch toezicht stond, een ernstig strafbaar feit te hebben gepleegd,
op 19 januari 2013 door de politie aangehouden en vervolgens op 20 januari 2013 in verzekering is gesteld. Op 21 januari 2013 is verzoeker weer in de inrichting teruggekeerd. Naar aanleiding hiervan heeft de directeur verzoeker bij de
selectiefunctionaris voorgedragen voor overplaatsing naar een ander regime. In verband met de beperkte beveiliging in de locatie Westlinge heeft de directeur verzoeker - in afwachting van deze herselectie - onderhavige ordemaatregel opgelegd. De
voorzitter verstaat dat bedoelde ordemaatregel is opgelegd om te voorkomen dat verzoeker zich, gelet op de beperkte beveiliging in de locatie Westlinge, aan detentie zal onttrekken. Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter is die beslissing van de
directeur niet onredelijk of onbillijk. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.

Aldus gegeven door mr. A.G. Coumans, voorzitter, in tegenwoordigheid van B.A. Bogaars, secretaris, op 28 januari 2013.

secretaris voorzitter

Naar boven