Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/4009/GB, 20 maart 2013, beroep
Uitspraakdatum:20-03-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/4009/GB

Betreft: [klager] datum: 20 maart 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S.T. van Berge Henegouwen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 18 december 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de locatie Roermond of de gevangenis van de locatie Sittard afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 2 februari 2012 gedetineerd. Hij verblijft in de locatie Esserheem te Veenhuizen.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager wil worden overgeplaatst vanwege de ziekte van zowel zijn broer als de reistijden van zijn vriendin. Zijn vriendin woont in Heerlen, zijn broer in Vlijmen. De beroepscommissie heeft
eerder, op 15 november 2012 in een zaak van klager met nummer 12/2683/GB, uitspraak gedaan en geoordeeld dat klager met voorgemelde verklaringen onvoldoende feitelijk heeft onderbouwd dat sprake is van bijzondere omstandigheden die een uitzondering op
het plaatsingsbeleid rechtvaardigen. Klager verwijst daarom naar een verklaring van 18 januari 2013 van de psychiater van zijn broer. De psychiater geeft aan dat overplaatsing van klager naar een inrichting dichter bij zijn broer een gunstige bijdrage
zal leveren aan het herstel van zijn broer. Tevens verwijst klager naar een verklaring van 22 januari 2013 van de huisarts van zijn vriendin. De huisarts geeft aan dat lang reizen mogelijk is, maar zij tussendoor
moet blijven lopen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager heeft een strafrestant van meer dan vier maanden en heeft na de tenuitvoerlegging van zijn vrijheidsstraf geen rechtmatig verblijf in Nederland. Hij komt daarom in aanmerking voor plaatsing in een VRIS (vreemdelingen in de
strafrechtketen)-inrichting. In deze VRIS-inrichting wordt klager voorbereid op zijn terugkeer naar zijn land van herkomst. De locatie Esserheem en de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel zijn aangewezen voor de opvang van strafrechtelijk
gedetineerde vreemdelingen met een strafrestant van ten minste vier maanden. De locatie Sittard en de locatie Roermond zijn aangewezen voor een andere categorie gedetineerden. Uit een door de selectiefunctionaris ontvangen rapportage blijkt dat klager
op 24 oktober 2012 en 10 januari 2013 bezoek heeft ontvangen van zijn partner. Binnen de locatie Esserheem wordt aan gedetineerden de mogelijkheid geboden door middel van beeldtelefoon contact te onderhouden met familie. Hiervan kan klager regelmatig
gebruik maken. Bovendien blijkt uit de stukken dat de partner van betrokkene onder voorwaarden wel tot reizen/bezoek in staat moet worden geacht.

4. De beoordeling
De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Klager behoort tot de categorie strafrechtelijk
gedetineerde vreemdelingen. Ingevolge artikel 20b van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden worden vreemdelingen die na de tenuitvoerlegging van de vrijheidstraf geen rechtmatig verblijf meer hebben in Nederland in beginsel
geplaatst in een inrichting voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen. Een verzoek tot overplaatsing om bezoek te kunnen ontvangen is, behoudens bijzondere omstandigheden, geen grond voor overplaatsing. Klager heeft tweemaal zijn vriendin op
bezoek gehad en kan door middel van beeldtelefoon contact houden met familie, zoals hij blijkens de overgelegde stukken ook doet. Gelet hierop zijn er geen bijzondere omstandigheden, die een uitplaatsing uit de locatie Esserheem noodzakelijk maken. Het
beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van C.M.E. Taverne, secretaris, op 20 maart 2013

secretaris voorzitter

Naar boven