Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/0036/GB, 19 maart 2013, beroep
Uitspraakdatum:19-03-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/36/GB

Betreft: [klager] datum: 19 maart 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...] , verder te noemen klager,

gericht tegen een op 28 december 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Nieuwegein afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 1 oktober 2009 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de p.i. Krimpen aan den IJssel.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager voelt zich onveilig en wordt vaak met de dood bedreigd, ook binnen de p.i. Klager vreest dat als zijn familie op bezoek komt, ze naar huis gevolgd zullen worden. Om deze reden kan zijn
familie niet meer langs komen. Het psychisch welzijn van klager zal als gevolg hiervan achteruit gaan. Klager kan geen namen noemen van de bedreigers, want dan brengt hij zichzelf nog meer in de problemen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager wil geen mededeling doen over de herkomst van de bedreigingen. Na telefonisch contact met de p.i. Krimpen aan den IJssel blijkt dat klager aangeeft bedreigd te worden, maar dat hij geen namen noemt. Uit de rapportage van de leefafdeling blijkt
uit niets dat sprake is van bedreigingen van medegedetineerden ten aanzien van klager. Klager is onlangs verhuisd naar een andere afdeling. Ook op deze afdeling blijkt geen waarneembare dreigende sfeer t.a.v. klager te zijn, terwijl hij aangeeft
bedreigd te worden. Klager blijft echter in gebreke door geen namen te noemen met betrekking tot die gedetineerden waar hij moeilijkheden mee verwacht waardoor het niet mogelijk is dit nader te onderzoeken. Indien klager dit alsnog doet wil de
selectiefunctionaris het voorstel opnieuw beoordelen.

4. De beoordeling
De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Klager heeft zijn stelling dat hij wordt bedreigd
onvoldoende onderbouwd. Voor zover klager mocht hebben willen aanvoeren dat hij vanwege de reisafstanden weinig bezoek kan ontvangen, is de beroepscommissie van oordeel dat ook deze klacht onvoldoende onderbouwd is, los van het gegeven dat
bezoekproblemen inherent zijn aan de detentiesituatie en, behoudens bijzondere omstandigheden (die niet zijn aangevoerd), geen grond voor overplaatsing vormen. Het beroep wordt derhalve ongegrond verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van C.M.E. Taverne, secretaris, op 19 maart 2013

secretaris voorzitter

Naar boven