Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/3960/GB, 25 februari 2013, beroep
Uitspraakdatum:25-02-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/3960/GB

Betreft: [klager] datum: 25 februari 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. W.S. Korteling, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 12 december 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek om zijn penitentiair programma (p.p.) en de locatie waar klager deelneemt aan een p.p. te wijzigen, afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 14 juli 2011 gedetineerd. Hij verbleef in de locatie Zoetermeer en is geselecteerd voor een penitentiair programma (p.p.) bij Exodus te Den Bosch. Zijn opname in Exodus is gestart op 20 september 2012 en zijn p.p. is aangevangen op 6
oktober 2012. Klager is administratief ingeschreven in de penitentiaire inrichting administratief (PIA) Roermond.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft altijd meegewerkt aan alle programma’s die hem in Exodus te Den Bosch werden aangeboden. Hij wordt een harde werker genoemd voor wat betreft het vervullen van zijn dagbesteding. Hij heeft volledig meegewerkt aan het p.p. Het is juist dat
klager destijds akkoord is gegaan met plaatsing in Exodus te Den Bosch. Gaandeweg heeft hij gemerkt dat het programma niet of weinig zin heeft voor zijn ontwikkeling. De behandelingen c.q. programma’s sluiten niet aan bij zijn persoon. Om die reden
heeft hij gevraagd om wijziging van het p.p. in die zin dat hij met elektronisch toezicht wenst te verblijven bij familie in Den Haag. De korte duur van het p.p. is niet relevant. Ook voor een korte duur kan een ander programma worden ingezet. Het is
niet in klagers belang en/of in het belang van de maatschappij om langer te verblijven binnen Exodus. Hij voelt zich daar behandeld als een kind en ervaart weinig hulp op de gebieden die hij nodig heeft. Inmiddels heeft klager een andere
reclasseringsbegeleider, omdat de vorige niet in staat was om hem van hulp te voorzien en in die zin ook geen geschikte adviezen aan klager gaf. Aangezien de vorige reclasseringsbegeleider het huidige reclasseringsadvies heeft opgemaakt, is dat advies
ook achterhaald.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Op 19 september 2012 is beslist om klager te plaatsen in het traject van Exodus te Den Bosch per 20 september 2012. Op 30 november 2012 is het afwijzende
advies
ontvangen tot wijziging van het p.p. in die zin dat klager een andere invulling krijgt voor wat betreft het programma en de woonplaats. Het voorstel van de reclassering is volstrekt duidelijk en de selectiefunctionaris dient zich te verlaten op de
expertise en de ervaringen van de reclassering. Er is geen uitgebreid gewijzigd p.p.-advies opgemaakt door de reclassering.
De reclassering lijkt het niet in klagers belang in verband met de korte duur van het p.p.-traject - einddatum detentie is 5 maart 2013 - om nog te gaan wisselen van traject tevens gelet op de uitkomsten van de Risc van dit jaar, waarin klager heeft
aangegeven niet terug te willen naar Den Haag omdat de kans op recidive daar het hoogst is. Volgens de reclassering is het niet in het belang van de maatschappij om klager zonder handvatten terug te laten keren richting Den Haag. Klager stond ten tijde
van de Risc-afname positief ten opzichte van Exodus Den Bosch en wilde toentertijd alles doen om recidive te voorkomen.

4. De beoordeling
4.1. Klagers verzoek om wijziging van zijn p.p. is voorgelegd aan de reclassering. In verband met de korte duur van klagers p.p. en het feit dat klager zelf heeft aangegeven niet terug te willen naar Den Haag omdat daar de kans op recidive het
grootst is, heeft de reclassering negatief geadviseerd om klagers p.p. bij Exodus Den Bosch te wijzigen in een p.p. met elektronisch toezicht doorgebracht bij familie in Den Haag. Ook de directeur van de PIA Roermond heeft negatief geadviseerd om de
klagers p.p./locatie van het p.p. te wijzigen.

4.2. Gelet op het bovenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan
worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter,
mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 25 februari 2013

Secretaris voorzitter

Naar boven