Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/3506/GB, 18 februari 2013, beroep
Uitspraakdatum:18-02-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/3506/GB

Betreft: [klager] datum: 18 februari 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 30 oktober 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de locatie Zuid te Arnhem ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 16 augustus 2012 gedetineerd en hij verbleef sedert 17 augustus 2012 in de locatie De Berg te Arnhem. Op 9 oktober is klager overgeplaatst naar de locatie Zuid te Arnhem en op 19 november 2012 naar de locatie Ooyerhoek Zutphen.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Tijdens een gesprek met de psychologen van de inrichting op 24 september 2012 is klager akkoord gegaan met het voorstel om zijn overplaatsingsverzoek naar de locatie Zuid in te trekken. De psychologen zouden dit doorgeven aan de afdeling BSD. Op 3
oktober 2012 werd klager echter bericht dat zijn overplaatsingsverzoek in behandeling was genomen en klager heeft geprobeerd contact op te nemen met de afdeling BSD.
In de locatie Zuid verblijft gedetineerde A., een vroegere buurman van klager, die een ernstig familiedrama heeft veroorzaakt. De confrontatie met deze gedetineerde vormt voor klager een zware belasting. Klager weet dat ook gedetineerden met een
strafrestant langer dan vier maanden in de locatie De Berg zijn geplaatst.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Op 4 oktober 2012 heeft de selectiefunctionaris het selectieadvies van de locatie De Berg ontvangen. Klager heeft zelf om overplaatsing naar de locatie Zuid verzocht. Voorts is de locatie De Berg aangewezen voor gedetineerden met een strafrestant tot
vier maanden. Klager komt voor plaatsing niet in aanmerking nu de einddatum van zijn detentie is gesteld op 29 juli 2013. De argumenten die klager aandraagt vormen onvoldoende aanleiding voor zijn terugplaatsing naar de locatie De Berg.

4. De beoordeling
Uit de bestemmingsaanwijzing van de locatie De Berg te Arnhem van 20 april 2011, kenmerk 5690292/11 DJI, blijkt niet dat deze locatie is aangewezen voor gedetineerden met een strafrestant tot vier maanden. Het argument van de selectiefunctionaris dat
klager gezien zijn strafrestant niet voor plaatsing in locatie De Berg in aanmerking komt is derhalve onjuist.

Uit het selectieadvies van de locatie De Berg van 3 oktober 2012 blijkt dat klager heeft verzocht om overplaatsing naar de locatie Zuid. In zijn bezwaarschrift heeft klager aangegeven dat hij op 24 september 2012 zijn overplaatsingsverzoek heeft
ingetrokken, maar dat dit niet goed is gecommuniceerd binnen de inrichting. Uit het dossier blijkt echter niet dat klager zijn overplaatsingsverzoek heeft ingetrokken en de beslissing van de selectiefunctionaris kan dan ook, bij afweging van alle in
aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. dr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. A.T. Bol en dr. mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 18 februari 2013

secretaris voorzitter

Naar boven