Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/3932/GA, 5 februari 2013, beroep
Uitspraakdatum:05-02-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/3932/GA

betreft: [klager] datum: 5 februari 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. K.G. L. Bovens, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 22 november 2012 van de beklagcommissie bij de locatie Maashegge te Overloon, betreffende:
a een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van veertien dagen, in afwachting van overplaatsing naar een andere inrichting, wegens een poging tot fraude bij gelegenheid van een urinecontrole,
b. de beslissing tot externe tenuitvoerlegging van de hiervoor onder a vermelde ordemaatregel in de locatie Roermond;

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 1 februari 2013, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught, zijn gehoord klagers raadsvrouw mr. K.G.L. Bovens en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de p.i. Zuid-Oost.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De beoordeling
Ten aanzien van onderdeel a van het beklag:
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan - voor zover dat is komen vast te staan - naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve in zoverre ongegrond worden verklaard.

Ten aanzien van onderdeel b van het beklag:
De beroepscommissie heeft vastgesteld dat klager, terwijl niet is gebleken van een beslissing van de directeur als bedoeld in artikel 25 van de Pbw, op 22 juli 2012 vanuit de locatie Maashegge is overgebracht naar de locatie Roermond, teneinde aldaar
de
tenuitvoerlegging van de ordemaatregel van afzondering te ondergaan. Op 24 juli 2012 is klager, naar aanleiding van een beslissing van de selectiefunctionaris van 23 juli 2012, daadwerkelijk naar de locatie Roermond overgeplaatst. Gelet daarop moet
worden geoordeeld dat de beslissing om de tenuitvoerlegging van de onderhavige ordemaatregel plaats te laten vinden in de locatie Roermond is genomen in strijd met de wet. Het beroep is in zoverre gegrond, de uitspraak van de beklagcommissie zal in
zoverre worden vernietigd en het beklag zal ten aanzien van dit onderdeel alsnog gegrond worden verklaard.

De beroepscommissie acht termen aanwezig voor het toekennen van een financiële tegemoetkoming en zal de hoogte daarvan vaststellen op € 20,=.

2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond ten aanzien van onderdeel a van het beklag en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.
Zij verklaart het beroep ten aanzien van onderdeel b van het beklag gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart dat beklag alsnog gegrond.
Zij stelt vast dat klager een tegemoetkoming toekomt van € 20,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, J.M.L. Pattijn en dr. W.J. Schudel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 5 februari 2013

secretaris voorzitter

Naar boven