Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/3010/GA, 31 januari 2013, beroep
Uitspraakdatum:31-01-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/3010/GA

betreft: [klager] datum: 31 januari 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. D.M. Penn, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 21 september 2012 van de beklagcommissie bij de locatie Norgerhaven te Veenhuizen

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 8 januari 2013, gehouden in de penitentiaire inrichting Leeuwarden, zijn klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. D.M. Penn, en de plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie Norgerhaven, [...],
vergezeld
door de stagebegeleider van voormelde inrichting, [...], gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een andere verblijfsruimte dan een afzonderingscel voor de duur van drie dagen in verband met nader onderzoek naar aanleiding van een tip over een mogelijke ontvluchting van klager en
de vondst van twee stukken metaal van tien centimeter in klagers cel.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt - zakelijk weergegeven - toegelicht. Klager heeft het gevoel dat hij het slachtoffer is geworden van willekeur. De tip over een mogelijke vluchtpoging is
niet te toetsen voor klager. Hij had gewild dat in ieder geval de beklagcommissie kennis had genomen van de tip. Het zou goed zijn als een onafhankelijke commissie, zoals de beroepscommissie, de tip zou verifiëren. Klager betwist dat er een tip is.
Verder zijn er volgens de directeur in het verleden meerdere signalen geweest voor eventuele pogingen tot ontvluchting. Deze signalen zijn echter nooit bewaarheid gebleken. Bovendien is klager nooit gestraft met veertien dagen opsluiting in verband met
een vluchtpoging, zoals in het selectieadvies is vermeld. Dit is niet waar, maar staat nu wel in klagers penitentiair dossier. Hij heeft dit aangevoerd bij de beklagcommissie, maar hier is in de uitspraak niet op ingegaan. In ieder geval is van een
daadwerkelijke poging tot ontvluchting nooit gebleken. Naar aanleiding van de tip heeft er een celinspectie plaatsgevonden. Klager is tijdens deze inspectie in een afzonderingscel geplaatst, maar dit is ten onrechte niet in de schriftelijke mededeling
vermeld. De stukjes metaal die in klagers cel zijn aangetroffen zijn bedoeld om bakken in de keuken mee los te maken en zaten nog in zijn overal. Hij heeft dit meteen aangegeven. De stukjes zijn erg dun en je kunt er niets mee kapot maken. De enkele
vondst van deze metalen stukjes noopt dan ook niet tot oplegging van een ordemaatregel. Bovendien heeft de ordemaatregel onnodig lang geduurd.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt - zakelijk weergegeven - toegelicht. Er is geen sprake van willekeur. Er kwam een tip van buiten over een mogelijke poging tot ontvluchting van klager. In
klagers penitentiair dossier komen vaker verhalen voor over voorbereidingen voor een ontvluchting. De celinspectie heeft op een vrijdag om 20.00 uur plaatsgevonden. Klager is tijdens de celinspectie op basis van een bewaardersarrest tijdelijk in een
afzonderingscel geplaatst. Tijdens de celinspectie zijn in klagers overal twee stukjes metaal van ongeveer tien centimeter aangetroffen die in de keuken worden gebruikt om bakken mee los te maken. De stukjes metaal mogen niet worden meegenomen naar de
cel. Bovendien is het vreemd dat klager er twee had, want je hebt er maar één nodig. Na de celinspectie is klager weer op zijn eigen cel geplaatst. Hij heeft alleen zaterdag en zondag het dagprogramma gemist. Op maandag heeft de directeur contact
opgenomen met het Grip en in de loop van de dag is besloten om de ordemaatregel te beëindigen. De directeur heeft niet nagekeken hoe de tip precies is binnengekomen. Het klopt inderdaad dat een tip niet toetsbaar is. Tips staan vaak niet op papier.

2. De beoordeling
Hetgeen klager heeft aangevoerd met betrekking tot de signalen uit het verleden, is, wat daar ook van zij, blijkens de schriftelijke mededeling van de ordemaatregel, niet redengevend geweest voor oplegging van de ordemaatregel. In de schriftelijke
mededeling van de ordemaatregel is namelijk vermeld dat klagers cel is doorzocht naar aanleiding van binnengekomen informatie over een mogelijke ontvluchting van klager. Hoewel er geen harde aanwijzingen zijn gevonden voor een op handen zijnde
ontvluchting, zijn er wel twee stukken metaal van circa tien centimeter in klagers cel aangetroffen die in de keuken worden gebruikt om etensbakken van elkaar los te maken. Om ieder risico van ontvluchting uit te sluiten werd nader onderzoek nodig
geacht.

Klager is tijdens de celinspectie in een afzonderingscel geplaatst. Op grond van artikel 24, vierde lid, van de Pbw kan een ambtenaar of medewerker een gedetineerde op de gronden als genoemd in artikel 23, eerste lid, onder a en b, van de Pbw voor ten
hoogste vijftien uur in afzondering plaatsen. Het in het eerste lid van artikel 58 van de Pbw genoemde vereiste van een schriftelijke mededeling is bij een dergelijk bewaardersarrest, waarvan in dit geval sprake was, niet vereist.

Naar het oordeel van de beroepscommissie geven de tip en de vondst van de metalen voorwerpen in klagers cel voldoende aanleiding om nader onderzoek te doen en om in afwachting van de resultaten van dat onderzoek een ordemaatregel op te leggen. De
beroepscommissie is van oordeel dat de exacte inhoud van de tip over de ontvluchting dan ook niet hoeft te worden getoetst. Gebleken is dat de directeur op de eerste werkdag na oplegging van de ordemaatregel contact heeft opgenomen met het Grip. De
directeur heeft daarna het onderzoek afgerond en de ordemaatregel beëindigd. De ordemaatregel heeft naar het oordeel van de beroepscommissie dan ook niet langer geduurd dan noodzakelijk was. Gelet op het bovenstaande zal het beroep ongegrond worden
verklaard. De uitspraak van de beklagcommissie zal worden bevestigd.

3. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, J. Schagen MA en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 31 januari 2013

secretaris voorzitter

Naar boven