Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/3003/GB, 18 januari 2013, beroep
Uitspraakdatum:18-01-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/3003/GB

Betreft: [klager] datum: 18 januari 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 17 september 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot plaatsing in een zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) of beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 28 december 2011 gedetineerd. Hij verbleef in locatie Zuid van de penitentiaire inrichtingen Arnhem. Op 21 december 2012 is hij overgeplaatst naar de locatie Roermond, een normaal beveiligde inrichting.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager komt vanaf 10 september 2012 in aanmerking voor detentiefasering. In de bestreden beslissing staat dat klager zich op de grens van het toelaatbare zou begeven, maar dat kan geen reden zijn om de detentiefasering te frustreren. Er wordt gesteld
dat klager duidelijkheid en structuur nodig heeft, maar duidelijkheid en structuur is er ook in een (z.)b.b.i. Klager heeft nimmer een rapport of sanctie opgelegd gekregen. De rapportage is positief. Klager is zelfmelder en voor zijn detentie heeft hij
ook met structuur, normen en waarden geleefd. Het verlofadres is door de politie in orde bevonden. De politie heeft met de hoofdbewoner gesproken. De hoofdbewoner heeft de bevestiging eerst per post opgestuurd en op verzoek van klager ook gefaxt.
Klager
verwijst voorts naar het selectieadvies van 30 augustus 2012.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Uit de rapportage blijkt dat klager de grenzen opzoekt, zowel bij het afdelingspersoneel als bij het afdelingshoofd. Klager grijpt iedere gelegenheid aan om de gestelde regels te overschrijden. Voorbeelden hiervan zijn documenten meenemen naar het
bezoek en telefoneren op momenten dat dit niet is toegestaan. Wanneer klager hierop wordt aangesproken, negeert hij het personeel of vindt hij dat hij niet gestoord mag worden. De bewoner van het opgegeven verlofadres heeft driemaal niet gereageerd op
een schriftelijk verzoek, waardoor geconcludeerd kan worden dat klager geen aanvaardbaar verlofadres heeft. Klager komt op grond van het bepaalde in artikelen 2, eerste lid, sub f en 3, tweede lid, sub c van de Regeling selectie, plaatsing en
overplaatsing gedetineerden (hierna: de Regeling) niet in aanmerking voor plaatsing in een (z.)b.b.i.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 2 van de Regeling, komen voor plaatsing in een z.b.b.i. in aanmerking gedetineerden die een te verwaarlozen vlucht- of maatschappelijk risico vormen, aan wie een vrijheidsstraf van tenminste zes maanden is opgelegd, ten
minste de helft van de opgelegde vrijheidsstraf hebben ondergaan, geen veroordelingen tot betaling van een geldboete of geldbedrag van meer dan € 226,= hebben openstaan, een strafrestant hebben van ten minste zes weken en ten hoogste zes maanden en
beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.2. Klagers v.i.-datum valt op of omstreeks 4 maart 2014. Zijn strafrestant is meer dan zes maanden, waardoor hij op grond van de Regeling nog niet in aanmerking komt voor plaatsing in een z.b.b.i.

4.3. Op grond van artikel 3 van de Regeling komen naast zelfmelders voor plaatsing in een b.b.i. in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en
beschikken
over een aanvaardbaar verlofadres.
In de toelichting op dit artikel (Stcr. 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in een beperkt beveiligde inrichtingen (b.b.i.) de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een belangrijke rol
speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de preventieve hechtenis,
incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling speelt onder meer de persoonlijkheid van de
gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.4. De op de onder 3.2. genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de uit de rapportage blijkende persoonlijkheid/gedrag van klager, niet als onredelijk
of
onbillijk worden aangemerkt. Uit het selectieadvies van 30 augustus 2012 volgt dat klager weliswaar geen rapporten aangezegd heeft gekregen, maar zijn gedrag in detentie is niet onbesproken. Klager zoekt voortdurend de grens op, probeert regels telkens
te overschrijden en negeert op- en/of aanmerkingen van het personeel. Dergelijk gedrag verdraagt zich niet met het open karakter en het regime van een b.b.i. Bovendien is het niet aannemelijk dat klager over een aanvaardbaar verlofadres beschikt. Het
feit dat de politie het opgegeven verlofadres in orde acht en de hoofdbewoner van dat adres heeft gesproken, betekent niet dat de hoofdbewoner toestemming heeft gegeven om verloven op dat adres door te brengen. Het beroep zal daarom ongegrond worden
verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 18 januari 2013

secretaris voorzitter

Naar boven