Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2478/GA, 7 januari 2013, beroep
Uitspraakdatum:07-01-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/2478/GA

betreft: [klager] datum: 7 januari 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 26 juli 2012 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Hoogeveen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 4 december 2012, gehouden in de p.i. Hoogeveen, zijn klager, de plaatsvervangend vestigingsdirecteur van voormelde inrichting, [...], en de juridisch medewerker, [...], gehoord.
Klagers raadsvrouw, mr. C.J. Hes, heeft op 26 november 2012 schriftelijk bericht dat zij verhinderd is om ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft:
a. het vrijwel niet verstrekt krijgen van koosjere toetjes, koffie, thee dan wel koosjer vlees of koosjere snacks;
b. en het feit dat klager geen koosjere producten via de winkellijst kan bestellen.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt - zakelijk weergegeven - toegelicht. De beklagrechter heeft klager ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag, omdat sprake is van een schending van het
recht op koosjere voeding. De directeur is hiervoor aansprakelijk. In andere gevangenissen kreeg klager sojatoetjes of een stuk fruit als dessert. In de p.i. Hoogeveen krijgt klager vrijwel geen toetjes en ook bijvoorbeeld geen pindakaas of pasta.
Klager heeft bij de weekverstrekking aangegeven dat er geen koosjere producten bij zitten. Hij neemt de weekverstrekking wel aan, maar geeft de producten vaak weer weg. Hij weet niet precies welke producten van de winkellijst wel koosjer zijn. Volgens
klager is in ieder geval negentig procent niet koosjer. Hij kan ook niet aan de rabbi vragen welke producten van de winkellijst wel koosjer zijn, want de rabbi komt vaak niet als klager geestelijke verzorging heeft. Klager heeft geen lijst gemaakt van
de producten die hij graag zou willen. Het personeel heeft aangegeven dat klager alleen producten van de winkellijst kan bestellen en er verder niets mogelijk is.

Door en namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt - zakelijk weergegeven - toegelicht. De maaltijden worden verstrekt door een cateraar. De directeur accepteert de maaltijden zoals deze worden
aangeleverd door de cateraar. Hij heeft hier geen invloed op. Gedetineerden kunnen aan de hand van de winkellijst producten bestellen. Klager kan aan de rabbi vragen welke producten van de winkellijst hij wel kan bestellen. De producten die de
directeur
niet kan leveren, dienen dan door een externe leverancier te worden geleverd.

3. De beoordeling
Ten aanzien van het beklag onder a. overweegt de beroepscommissie dat de directeur afhankelijk is van de wijze waarop de maaltijden worden verstrekt door de cateraar en dat vaststaat dat de directeur koosjere maaltijden aan klager heeft verschaft.
Klager is alsnog ontvankelijk in zijn beklag onder a., maar het beklag zal ongegrond worden verklaard.

Ten aanzien van het beklag onder b. overweegt de beroepscommissie dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat klager heeft verzocht om specifieke producten (extern) te (laten) bestellen. Derhalve is niet gebleken van een klager betreffende door of
namens de directeur genomen beslissing waar ingevolge artikel 60, eerste lid, van de Pbw beklag tegen open staat. Het beroep ten aanzien van het beklag onder b. zal daarom ongegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagrechter zal in zoverre
worden bevestigd.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag onder a., maar zij verklaart het beklag alsnog ongegrond.
Zij verklaart het beroep ten aanzien van het beklag onder b. ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.J.G. Bleichrodt, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 7 januari 2013

secretaris voorzitter

Naar boven