Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/3293/GV, 17 december 2012, beroep
Uitspraakdatum:17-12-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/3293/GV

betreft: [klager] datum: 17 december 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 18 oktober 2012 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw mr. M. Metin om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Vastgesteld is dat klager gedragbeïnvloedende middelen gebruikt zou hebben. Klager stelt zich op het standpunt dat hij gedrogeerd is door medegedetineerden. Hij heeft deze middelen niet zelf ingenomen. Hij is lang getreiterd door medegedetineerden.
Hierdoor is klager overgeplaatst naar de zorgafdeling. De beklagcommissie heeft inmiddels een beklag van klager gericht tegen oplegging van een disciplinaire straf in verband met betrokkenheid bij een vechtpartij gegrond verklaard. De beklagcommissie
heeft aannemelijk geacht dat klager uit noodweer heeft gehandeld.
In de beslissing wordt verwezen naar een rapportage. (De raadsvrouw van) klager beschikt niet over deze rapportage.
Klager zou tijdens zijn verlof een sollicitatiegesprek met een toekomstig werkgever hebben. Hij steekt er al zijn energie in om zijn leven weer op het rechte pad te krijgen na de detentie. Op alle fronten wordt hij tegengewerkt.
Er is inmiddels een nieuw reclasseringsrapport opgemaakt waaruit volgt dat klager in aanmerking kan komen voor deelname aan het programma Terugdringen Recidive.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klagers verlofaanvraag is afgewezen, omdat is vastgesteld dat klager gedragsbeïnvloedende middelen heeft gebruikt. Tevens zijn er op alle leefgebieden aandachtspunten
geïnventariseerd en er zijn hoge risico’s voor wat betreft recidive en het onttrekken aan voorwaarden. Het feit dat het vermoeden bestaat dat hij gedrogeerd is, ondersteunt de rapportage dat hij weinig weerbaar is, maar het vermoeden is onvoldoende om
verboden gebruik niet mee te wegen. Gezien de rapportage is er geen vertrouwen in een goed verloop van algemeen verlof. Een reclasseringsrapportage is aangevraagd om een detentieplan en faseringsmogelijkheden te onderzoeken. Gezien de hoge risico’s en
ervaringen in het nabije verleden is een begeleide en gecontroleerde terugkeer in de samenleving noodzakelijk.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De vrijhedencommissie van de locatie Zuyder Bos heeft geadviseerd, en dit wordt onderschreven door de directeur, om klager in plaats van twee dagen algemeen verlof een dag algemeen verlof van 08.00 uur tot 17.00 uur te verlenen met een meldplicht bij
de
politie. Dit in verband met zijn kwetsbaarheid, het advies van het Openbaar Ministerie (OM) en een langzame opbouw van klagers vrijheden.
Het OM heeft negatief geadviseerd ter zake van verlofverlening en aangegeven dat de reclassering het recidiverisico als hoog heeft ingeschat. Het risico op onttrekking aan voorwaarden wordt als hoog ingeschat. Getwijfeld wordt aan de kans van slagen
van
interventies, gelet op in het verleden door klager afgekapte hulpverleningsprogramma’s. Klager heeft een uitgebreide justitiële documentatie voor wat betreft vermogensdelicten. Er is sprake van ernstige verslavingsproblematiek.
De politie heeft geen bezwaar tegen het verlofadres. Het adres komt niet voor als drugspand en er is geen sprake van andere incidenten. Met betrekking tot de sociale leefomgeving wordt negatief geadviseerd. Nadere telefonische informatie van de politie
levert op dat het doorbrengen van verlof op het door klager opgegeven verlofadres niet verstandig lijkt nu de bewoner een wapenvergunning heeft en klager (omstreeks 2004) heeft gedreigd zijn vader neer te schieten. De wapens liggen wel in wapenkluizen.

3. De beoordeling
Door de raadsvrouw is gesteld dat klager noch de raadsvrouw in het bezit is van een rapportage waarnaar door de selectiefunctionaris in de bestreden beslissing wordt verwezen. Aan de raadsvrouw en klager zijn in het kader van de beroepsprocedure alle
stukken die deel uit maken van het dossier verstrekt. De door de raadsvrouw bedoelde rapportage(s) wordt/worden vermeld in het advies vrijheden van de locatie Zuyder Bos.

Klager is voorlopig gehecht, in eerste aanleg veroordeeld en heeft hoger beroep aangetekend. Zijn fictieve einddatum is thans bepaald op 22 februari 2013.

Klager heeft twee dagen algemeen verlof aangevraagd voor een gesprek met een nieuwe werkgever. Dit verzoek is door de Staatssecretaris afgewezen.

Door de vrijhedencommissie van de locatie Zuyder Bos is geadviseerd om klager in plaats van twee dagen algemeen verlof een dag algemeen verlof van 08.00 uur tot 17.00 uur te verlenen met een meldplicht bij de politie. Bij dit advies is rekening
gehouden
met klagers kwetsbaarheid, het advies van het OM en een langzame opbouw van klagers vrijheden. Het advies wordt onderschreven door de directeur van de locatie Zuyder Bos. Uit het advies vrijheden volgt voorts dat er een positieve lijn is waar te nemen
voor wat betreft klagers gedrag in de inrichting.
Gelet op het bovenstaande, waarbij de beroepscommissie opmerkt dat de politie tegenstrijdig adviseert voor wat betreft het verlofadres - gesteld wordt dat er geen bezwaar zou zijn tegen het verlofadres maar tevens wordt opgemerkt dat het niet
verstandig
lijkt dat klager het verlof op dit adres doorbrengt - en met name klagers fictieve einddatum die nabij is, is de beroepscommissie van oordeel dat de beslissing van de Staatssecretaris niet op goede gronden rust en dat een langzame opbouw van klagers
vrijheden zoals door de vrijhedencommissie is geadviseerd meer passend en geboden wordt geacht. Zij zal derhalve het beroep gegrond verklaren en de Staatssecretaris opdragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de
beroepscommissie binnen een termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Staatssecretaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. G.L.M. Urbanus, voorzitter, mr. M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 17 december 2012

secretaris voorzitter

Naar boven